Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR Militairen ONZE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR Militairen ONZE

„TACT".

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„TACT".

Om een goed leider te zijn moet men over veel „tact" beschikken. Mist men deze gave of doet men geen moeite dit te verwerven dan zal het ons zeer moeilijk vallen anderen te leiden. Wat is dat eigenlijk „tact" te bezitten om anderen te leiden? Tact wil zeggen een gevoel te hebben voor wat passend is, wat in gegeven omstandigheden het best tot een goed resultaat veert zonder iemand te kwetsen of te benadelen. Tact is dus een deugd die niet in ons hoofd maar in ons hart zetelt. Het moet worden aangevoeld wat in sommige gevallen of omstandigheden de beste remedie is. Dat kan niet altijd alleen het verstand uitmaken.

Het verstandswerk is koel en berekend. Het gevoel komt uit het hart. Heb je geen gevoel voor je naaste clan mis je ook alle tact om hem te leiden. Een gevoelloos mens is koud en hardvochtig, kent geen medelijden en stelt zich op het standpunt van Kaïn „ben ik mijns broeders hoeder? "

Kaïn wil zeggen, wat heb ik met mijn broeder te maken, laat die op zich zelf passen. Wanneer je zo om je heen kijkt, dan zijn alle Kaïns nog niet dood hoor! Het leven van een mens moet bestaan uit God en zijn naasten te „dienen". Veelal is het juist omgekeerd. Wij willen onze naasten niet dienen maar we willen over onze naasten heersen. We zijn liever heersers dan dienaars. Ja, die boven ons gesteld zijn die willen we nog wel zo'n beetje dienen, niet omdat God die over ons gesteld heeft, maar veelal is dit een dienen om den brode. Maar dat bedoel ik niet. Ik bedoel het dienen van hen waarover wij gesteld zijn. Dus van onze minderen. Dat kunnen we alleen doen als wc van onze hoge standplaats afkomen. Jezus ging Zelf de voeten van de discipelen wassen en ons verstand zou zeggen, het moest juist omgekeerd zijn.

Leiden wil dus zeggen „dienen". Niet dus om het salaris maar om het „dienen" dat moet onze drijfveerzijn. En kijk jongens daar is nu veel tact voor nodig. Heeft ieder mens nu tact om anderen te leiden? Neen! Als je het niet bezit, kun je dat dan niet aanleren? Heel moeilijk, misschien wel helemaal niet. Dus je bezit volop tact of je bezit het niet? Dat zeg ik niet. Mijn ervaring is deze. Als een jonge leider de kiem van tact in zich heeft dan kan deze kiem onder goede leiding zich wel verder ontwikkelen, maar het gevoel voor wat passend is moet aanwezig zijn al is het ook in o zo'n geringe mate. Bezit men dat gevoel niet, dan is het ontzettend moeilijk om tact te beoefenen.

Ik ben werkzaam geweest aan een grote militaire school. De leerlingen van die scholen waren jongens met 4-jarige H.B.S. of daarmee gelijkgesteld onderwijs. Deze jongens moesten uit hoofde van hun genoten onderwijs, officier worden, dus leider. Om hen te bekwamen moesten ze oefenen met soldaten. Ik herinner mij nog het navolgende geval.

Een van mijn leerlingen gaf ik de opdracht om met 10 soldaten die voor herhalingsoefening onder de wapenen waren geroepen een mitrailleuroefening te behandelen. Hij was nog maar een klein poosje bezig toen ik op een afstand van hem ontwaarde dat hij in een hevig twistgesprek was gewikkeld met één van zijn manschappen. Het is niet mijn gewoonte direct in te grijpen omdat een mens die wil ler-en het meeste van zijn gemaakte fouten leert. Ik hield mij op enige afstand dus afzijdig maar ik hield wel een oogje in 't zeil. Het duurde niet lang of ik zag de jongen van achter de mitrailleur opspringen en met z'n handen diep in de zakken langzaam wegwandelen.

Toen was de tijd van ingrijpen voor mij aangebroken. Wat kon de oorzaak van dit alles toch zijn? Ik toog op onderzoek uit en al spoedig was me alles duidelijk. Niet de soldaat achter de mitrailleur was de directe oorzaak maar de sergeant-leerling. De persoon die achter de mitrailleur had gelegen was een vader van 2 kinderen en deze vader werd telkens door de leerlingvan 19 jaar aangesproken met „jochie." Hij had die leerling al een paar maal te verstaan gegeven dat hij niet een „jochie" was, maar een vader van 2 kinderen. Kijk jongens, dat was niet „tactisch". Die leerling had toen hij bemei'kte wie achter die mitrailleur lag dit woord niet voor de 2e maal mogen gebruiken. Hij kwetste hiermee zijn mindere. Dit gevoelde hij niet. Hij miste alle „tact" om met zijn mensen om te gaan. Deze leerling deed dit onbewust. Het was een keurige nette jongen en het was geenzins zijn bedoeling om die soldaat te prikkelen. Hij had die uitdrukking natuurlijk wel eens gehoord en paste die nu zelf zeer ontactisch toe. Wat een ander doet of zegt kunnen of mogen wij nog niet altijd doen of zeggen. Het komt er maar op aan wat en hoe we iets zeggen of doen.

Ik wil dit laatste met een voorbeeld verduidelijken.' Ik heb wel eens gehoord dat er in de onderwijzerswereld gesproken wordt van: „Vrije orde" en van „militaire orde." Of dit wetenschappelijk juist is weet ik niet maar die onderwijzers kunnen het soms zo leuk zeggen, dus laten we maar aannemen dat het juist is. Nu ken ik 2 mensen uit de onderwijswereld. Geen jochies hoor, neen mannen die vergrijsd zijn bij het onderwijs. Die ene is een man van „vrije orde" en die andere van „militaire orde". Ik heb ze beiden bezocht op school. Ik wil je van beiden iets vertellen. Eerst over de man van „de vrije orde". De school ging aan. De kinderen kwamen lachende en huppelende de klas in. Ze gingen in hun bank zitten en het was een vrolijkheid in de klas, totdat... hij 2 x in z'n handen klapte en uit was de pret. Hij ging achter z'n orgeltje zitten en plechtig werd een psalmvers gezongen. De school was begonnen.

De man van de „militaire orde" deed het anders. De kinderen werden netjes in 't gelid op het schoolplein opgesteld. Keurig werd naar binnen gemarcheerd en ieder kind ging netjes met de armen over elkaar in de bank zitten.

Had de eerste geen orde. Gewis en zeker. Hij heeft de klas een uur verlaten maar alle kinderen zaten ijverig te werken.

Had de tweede meer orde. Geen sprake van. Waarom deed de tweede het dan niet als de eerste. Omdat hij dat zo niet kon; en de eerste kon het niet zo de tweede ' het deed. Laten we toch nooit elkaar na-apen. Zo de een het doet, zo kan de ander het nog niet. We kunnen zeer veel van elkaar leren maar het klakkeloos nadoen werkt heel dikwijls het omgekeerde uit. De geest ontbreekt dan. Het wordt dan weer te veel verstandswerk. Daar zit geen warmte in. Toen ik mijn loopbaan begon, dacht ik er heel wat van te maken, maar hoe ouder ik word, des te meer kom ik tot de ontdekking dat ik er nog maar een heel klein beetje van weet. Daar is geen mens gelijk aan de andere, iedere omstandigheid is anders en zelf zijn we ook niet altijd diegene die we gister waren.

Jonge leiders die dit lezen, je hebt een mooi beroep, je draagt een grote verantwoordelijkheid, want eenmaal zal een ieder rekenschap moeten geven hoe hij zijn naasten heeft geleid. De Heere schenke ons allen een behoeftig hart om Hem maar in alles nodig te hebben.

Mot hartelijke groeten,

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1950

Daniel | 12 Pagina's

VOOR Militairen ONZE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1950

Daniel | 12 Pagina's