Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de Heilige Doop (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de Heilige Doop (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Doop is dus een merk- en veldteken, waardoor de ontvangers onderscheiden zijn van de heidenen en de wereldling, om als een afgezonderde de levende God te dienen. Ook zegt de Ned. Gel. Belijdenis in art. 34, dat de Doop ons dient tot een getuigenis, dat Hij in eeuwigheid onze God zal zijn, ons zijnde een genadig Vader. De Belijdenis betuigt hiermee, dat de Doop geen ledige instelling, geen dorre leerstelling, geen blote kerkvorm of plechtigheid is. De Doop is niet alleen een merk- en veldteken, maar ook een zegel van Gods beloften, tot troost voor al Gods ware volk. In de Doop wordt verzegeld het onwrikbaar, onveranderd Verbond des Heeren, dat God Zijn Kerk nimmer meer zal verlaten en begeven; dat Christus de Alpha en de Omega, de Eerste en de Laatste zal zijn, en Zijn werk voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus. In Christus' bloed en verworven gerechtigheid, in Hem die door Zijn lijdelijke gerechtigheid de straf gedragen heeft en door Zijn dadelijke gerechtigheid de wet volbracht heeft, spreekt God de Vader een doemwaardige zondaar, beladen met erf- en dadelijke zonden, vrij van schuld en straf en geeft hem een recht ten eeuwigen leven. God de Vader wil in Christus Zijn vriendelijk aangezicht in gunst over zo een zondaar laten lichten. Buiten Christus is God een verterend vuur en eeuwige gloed, voor Wie niemand kan bestaan. Maar in Christus is Hij een barmhartig God en Vader. De Doop zelf kan deze troost niet schenken, maar wel de verborgen genadekracht van de Heilige Geest, waardoor een verborgen geloofsgemeenschap wordt gewerkt met Christus. Het is de Heilige Geest, Die de weldaden, door Christus verworven, toepast in de harten van Zijn volk. Het doet schuld en zonde kennen, doemwaardigheid en een bukken voor Gods recht. Een goddelijke toerekening van des Heeren zijde gaat vooraf in het uur des welbehagens, en een gelovig aannemen van de zijde van de zondaar door Gods Geest gewerkt, doet Christus en Zijn gerechtigheid aangrijpen. Het is om Christus' wil, dat Zijn volk zal leven en de Vader het hemels pardon komt uit te spreken in hun hart. Door het geloof ingeplant iii Christus, leven zij uit Hem als hun onzichtbaar Hoofd, en delen zij in de weldaden des Verbonds, nl. rechtvaardigmaking en heiligmaking. En dit alles wordt verzegeld in de Doop, tot troost van Zijn volk en tot een gedurige opscherping der liefde om alleen alles in Hem te zoeken, en uit Hem te leven in de dagelijkse afsterving van de oude mens en in de opstanding van de nieuwe mens. Om Gode tot eer te leven, om de wereld en de uit- en inwendige zonden af te sterven, om gedurig van eigengerechtigheden'af te zien en zich door het geloof op Christus te verlaten en ook Zijn Beeld gelijkvormig te worden door in Zijn voetstappen te wandelen, achter Hem aangaande in zelfverloochening en vernedering des harten.

Het Doopformulier zegt ervan: „Want als wij gedoopt worden in de Naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt, en daarom van alle goed ons verzorgen, en alle kwaad van ons weren of ten onzen beste keren wil. En als wij in de Naam des Zoons gedoopt worden, zo verzegelt ons de Zoon, dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden, ons in de gemeenschap Zijns doods en Zijner wederopstanding inlijvende, alzo dat wij van al onze zonden bevrijd, en rechtvaardig voor God gerekend worden. Desgelijks als wij gedoopt worden in de Naam des Heiligen Geestes, zo verzekert ons de Heilige Geest door dit heilige sacrament, dat Hij in ons wonen, en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toeëigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk de afwassing onzer zonden, en de dagelijkse vernieuwing onzes levens, totdat wij eindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven - onbevlekt zullen gesteld worden. Ten derde, overmits in alle verbonden twee delen begrepen zijn, zo worden wij ook weder van God door de Doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk, dat wij deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, aanhangen, betrouwen en liefhebben van ganser harte, van ganser ziele, van gansen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw godzalig leven wandelen. En als wij somtijds uit zwakheid in zonden vallen, zo moeten wij aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde blijven liggen, overmits de Doop een zegel en ontwijfelbaar getuigenis is, dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben."

Wordt echter de inplanting des geloofs gemist, dan wordt alles gemist, dan liggen we onder de vloek van een verbroken werkverbond, ofschoon we het Doopzegel op het voorhoofd hebben ontvangen. Die de inplanting des geloofs mist, mist de zaligmakende genade van het Verbond der Genade, alhoewel hij onder de bediening des Verbonds levende, in een uiterlijke betrekking tot het Verbond der genade staat. Het zal niet baten, al koesteren we ons met een ingebeelde vrede, al veronderstellen we, dat we bij onze geboorte al wederomgeboren zijn, al rusten we op de uiterlijke doopbediening, al dragen we het uiterlijke teken aan ons voorhoofd. Niet elke gedoopte deelt in de eeuwige zegeningen des Verbonds, waarvan de Belijdenis spreekt. Alleen zij voor wie de Doop een troostrijk getuigenis geworden is, door de krachtdadige, onwederstandelijke werking van de Heilige Geest, gaat er een sprake uit van troost en bemoediging door de laag afdalende liefde des Vaders tot Zijn kinderen.

Maar wie Hem wederstaat en blijft leven in de verharding des harten zal het eenmaal zijn met een gedoopt voorhoofd, wat de Heere Christus Zelf zeide, nl. dat het Tyrus en Sidon verdraaglijker zal zijn in de dag des oordeels. Daarom: Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhard uw hart niet!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1974

De Saambinder | 4 Pagina's

Van de Heilige Doop (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1974

De Saambinder | 4 Pagina's