Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit Amerika

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Grand Rapids, 22 October 1951 

Geachte vrienden, 

Ditmaal wens ik voor degenen, die er belang in stellen, I nog iets mede te delen over de arbeid in Canada, en 1 inzonderheid de provincie Ontario. Verschillende families hebben daar betrekkingen, en het is vanzelfsprekend, dat men er zich voor interesseert. Ook in Canada, tenmiinste in de provincie waar een deel van mijn arbeidsveld ligt, is er jaarlijks een dankdag. Die ; wordt daar gehouden elk jaar, de tweede Maandag van ; October. Op zulk een dag ligt veel van het verkeer stil;  ook verschillende Canadese treinen rijden dan niet. Ik had wel graag die dag voor de emigranten voorgegaan, maar het was reeds vastgesteld, enige weken tevoren, ' dat wij juist de tweede Zondag van October in Ontario zouden zijn, wanneer de Heere ons het leven en de m gezondheid geven zou. Aanvankelijk was het voornemen Vrijdag 12 October dan daar ook voor te gaan,  om met de gemeente aldaar de weldadigheden des Heeren te gedenken. Dochde mens overdenkt zijn weg en de Heere 'bestiert zijn gangen. Plotseling, de Woensdag daarvoor, werd er een lid van onze gemeente door de dood weggenomen. Op de straat stierf hij aan een hartverlamming, zodat, met het oog op de begrafenis, het gaan naar Ontario een dag verzet moest worden. Even na middernacht ben ik toen Vrijdags met de trein naar Canada gegaan, en was daar Zaterdagsmiddags ongeveer 12 uur. Diezelfde middag heb ik toen om 2 uur in de kerk te Ottersville twee huwelijken voltrokken en bevestigd. Het heeft veel moeite gekost om daarvoor toestemming te krijgen; volgens de wet hebben alleen leraars., wonende in Canada, m'aar recht om te trouwen. We hadden er veel over gecorrespondeerd en opgebeld naar het Departement in de hoofdstad van de provincie Ontario, doch we kwamen maar niet 'verder. Eindelijk heb ik de reis maar gemaakt naar Toronto, en na een onderhoud op dat Departement werd mij toestemming verleend. Het was een reis van ongeveer 1000 mijl heen en terug. Ik heb nu een tijdelijk permit gekregen voor zes maanden. Toch heeft de Heere weer betoond dat Hij alle harten in Zijn hand heeft, zodat wij nu vrijheid hebben om onze mensen in Ontario te trouwen. Ik heb het dadelijk aan de andere leraars in het Westen bericht, opdat ook zij een „permit" mogen krijgen voor de provincies Alberta en British Columbia, omdat wij ook in deze alle machten onderworpen zijn. Het was nu voor de tweede maal dat ik in de jaren, dat ik hier ben, een huwelijk bevestigde ; in de Hollandse taal. Reeds vijftig huwelijken mocht ik | hier voltrekken, maar het is altijd in het Engels. Het j was dus nu weer ongewoon om het formulier in het Hollands te lezen, en ook de trouwpreek in onze eigen taal te doen. Vanzelf dat blijft altijd weer gemakkelijker, daar het in het Engels steeds meer voorbereiding eist. 's Zondags heb ik voor het eerst het Heilig Avondmaal bediend in de gemeente van Ottersville, en heb die dag driemaal gepreekt; ook 's Maandagsavonds nog in St Catharines, en Dinsdagsavonds weer in Ottersville. Na de laatste dienst hebben we nog ledenvergadering gehad, waar ook nog de mogelijkheid besproken is om op een derde plaats in Ontario te vergaderen, 't Was juist drie jaar geleden dat ik voor het eerst in die provincie gepreekt had, voor een dertig mensen, en nu komt het kerkje, dat 150 zitplaatsen telt, bijna helemaal vol In St Catharines waren er ongeveer 70 mensen. Ook heb ik in de eerste gemeente nog mensen ontmoet uit mijn geboorteplaats^ die wel tot een andere kerk behoorden, doch die ook Zondag en Dinsdag daar ter kerk kwamen. Zondagmiddag deden er nog zes jonge mensen openbare belijdenis, waaronder er één die ik 19 jaar geleden nog gedoopt had in Alblasserdam. Ik heb er werkelijk met genoegen enkele dagen mogen doorbrengen, vooral wanneer de Heere Zijn Woord nog opent, en nog iets doet ondervinden van de kracht en van de zoetigheid van dat eeuwig getuigenis. De waarheid zegt: Werpt uw brood uit op het water, en gij zult het vinden na vele dagen. Wij moeten zo vaak leeg en onder strijd over de wereld gaan, maar de Heere gaf mij nog'een weinig moed en hoop dat het tóch niet alles vruchteloos zijn zal. Het is nog zulk een groot wonder, dat de Heere nog een tafel aanricht in de woestijn, en dat Hij temidden van alle duisternis nog een klein lichtstraaltje geeft. Zijn Naam zal toch voortgeplant worden van kind tot kind en van geslacht tot geslacht. Christus zal nooit zonder onderdanen zijn. Hij zal heersen eeuwiglijk en altoos, en.... Hij heeft gezegd: Ik ken de Mijnen, en word van de Mijnen gekend. O volk des Heeren, soms denken wij wel eens, gelijk een van Gods kinderen het dezer dagen nog aan mij schreef: dat wij uit het harte vergeten zijn als een dode. Wat zijn de geestelijke verlatingen soms groot, en dan.... als een eenzame mus op het dak. Rijken en armen ontmoeten elkander, maar kunnen niet met elkander leven en wandelen. Wat Heman klaagde in Psalm 88: Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan en mijn bekenden zijn in duisternis, heeft Christus volkomen ingeleefd en doorleefd. Hij is van God verlaten geweest, opdat verlaters van God weer tot God gebracht en nimmermeer van Hem verlaten zullen worden. In werkelijkheid verlaat God de Zijnen nooit. Zijn liefde is onveranderlijk, en in Zijn getrouwheid zal Hij niet feilen. En wanneer wij dan eens gevoelen mogen, gelijk Ledeboer eens schreef in zijn practicale brieven, niet meer waard zijn van God of mensen gegroet te worden, wat wordt het dan een wonder dat God nog aan ons denkt, dat Hij ons adres kent, en volmaakt onze noden kent, maar ons ook nog wil bezoeken, toespreekt, verkwikt, moed geeft, en liefelijk vertroost. Ik moet weer eindigen met de pen, niet met mijn hart. Allen van harte gegroet. De Heere in alles bevolen. Uw vriend en oud-leraar

Ds Lamain

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1952

De Saambinder | 4 Pagina's

Brieven uit Amerika

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1952

De Saambinder | 4 Pagina's