Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De missie van Woord en Daad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De missie van Woord en Daad

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schepping zucht, wereldwijd. Voor de christen is het een teken van Christus' naderende wederkomst. Tegelijk weet hij zich geroepen tot dienstbetoon, dichtbij en ver weg. Vanuit de Nederlandse gereformeerde gezindte strekt Woord en Daad al ruim twintig jaar de helpende hand uit naar het Zuiden. Ook het geld dat Terdegelezers momenteel bijeenbrengen voor een school in het Ethiopische Dessie wordt via deze stichting besteed. Een slotinterview met voorzitter ds. M.A. van den Berg en directeur ir. J. Lock over de verhouding tussen nood- en ontwikkelingshulp en kerkelijk en particulier diaconaat.

Onafhankelijk van elkaar kwamen in 1973 drie christelijke hulporganisaties tot stand. Binnen de evangelische wereld werd Tear Fund geboren. In gereformeerd-vrijgemaakte kring ZOA, naar aanleiding van de drama's die zich afspeelden onder Vietnamese bootvluchtelingen. De gereformeerde gezindte kreeg Woord en Daad. Ruim twintig jaar later hebben alle drie hun bestaansrecht bewezen. De onervaren stichtingen zijn uitgegroeid tot professionele organisaties, waarin tientallen miljoenen guldens omgaan. Woord en Daad werd vooral bekend door de financiële adoptie van kinderen in de Derde Wereld. Sponsors uit de achterban staan financieel garant voor de opvoeding en scholing van kinderen in het Zuiden, met wie ze een min of meer emotionele binding hebben. Op deze wijze wordt aan meer dan 20.000 voorheen kansloze kinderen toekomst geboden.

Overlegplatform
De hulpverlening in Ethiopië verloopt via de organisaties Good Shepherd en Hope Enterprises. De laatste organisatie is onder meer verantwoordelijk voor de christelijke school in Dessie, die vier jaar geleden met geld van Terdegelezers werd gebouwd. Toen als project van ZOA-Vluchtelingenzorg. Op verzoek van ZOA is de structurele ondersteuning van de school overgenomen door Woord en Daad. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat de verschillende doelstelling van de twee hulporganisaties tot overname van een project leidde. Lock wil het geen doorbraak noemen. „We hebben regelmatig contact met elkaar binnen het Overlegorgaan Christelijke Hulpverleningsorganisaties in Nederland. ZOA richt zich op noodhulp aan vluchtelingen en ontheemden. Op het moment dat die teruggaan naar hun eigen gebied, of zich elders gaan vestigen, kom je in een situatie waarin structurele hulp gewenst is. Het lange-termijnwerk. Dat valt buiten de doelstelling van ZOA. Omgekeerd begeven wij ons niet op hun terrein. Toen we uit onze achterban het verzoek kregen iets in Roeanda te doen, hebben we deze mensen naar ZOA verwezen. De situatie is daar nog zo explosief, dat er voor ons type werk nauwelijks een basis is."

Onderscheid
De grens tussen nood- en ontwikkelingshulp is niet altijd zo duidelijk te trekken. In een groeiend aantal landen is sprake van structurele chaos. Een sprekend voorbeeld is Haïti. In de jaren dat Woord en Daad daar hulp verleent, via de zusterorganisatie Parole et Action, is de politieke en economische situatie alleen maar verslechterd. „Wat we proberen, is de achteruitgang te vertragen. Strikt genomen kun je dat geen ontwikkelingshulp noemen." Toch blijft ds. M.A. van den Berg, hervormd predikant te Groot-Ammers en voorzitter van Woord en Daad, de onderscheiding zinvol vinden. „In de uitvoering van het werk is het verschil soms niet zo groot, maar de organisatie is totaal anders. Noodhulp betekent dat je direct ergens in moet kunnen stappen. Om die reden heeft ZOA ook eigen steunpunten in verschillende delen van de wereld. Zo'n organisatie moet indien nodig in een rampgebied meteen een eigen apparaat op kunnen zetten. Daartegenover werkt Woord en Daad samen met zelfstandige overzeese partners. In principe zijn dat langdurige contacten, vanwege het structurele karakter van ons werk. Noodhulp bieden we alleen wanneer we die kunnen realiseren via een partnerorganisatie die ook op dat gebied ervaring heeft."

Kritiek
Inmiddels werkt de Gorinchemse stichting samen met 33 organisaties in zestien landen. Deels vanuit de behoefte aan risicospreiding. Daarnaast is er volgens Lock een educatief oogpunt. „Voor onze achterban zijn wij het bekendste kanaal richting de Derde Wereld. Door in verscheidene landen te werken, geef je mensen ook een beeld van de verschillen in armoede en problematiek. De situatie in Haïti is totaal anders dan die in India." Bewust richt Woord en Daad zich uitsluitend op de concrete hulpverlening en niet op de verandering van politieke structuren in landen waar wordt gewerkt. Ook binnen de eigen achterban is daar wel kritiek op uitgeoefend. Het zou getuigen van kortzichtigheid. Lock vindt die kritiek niet reëel. „We zijn met zestien miljoen gulden per jaar heel blij, maar binnen het geheel van ontwikkelingssamenwerking ben je met zo'n budget een sphnter. Dan moet je je eigen mogelijkheden niet overschatten. We zijn zo nuchter en realistisch om ons op het micro-niveau te richten. Daar ligt onze kracht. Het opzetten van projecten op het platteland, steun aan ziekenhuisjes, financiële adoptie van kinderen. Wanneer we als stichting pretenderen iets op macro-niveau te betekenen, houden we onszelf en de achterban voor de gek. Wel kan dat wat op micro-niveau gebeurt een uitstraling hebben naar het macro-niveau."

Bijbelgetrouw
Aan de partnerorganisaties van Woord en Daad worden eisen gesteld op het gebied van management, administratie, financiële controle en kwaliteit van hulpverlening. Bij werkbezoeken wordt gecontroleerd of de overeengekomen voorwaarden zijn nageleefd. Hèt inhoudelijke criterium is dat een organisatie bijbelgetrouw moet zijn. Waarbij het volgens ds. Van den Berg niet zo eenvoudig is om de Nederlandse maatlat te hanteren. „Wij zijn hier heel erg op de doctrina gericht en kunnen precies aangeven bij welke theologische stroming een persoon, een kerk of een organisatie hoort. In het Zuiden is dat vaak minder eenvoudig. Je ontmoet daar nogal wat mensen, vanuit verschillende kerkelijke tradities, die heel basaal met het Woord van God in een samenleving staan waar voorheen geen kerkelijke presentie was. De herkenning spitst zich dan vooral toe op het punt van de Schriftgetrouwheid. Binnen eigen land heb je te maken met een kerkelijke traditie die je niet zomaar van tafel kunt schuiven. Maar evenmin kun je die in een totaal andere context tot norm verheffen. Wel brengen we onze gereformeerde overtuiging heel duidelijk naar voren. Onze ervaring is dat je daardoor zeker een positieve invloed kunt hebben op het theologisch denken van mensen. Dat is vaak amper ontwikkeld."

Geen tegenstelling
De Nederlandse kerken beoordelen particuHere hulporganisaties als Woord en Daad wat ambivalent. Enerzijds is er waardering voor het werk. Aan de andere kant leeft met name bij de kerkelijke top sterk de overtuiging dat dit soort hulp eigenlijk via de kerk dient te worden verleend. Een visie die de laatste tijd weer met elan wordt uitgedragen. In hervormd-gereformeerde kring voerde drs. H. van 't Veld via "De Waarheidsvriend" een pleidooi voor het kerkelijk diaconaat. Recent werd hetzelfde bepleit in het blad Diakonia. Ook binnen de Gereformeerde Gemeenten klinkt regelmatig de oproep nood- en ontwikkelingshulp te verlenen via het eigen kerkelijke kanaal: het deputaatschap Bijzondere Noden. Bij de gemiddelde kerkganger leeft dit gevoelen minder. Die lijkt meer waarde te hechten aan de kwaliteit van de hulpverlening dan aan het karakter ervan. Ds. Van den Berg wil niet denken vanuit een tegenstelling. „Ons werk bedoelt niets ten nadele van de diaconale roeping van de gemeente. Uiteraard niet. We zien de ambtelijke functie van het diaconaat wel degelijk. Maar daarnaast moet er ruimte zijn voor persoonlijk en interkerkelijk initiatief van mensen die iets willen doen aan de nood in de wereld. Ook dat zie ik als een legitieme vrucht van diaconaal bewustzijn. In een discussie over dit onderwerp heb ik eens de stelling gelanceerd dat het diaconaat al bestond voor er diakenen waren. Het is niet zo dat zij het werk voor de gemeente zijn gaan doen, maar dat ze het voordoen. In de hoop dat de gemeente volgt, daartoe opgewekt door de prediking, om ook metterdaad te getuigen van de barmhartigheid van Christus.

Relaties
Het werk van Woord en Daad steunt voor Lock op het ambt aller gelovigen, terwijl kerkelijk gebonden hulpverlening op het niveau van gekozen ambtsdragers verloopt. Dat moet dan wel consequent gebeuren. In een artikel in het Reformatorisch Dagblad stelde hij dat alleen van kerkelijke hulpverlening kan worden gesproken wanneer het geld ook wordt besteed via de kerkelijke weg. Nu komt het voor dat kerkelijke diaconale gelden worden uitgegeven via particuliere organisaties. Een omweg die, afgezien van de administratieve rompslomp, niets toevoegt. Als het aan de directeur van Woord en Daad ligt, verloopt de buitenlandse besteding van kerkelijke diaconale gelden via kerken waarmee relaties worden onderhouden. De velden die dan overblijven kunnen worden opgevuld door particuliere hulporganisaties. „In de Derde Wereld kom je kerken niet altijd kant en klaar tegen. Daarnaast zijn er in het Zuiden nogal wat grote kerken met een corrupte top. Dat brengt individuele kerkleden er soms toe om op het grondvlak initiatieven te ontplooien, die dan worden ondergebracht in een particuliere organisatie. Veelal interkerkelijk van aard. Dat is het type organisatie waarmee wij samenwerken. Het verschil ligt dus niet zozeer in de werkwijze, maar in het karakter van de relaties."

Woordmissie
Voor de achterban van Woord en Daad springt de materiële hulpverlening het meest in het oog. Wat niet betekent dat de eerste helft van de naam van de stichting geen inhoud heeft. Op de door Woord en Daad gesteunde scholen wordt per definitie christelijk onderwijs gegeven. Daarnaast ontvangen alle geadopteerde kinderen een Bijbel. Een aantal partnerorganisaties houdt zich zelfs primair met evangelieverkondiging bezig, weet ds. Van den Berg. „In de praktijk van dat werk werden ze geconfronteerd met allerlei vormen van sociale en maatschappelijke nood. Wij stellen hen in staat om ook op dat gebied iets te doen. Daarmee sluiten we aan bij hun Woordmissie."

Theologische training
Nog een stap verder gaat de daadwerkelijke ondersteuning van theologische opleidingen. Zo werd dr. CA. Tukker door bemiddeling van Woord en Daad benoemd tot dekaan van de voortgezette theologische opleiding van het Hindoestan Bible Institute in Madras. De hervormde wetenschapper zette voor deze opleiding zelfs het onderwijsprogramma op. De daaraan verbonden kosten nam Woord en Daad voor haar rekening. „We zitten daarmee op de grens van ons werkveld als particuliere organisatie", erkent ds. Van den Berg. „Maar zeker niet erover. Het gaat om een opleiding die niet aan een bepaalde kerk is gebonden. Waarom zou je wel het bijbels onderwijs aan lagere-schoolkinderen mogen ondersteunen, maar niet een instituut dat een gedegen theologische training biedt? Ik heb niet de indruk dat we ons daarmee bezondigen." Ook door de vriendschappelijke contacten is er inhoudelijke beïnvloeding. Gesprekken tussen bestuursleden van Woord en Daad en vertegenwoordigers van partnerorganisaties in India hebben ertoe geleid dat enkele Indiase voorgangers nu deelnemen aan de calvinistische predikantenconferenties in Leicester. „Dat heeft vanzelfsprekend weer een uitstraling binnen hun eigen omgeving en naar hun eigen prediking. Wat we aan rijkdom in onze traditie hebben ontvangen, proberen we op deze wijze over te dragen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 1996

Terdege | 71 Pagina's

De missie van Woord en Daad

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 1996

Terdege | 71 Pagina's