Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR ONZE Milittairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR ONZE Milittairen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IMMUNISATIE EN VERLOF.

Uit mijn vorige artikelen weet je dat immunisatie een ander woord is voor inenting. Over deze zaak is weer een belangrijke Legerorder verschenen. Ik vind deze legerorder zo belangrijk dat ik het wenselijk en nuttig acht dat deze in zijn geheel in ons blad wordt opgenomen. Hier volgt de legerorder.

Het is L.O. 1953 no. 364 en luidt als volgt:

Immunisatie militairen.

Naar aanleiding van het gestelde in de ministeriële kennisgeving van 10 Sept. 1953, Directoraat-Generaal, Afd. B. 7, nr. 83893 — houdende publicatie van de Wet immunisatie militairen (hierna te noemen: de Wet) in de Landmacht-en Luchtmachtorders 1953 nr. 280 L-Lu — wordt het volgende ter kennis gebracht.

la. De militair, die bezwaren heeft als bedoeld in art. 5 of art. 6 der Wet, is bevoegd zich met zijn verzoekschrift rechtstreeks tot de Minister van Oorlog te wenden. Van zodanige indiening wordt door dezerzijdse zorg kennis gegeven aan de compagniescommandant of overeenkomstige commandant van betrokkene.

b. liet belang van de militair als hiervoor bedoeld, brengt mede, dat hij eveneens zijn verzoekschrift kan indienen bij zijn compagniescommandant of overeenkomstige commandant. In zodanig geval draagt deze autoriteit terstond zorg voor rechtstreekse doorzending aan de Minister van Oorlog.

2. In het geval dat degene, die de ouderlijke macht of de voogdij over de minderjarige militair uitoefent, zich met een verzoekschrift, houdende gewetensdan wel geneeskundige bezwaren, als bedoeld in de Wet, tot de Minister van Oorlog heeft gewend, wordt door dezerzijdse zorg de compagniescommandant of overeenkomstige commandant van betrokkene van dit feit in kennis gesteld.

3. Indien tijdige indiening van een verzoekschrift, houdende bezwaren als bedoeld in art. 5 dan wel art. 6 der Wet, niet mogelijk bleek, kan de militair deze bezwaren alsnog op de voor hem vastgestelde datum van immunisatie mondeling naar voren brengen, hetzij bij zijn compagniescommandant of overeenkomstige commandant, hetzij bij de desbetreffende officier van gezondheid. Genoemde bezwaren worden alsdan echter binnen 72 uur nadien neergelegd in een verzoekschrift als aangegeven in de Wet en rechtstreeks bij de hiervorengenoemde commandant ingediend. Deze autoriteit draagt wederom terstond zorg voor rechtstreekse doorzending aan de Minister van Oorlog.

Bij overschrijding van genoemde termijn zullen de mondeling naar voren gebrachte bezwaren — behoudens geldige verhindering — als vervallen worden beschouwd.

4. De betrokken commandanten, dan wel in voorkomend geval de desbetreffende officieren van gezondheid, worden gewezen op het bepaalde in de laatste leden van de artikelen 5 en 6 der Wet. Gewetensbezwaren ontleend aan godsdienstige overtuiging en bezwaren van medische aard, ingediend dan wel naar voren gebracht op de wijze als hiervoor aangegeven onder 1, 2 en 3, hebben derhalve ten aanzien van de immunisatie van de desbetreffende militair, opschortende werking.

Tot zover de zeer belangrijke legerorder over de inenting van militairen.

Alvorens deze legerorder te bespreken wil ik jullie ook eerst nog geven de legerorder over terugkeer van verlof of bewegingsvrijheid.

Deze luidt als volgt:

Terugkeer van verlof of bewegingsvrijheid.

Aangezien gebleken is, dat er verschil van opvattingbestaat ten aanzien van het tijdstip waarop militairen, die verlof of bewegingsvrijheid hebben genoten, bij hun onderdeel behoren te zijn teruggekeerd, wordt het volgende ter kennis van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht gebracht.

Tenzij de geldende bepalingen een ander tijdstip van terugkeer van verlof of van bewegingsvrijheid vereisen, resp. toestaan, vindt de terugkeer plaats op de laatste dag van het verlof of van de bewegingsvrijheid omstreeks 24.00 uur; bovendien kan aan militairen, die daartoe in de mogelijkheid verkeren, toestemming worden verleend tot terugkeer op de daaropvolgende dagop een zodanig tijdstip dat zij, in de vereiste tenue gekleed aanwezig zijn bij de aanvang van de morgendienst (zie ook g 12 pt 4 van bijlage B Voorlopig R.I.D.K.L.; L.O. 1951 no. 108).

Tot zover de Legerorder. Deze is genummerd 1953 no. 358. L.O.

Twee belangrijke legerorders. Ik zou zeggen jongens, bewaar ze toch goed. Menigmaal krijg ik vragen over aangelegenheden die in „Daniël" duidelijk en uitvoerig zijn behandeld. Het gaat niet om elke week deze onderwerpen opnieuw te behandelen.

In het volgende nummer van „Daniël" hoop ik deze beide legerorders D.V. uitvoerig te behandelen.

KRIJGSMAN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's

VOOR ONZE Milittairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's