„Het is gewis, o koning"

Sadrach, Mesach cn Abednego waren de spelbrekers van het feest in het dal van Dura. Het feest verplaatst zich, waar de God van deze drie geloofshelden verheerlijkt zal worden. Door te blijven staan belijden de drie jongelingen wat zij door het geloof zullen gaan beoefenen. Het geloof dat hen spreken deed, schittert. Dus we moeten toch het geloof accentueren! En niet anders. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Van nu af heeft de Heere Zelf de leiding. De aktie van deze drie jongelingen verwekt reactie. Nebukadnezar is vol grimmigheid. Hij komt al gauw tot de ontdekking dat men de kerk des Heeren niet zo gemakkelijk vernietigt. Zonder vorm van proces worden ze in de brandende oven geworpen, gekleed en wel. De muziek zal het gekerm der ellendigen overstemmen. Degenen die de drie jongelingen in het vuur werpen worden gedood. Hier spreekt God cn niet de geloofshelden, de martelaren.

Zij behoeven niet alleen in de oven. De Engel des Heeren is er ook. Hij schaart een onverwinb're hemelwacht rondom hem, die Gods wil betracht. Dus zijn ze wel bewaard! In de apokriefe boeken (Guido de Brés zegt dat wij ze kunnen lezen) vinden wij het gebed van Azarja. Vanzelf. Gelovige bidders zijn ootmoedige bidders. De grondgedachte is: Heere, Gij doet ons recht dat Gij ons gestraft hebt met zulk een straf, vanwege onze zonden.

Toen ontzette zich koning Nebukadnezar. Hij kijkt en ziet.... vier mannen in de oven. Het gouden hoofd komt in verwarring. Eh. .. . luister eens, mijne heren, spreekt hij tot zijn staf en officieren, die hem terzijde staan: Hebben wij niet drie mannen in het midden van het vuur geworpen? O, zie toch. Vier mannen wandelen los en de gedaante van de vierde is geiijk een zoon deigoden. In de brandende oven breekt het licht van Golgotha schaduwachtig door.

In het vuur der zonden zal Christus eenmaal afdalen. De hitte van Gods gramschap is geblust, om Zijn volk te verlossen van het vuur der zonden.

Zie de belijdenis der Christelijke Kerk: Nedergedaald ter helle. Door het Lam Gods is het gepredikt: Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. De wereld buigt voor de god der eeuw. Maar hier buigt de kerk des Heeren in aanbidding neer voor Hem, de Verlosser, die van het verderf uw leven wil verschonen. In de oven is het feest. Het leeft in hun harten: Wij zijn verzekerd

dat noch dood, noch leven, engelen, overheden, machten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel of het vuur ons zullen kunnen scheiden van de liefde Gods die is in Christus Jezus, onze Heere.

Dan is er een dringen van Nebukadnezar en zijn raadslieden. Zij zien het gebeuren: de jongelingen stappen uit de oven op het roepen van het gouden hoofd. Zij keuren het Godswerk: niet verbrand, niet verschroeid, zelfs geen reuk van het vuur.

jongens en meisjes, trekt daar nu niet de conclusie uit dat geen enkel leed ons zal treffen. Bereidt u voor op hetgeen Jezus gezegd heeft: In de wereld zult gij verdrukking hebben; om in de gemeenschap met Christus en Zijn volk te allen tijde een kruisgemeente te zijn. Zij hebben Mij gehaat, ze zullen ook u haten.

De Heere verteert door het vuur, wat wij kwijt moeten. Dan is er een wandelen in de vrijheid. Dat is een veel groter feest dan het feest in het dal van Dura. Dan wordt voor de kerk des Heeren de dood de poort tot het eeuwige feest hierboven. En gij mijn ziel, loof gij Hem bovenal.

Hoe waakt God voor Zijn eer. De kerk bestaande uit drie leden; een kostelijke jongelingsvereniging in dat Babel.

Wie had ooit kunnen denken dat het wijdingsfeest van het gouden hoofd een feest voor drie jongelingen zou worden.

God zorgt als 't leed genaakt. Dat grote wonder: drie jongelingen die niet meedoen, niet wegvluchten, maar hun geloof belijden, die niet meedoen aan de goden van hun eeuw en met de geest van hun tijd.

Zij zeiden niet: Wij zijn ambtelijk vertegenwoordigd, wij hebben een taak in Babel. Het driemanschap had uit de brand kunnen blijven, zij kwamen in de brand. Gods eer was hun levensideaal.

En Nebukadnezar, het gouden hoofd springt van de ene god zo op de andere over. Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego. Hoort u het: geloofd zij God; maar hij zegt niet: met diepst ontzag. Hij ziet wel voordeel in de God van Sadrach, Mesach en Abednego.

Gelukkig diegenen die leren buigen voor dc God van de drie jongeren; die worden bewaard in de kracht Gods. Jongens en meisjes zoek die God in je jeugd, het is de beste tijd van je leven. En de Heere is het zo waardig. Amen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen