Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kleding

Is er bij ons ook het een en ander veranderd? Die vraag hebben we aan de orde gesteld, gezien de grote veranderingen in de Nederlandse samenleving in de laatste 45 jaar. Hierover nadenkend, kwamen we op het begrip "wereldgelijkvormigheid". Wie hierover begint, kan afwerende reacties verwachten, zo in de geest van: dat zijn maar uiterlijke zaken. Zo'n antwoord is kortzichtig, want wereldgelijkvormigheid gaat echt niet alleen over uiterlijke zaken, en ook kunnen uiterlijke zaken wel degelijk verraden dat het innerlijk ook niet goed zit.

Ons trof in dit verband enkele gezegden van kerkvaders van de Oude Kerk. Na tijden van zware vervolging bracht het jaar 313 een keerpunt, toen keizer Constantijn de Grote godsdienstvrijheid voor de christenen afkondigde. Maar helaas, de vrijheid bracht ook een golf van wereldgelijkvormigheid. Daartegen getuigde een man als Johannes Chrysostomus (354-407). Een aanhaling uit een nagelaten predikatie: "Waaraan zal ik weten dat gij gelovigen zijt? Wil ik u leren uit de plaats? Ik zie u ganse dagen doorbrengen in schouwspelen, of met verdorven mensen omgaan op de markt. Zal het zijn uit de bewegingen van uw lichaam? Ik zie u losgelaten in ongebonden lachen en vuile vermakelijkheid, als een lelijke hoer. Zal het zijn uit uw kleed? Het verschilt niet van een comediant. Is het uit uw gezelschap? Ik vind u bij vleiers en pluimstrijkers. Is het uit uw woorden? Ik hoor u niet spreken wat gezond en ernstig is. Is het uit uw spijze? Ik zou waarlijk hier nog meer oorzaak van beschuldiging vinden. Waaruit zal ik dan weten dat gij een gelovige zijt, daar ik overal het tegendeel bevind? "

Salvianus van Marseille (400-480) zag zoveel overeenkomst tussen de christenen en de ongelovige barbaren, dat hij in een preek uitriep: "Zijn zij onrechtvaardig? Wij ook. Zijn zij ongelovig? Wij ook. Zijn zij gierig? Wij ook. Zijn zij begerig? Wij ook. Zijn zij onkuis? Wij ook. Zijn zij vol goddeloosheid? Wij ook."

Daaruit kunnen we tegelijk zien, dat wereldgelijkvormigheid niet speciaal iets van deze tijd is. Het heeft de kerk altijd aangekleefd. Maar daarmee is het niet goed te praten. We dienen het te onderkennen, het verkeerde erin te zien, en het te bestrijden.

Laten we maar eerlijk zijn, in kleding en haardracht hebben zich onmiskenbaar veranderingen voorgedaan. Het moge dan zo zijn, dat er wel duidelijk verschil is; in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland zal de kleding over het algemeen wat ingetogener zijn dan in andere kerkelijke richtingen; en die andere kerkelijke richtingen zijn op hun beurt toch ook nog weer duidelijk onderscheiden in de kleding van puur wereldse mensen. Dat is zeker waar. Maar toch is er over de gehele linie een verschuiving merkbaar. "Zwartekousenkerken" zijn wij al lang niet meer.

In zijn algemeenheid zal men moeten vaststellen, dat de kleding van onze mannen en vrouwen, van meisjes en van jongens minder stemmig, minder zedig is dan 45 jaar geleden. Ook is duidelijk merkbaar, dat wij ons meer laten leiden door wat de mode voorschrijft. Zijn de rokken in de heersende mode lang, dan zijn ze onder ons ook lang; zijn ze kort, dan ook bij ons, al wordt er natuurlijk wel weer voor gewaakt dat ze niet extreem kort zijn. Maar we zijn wel "modegevoelig" geworden. Vroeger waren we dat niet, zeker niet op het platteland. Leraars als ds. Fransen waarschuwden voor "de mode uit Parijs". Dat is ook een teken. Met onze gevoeligheid voor modeontwikkelingen tonen we minder geïsoleerd te staan in de samenleving. Net als bij ons volk in het algemeen, nemen we ook in onze kring het verschijnsel waar van enerzijds heel dure kleren (voor feestelijke gelegenheden, zeggen we dan), en anderzijds heel nonchalante (spijkerpak e.d.), als zg. "vrijetijdskleding". Ook in zulke verschijnselen spreekt de tijdgeest. Heb ik het mis, als ik denk dat het begrip "zondagse pak" hard bezig is te verdwijnen uit ons spraakgebruik? Wat heeft dat er nu mee te maken, hoor ik al iemand zeggen; als je netjes gekleed naar de kerk gaat, hoeft dat toch niet perse een "zondags pak" te heten? Alweer, het wegsterven van zo'n uitdrukking zou weleens veelbetekenend kunnen zijn. Zou het misschien erop kunnen duiden, dat de zondag in onze beleving niet meer zo nadrukkelijk een wekelijkse hoogtijdag is, dan in vorige geslachten?

Ik ga het niet hebben over de schaamteloze kleding (ofwel het gebrek aan kleding), die in ons land, vooral op zomerse dagen, heel gewoon geworden is, meisjes en jongens, mannen en vrouwen, die zich vertonen alsof ze op het strand verkeren. Gelukkig kan gezegd worden, dat dergelijk vertoon onder ons niet gevonden wordt.

Maar afgezien daarvan, zijn de veranderingen onder ons toch onmiskenbaar. Soms denk ik weleens, dat de belangrijkste regel onder ons is: Er moet (een beetje) verschil blijven met de wereld. En dat geldt dan met name voor onze meisjes en vrouwen. Voor onze mannen en jongens wordt het veelal niet bezwaarlijk geacht, als ze niet kenbaar zijn. En omdat de mode in de wereld steeds verandert, zijn wij ook steeds grensverleggend bezig. Als er maar (een beetje) verschil blijft.

Dat is natuurlijk geen goed uitgangspunt. Wij doen er beter aan, onszelf te willen zijn, en niet steeds met een krampachtig oog de ontwikkelingen in de wereld te volgen. En laat ons ook in onze kleding de eenvoud blijven betrachten.

Er is een punt, ten aanzien waarvan het onderscheid zeer duidelijk is en ook geen compromis mogelijk is. "In de wereld" is de rok snel bezig te verdwijnen. Onder de opgroeiende jeugd wordt ze al haast niet meer gevonden. Op dat punt worden "refomeisjes" (excuses voor de afschuwelijke term, maar ze is duidelijk) steeds meer kenbaar in de samenleving, op straat, op het werk. Dat kan voor een meisje of jonge vrouw heel moeilijk zijn, vooral als je een eenling bent en de spot bijtend kan zijn. Maar hier is geen compromis mogelijk. En het kan ook nog een voordeel zijn. Wij hebben de neiging, ons maar een beetje bedekt te houden, maar nu kom je gelijk openbaar. Men weet wat men aan je heeft. Dat kan een steun voor je zijn, om je dan ook maar meteen helemaal te gedragen zoals dat verwacht mag worden met je principes. Schaam je daar niet voor. Maar dat neemt niet weg, dat het heel moeilijk kan zijn. Datzelfde geldt ook voor de haardracht.

We leven in een tijd, dat de duivelse geest zich meer en meer openbaart, en daardoor wordt men ook steeds onverdraagzamer, juist jegens degenen die nog naar Gods Woord willen leven. De valsheid en de lafheid blijkt het duidelijkst, als men dan bij voorkeur zich richt jegens onze meisjes. Er zijn er voor wie het naar en van school fietsen zo een dagelijkse kwelling geworden is. Maar bezwijk niet!

Ik vrees dat op dit punt ook weleens een scheiding voor de deur zou kunnen staan binnen "reformatorische" kring. Kort haar voor meisjes en vrouwen is daar al steeds meer normaal geworden, met de redenering dat de "schriftuurlijke onderbouwing" van de vroeger algemene regel onvoldoende was. Ik vrees dat met dezelfde redenering weleens spoedig lange broeken en broekpakken gemeengoed zullen worden. Dan leert de praktijk, dat men van zulken nog meer spot en vijandschap gaat ondervinden dan van totaal wereldse mensen. Ik hoop, dat het onze gemeenten en anderen die met ons samen willen zijn, dan toch ook gegeven mag worden, onszelf te blijven, ook in deze dingen. Ook al zullen we dan wel weer uitgescholden worden voor dopers, verstard, verrechtst enzovoort!

En wat we schreven over de haardracht van vrouwen en meisjes, geldt natuurlijk ook voor de haardracht van jongens en mannen, en de snorren en de baarden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's