Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Woord en het gezin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods Woord en het gezin

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

7

Tucht en wijsheicL.

We hebben de vorige maal beloofd nog eens op de tucht in het gezin terug te komen en dan op een meer positieve manier. Het zou trouwens niet overeenkomen met onze bedoeling te schrijven over Gods Woord en het gezin, als we alleen bij dekwaal van de tuchteloosheid zouden blijven staan. Het Woord des Heeren spreekt zeker ook over de middelen tot genezing van deze kwaal.

Er is wel geen boek, dat zoveel de tucht naar voren brengt als het boek der Spreuken. Weinig wordt dit boek gelezen en verstaan, maar er liggen schatten in verborgen, die met name voor het gezin en de opvoeding van de grootste betekenis zijn. Probeer maar eens te tellen, hoe vaak alleen al het woord „tucht" of „tuchtigen" in dit bijbelboek voorkomt. U komt aan negenentwintig keer. Reeds in het begin wordt als het doel van de Spreuken genoemd: „om wijsheid en tucht te weten”. Bijzonder treft hier de verbinding: wijsheid en tucht. Deze verbinding heeft grote betekenis in geheel het onderwijs van het Spreukenboek aangaande de tucht in het gezin. Wij lezen in Spreuken 8 : 33: „Hoort de tucht en wordt wijs en verwerpt die niet”. In Spreuken 13: 1: "Een wijze zoon hoort de tucht des vaders, maar een spotter hoort de bestraffing niet”. Ieder ziet hier dus onmiddellijk dat er verband gelegd wordt tussen tucht en wijsheid. Wijsheid is in de Spreuken niet gelijk aan wat wij vaak verstaan onder geleerdheid. Een geleerd man is niet altijdwijs. Engelukkigis het ook waar, dat een ongeleerd mens wijs kan zijn. Wijsheid is een praktische zaak. We zouden het zo weer kunnen geven: het inzicht om de weg door het leven te gaan. Toch zijn we dan nog niet volledig. ’t Gaat hier om het door de vreze des Heeren geheiligde inzicht.

Het verband tussen tucht en wijsheid kan in meer dan een opzicht gezien worden. Wewillen hier maar naar twee zijden dit verband uitwerken. Allereerst is de tucht nodig voor het kind in het gezin om onder de zegen des Heeren tot wijsheid gebracht te worden. Maar dat veronderstelt iets anders, nl. dat deze wijsheid nodig is van de zijde der ouders om de tucnt goed te betrachten. En op dat laatste zullen we toch eerst onze aandacht richten. Een kweker kan geen boom of struik laten groeien. Toch zal hij niet zeggen: ik doe er maar niets aan. Hij moet met wijsheid de groei van die boom begeleiden, opdat de groei niet te wild en weelderig zal zijn. Van tijd tot tijd moet hij ingrijpen en het snoeimes gebruiken. Geen vader of moeder kan het kind de wijsheid geven als het door de vreze des Heeren geheiligde inzicht. Toch zijn de ouders middel in Gods hand om hun kinderen daartoe op te voeden. Zij hebben wijsheid nodig om zo de tucht uit te oefenen. Anders vergroeit het jonge boompje en komt er niets van terecht. Zo is tucht juist met wijsheid het gezag te handhaven.

Sprekend is het dat het Hebreeuwse woord voor tuchtigen ook kan betekenen: raad geven, onderwijzen. Tucht is niet de roede, al sluit het met wijsheid beoefenen van de tucht de roede zeker niet uit. Tucht is ook niet een streng straf-regime, als is het ook hier weer waar, dat de tucht de strengheid niet uitsluit. We hebben een verkeerd begrip van de tucht, als we van ons huis een„tucht-huis" maken en dan natuurlijk in de betekenis van dwanghuis. Tucht is verbonden met deze wijsheid een geestelijke arbeid, die alleen recht in de vreze des Heeren gebeuren kan. Daarom is voor het uitoefenen van de tucht veel liefde nodig en nog meer het zoeken van de Heere in het bidvertrek om wijsheid.

Die wijsheid is voor de ouders nodig in het bestraffen van de zonden enondeugden. Hierin bestaat nl. een opmerkelijk kwaad bij veel ouders. Zij wegen de zonden en ondeugden van hun kinderen vaak af naar de maat, dat hun eigen eer het meest gekrenkt is. Een kleinigheid door een kind in het bijzijn vanouderen gedaan, wordt zwaar gestraft, omdat anders het gezag door het mee-zittende gezelschap niet hoog genoeg wordt aangeslagen. En grote zonden worden slap behandeld. Gevoelt u hoe hierin wijsheid nodig is, die eerlijk de straf geeft die nodig is?

Wijsheid is ook nodig in het beoefenen vande tucht in het onderscheiden van de kinderen. Let wel: dit is iets anders dan voortrekken van de een boven de ander! Ouders kennen hun kinderen, althans behoren hen te kennen en moeten rekening houden met ieders karakter. Dit geldt in een wat andere zin ook het leeftijdsverschil. Een klein kind moet met de tucht anders benaderd worden dan hij of zij die de volwassen leeftijd al dichtbij komt. Door deze wijsheid wordt met ernst de kinderen in deze zaaktegengetreden. Bedoeld wordt de ernst van in ’s Heeren naam over hen gesteld te zijn. Dan kan de roede niet altijd uitblijven. Maar zonder dathetopditogenblik nodig is, ondermijnt het gezag. Slaan in hardheid zonder meer verkilt het hart van de kinderen. Maar als het nodig is, kan het niet zonder de roede en alle andere theorieen ten spijt, die in deze moderne tijd opgeld doen, blijft de wijsheid van de Spreukendichter zeggen: „Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon, maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging”.

Waar zo met wijsheid de tucht openbaar komt, is deze geen vloek, maar is menigmaal geble ken tot wijsheid te zijn. Spurgeon vertelt in een klein voorval hoe hij zijn vader erkentelijk geweest is voor zijn streng optreden. Als jongen was hij slordigen verloor vaak zijn griffel. Bang voor straf thuis, nadat hij weer eens zijn griffel kwijt was, ging hij naar eenwinkel en kreeg wat hij nodig had. Echter alleen op schuld, zij het van een klein bedrag. Zijn vader kwam er achter en bestrafte hem. Hij hield hem krachtig voor, hoe kleine schulden grote kunnen worden. Zelf ging zijn vader met hem naar de winkel om in tegenwoordigheid van de jonge Spurgeon de schuld te betalen onder allerlei waarschuwingen. Zo leerde hij af schulden te maken door de wijze tucht van zijn vader.

Beter nog als deze tucht zich verder uitstrekt dan alleen de dingen, die door het leven doen gaan. De wijsheid, die van boven is, zal toch het ouderhart doen waken bij de eeuwige belangen van de kinderen.

Ook dit gaat niet zonder tucht. Nergens is misschien de tucht zozeer nodig. Nergens is de tucht zo moeilijk te beoefenen. ’t Beste wel als achter het gezag van de ouders het godvruchtige leven staat. Daar wil de Heere nog kracht van uit laten gaan en kunnen de kinderen gevoelen, dat het hun vader en moeder maar niet om een kille gezagshandhaving te doen is, doch om de eer van Gods naam en het eeuwig heil van hun zielen.

Wat een wonder dan als we de zegen Gods in deze weg in onze eigen kinderen mogen zien. Wie werkelijk wijsheid van God ontvangen mag, zal zich daar niet op beroemen, maar ’s Heeren vrije gunst erkennen, die het hart vernanderde en deed vragen naar de Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Gods Woord en het gezin

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's