Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Refo ency?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Refo ency?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze tijd, waarin iedereen eraan gewend raakt zich in afkortingen uit te drukken, kan ik het maken, denk ik, de afkorting "Refo ency?" boven deze "Beurtelings" te plaatsen. Ik bedoel met die kop te zeggen: Zou het geen tijd worden dat er een soort Reformatorische Encyclopedie tot stand komt? Wat wij als reformatorische gezindte allemaal al wel hebben, is zo dikwijls en uitputtend opgesomd dat ik dat niet meer hoef te doen. Maar welke soort encyclopedie moet ons soort mensen gebruiken? Wie de christelijke van Kok Kampen bezit of die zonder veel moeite kan raadplegen is al een heel eind, maar zal toch af en toe misgrijpen, zeker als het om persoonsnamen gaat. Tukker, W.L., Vergunst, A., Strengholt, L., Marchie van Voorthuysen, E. du, om maar een paar namen te noemen, zal men niet aantreffen. Uit het feit dat ik het woord student(e) gebruik kunnen mijn lezers opmaken dat ik jeugdige refo's op het oog heb; refo's die genoemde personen niet meer bij hun leven gekend hebben, maar er in hun studie of bij hun persoonlijke oriëntatie toch op stuiten. Maar er is meer.

Leesdienst
Van de meer dan zestig jaar dat ik kerkganger ben, heb ik er zo ongeveer veertig onder de leesdienst doorgebracht. Een tijdlang was dat onder een ouderling die alle schrijvers van wie hij preken las het predikaat "vader" meegaf. Op de een of andere manier zei je dat wat. Kwam je die namen niet tegen in Kok, dan toch in de voetnoten van studies over de Vaderlandse Kerkgeschiedenis.
Toen ik kind was, was de situatie heel anders. Mijn ouders kerkten toen in een gemeente waar de naam van de auteur niet werd genoemd. Maar dat was geen probleem, want op weg naar huis zei mijn vader tegen mij: „Dat was Floortje, dat kon je toch wel horen zeker?" En de volgende week: „Dat was Philpot". Spelenderwijs raakte je zo thuis in de prekenboekenwereld.

Geheim
Op rijpere leeftijd kwam ik in een gemeente waar de naam van de desbetreffende predikant geheim gehouden moest worden. Boze tongen beweerden dat bepaalde lidmaten aan de predikanten van het verband verklapten van wier er bij ons preken werden gelezen. En dat zou wel eens een schrobbering kunnen opleveren voor de ouderling van dienst. Nog zwerven in de boekenkast van de consistoriekamer de dunne katerntjes rond waarin, hoe ik ook tuur, ten gevolge van balpen- of stiftstrepen niet meer valt uit te maken of er nu Schipaanboord, Heerschap, Rietdijk of Rijksen heeft gestaan. Maar ook die fase is voorbij.
Maar een ander probleem doet zich voor. Ik zie nu op de man achter de kanselbijbel ogen gericht die behoren bij jongelui die geen flauwe notie hebben van het verschil tussen G.H. enJ.W. Kersten, laat staan tussen R sr., R jr. en A.E Honkoop. Trouwens, wat zeggen ook veel vaders en moeders namen als Detmar, Fransen, Cooman, Remme, Schotel, A.RA. du Cloux, M. Baan, W. van Leeuwen, W. Romaine, Christmas Evans?

Tijdskader
Wat moeten de mensen met alleen maar al die namen beginnen? Wat voor man zit achter die naam? In welke tijd leefde hij? Wat bedoelt hij? Hoe beleefde hij de gebeurtenissen van zijn tijd? Natuurlijk, ook al zouden ze een biografisch woordenboek kunnen opslaan, dan nog is zegen op de gehoorde preek niet verzekerd. Maar we zijn allemaal gewone mensen en 't is toch best een prettige verrassing om, als we een preek hebben gehoord van ene T. Dorresteyn, thuisgekomen te ontdekken dat er een onderhoudend artikel, compleet met aardige foto's, over deze man staat in "Predikanten en Oefenaars", deel I. Meteen wordt ons dan duidelijk in welk tijdskader we de preek moeten plaatsen. Met het noemen van "Predikanten en Oefenaars" bedoel ik tegelijk te zeggen: het begin is er al. Heel mooi luidt de ondertitel van dat werk: "Biografisch Woordenboek van de Kleine Kerkgeschiedenis." Het is naar mijn inzicht een begin, een poging. De reden die de redactie van dat werk opgeeft voor de begrenzing tot de "kleine" kerkgeschiedenis is zeer plausibel. Maar toch... waar is de uitgever die de vleugels verder durft uitslaan? Natuurlijk behoeft wat gebeurd is niet opnieuw te worden gedaan. In mijn simpele gedachtengang wordt in een reformatorische encyclopedie of dito biografisch woordenboek verwezen naar betrouwbare bestaande werken. Maar er verschijnt nu eenmaal voortdurend heel veel waardevols dat toch verloren dreigt te gaan. Ik doel dan op de nooit aflatende stroom van artikelen in krant, periodiek en kerkblad. Het zou erg jammer zijn als al die noeste arbeid verloren zou gaan doordat zij niet toegankelijk is. Wij leven in het informatietijdperk. Hoe nodig is het om juist het waardevolle uit de info-oceaan op te vissen en te behouden. Als ik het artikel "Oude wijn in nieuwe zakken" van S.M. de Bruyn in het Ref Dagblad van 29 juni 1996 lees, dan begrijp ik daar niet veel van, maar twee dingen zijn me duidelijk! 1: Wij hebben deskundigheid op mediagebied genoeg in huis. 2: Moderne vindingen kunnen ons ten dienste staan bij het bewaren van het ons toebetrouwde pand.

Overjarig koren
Om namen die voor verwerking in aanmerking komen, behoeven we niet verlegen te zijn. Die zijn royaal voorhanden. Als ik vanachter mijn schrijftafel om me heen kijk, dan zie ik dezelfde registers staan als die de redactie van "Predikanten en Oefenaars" gebruikt heeft. En op de kaftjes van mijn deeltjes van "Overjarig Koren" talloze namen die in het reformatorische standaardwerk een plaats zouden moeten krijgen.
Natuurlijk zullen er opnieuw grenzen getrokken moeten worden. De redactie van "Predikanten en Oefenaars" heeft daarvoor een prachtige formule gevonden. Hoe dat in het door mij gedroomde werk zou moeten, staat mij niet voor ogen, maar ongetwijfeld zijn er schrandere koppen die wel een oplossing voor dat probleem kunnen bedenken.
Wàt moet je van de opgenomen personen zeggen? Dat hangt een beetje af van degene die hem (of haar) beschrijft. Ook dat is in "Predikanten en Oefenaars" met succes beoefend. Er ligt, kortom, voor ons nog een rijke oogst op binnenhalen te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1996

Terdege | 95 Pagina's

Refo ency?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1996

Terdege | 95 Pagina's