Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een paar onbekommerde weken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een paar onbekommerde weken

Adrie Bossenbroek:

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kinderen uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, Albanië en Roemenië vonden bij haar een warm onthaal. Speelgenootjes waren er altijd, want toen de eigen kinderen groter werden, liet Adrie Bossenbroek (59) een kleinkind logeren. „Ze zijn vaak al blij met heel eenvoudige dingen.

In 1988 ontfermt Adrie Bossenbroek zich voor de eerste maal over een kind van de Stichting Europa Kinderhulp. Het idee om kinderen uit achterstandssituaties in binnen- en buitenland te helpen, ontstaat spontaan. Ze geeft zich op als gastouder na het lezen van een artikeltje in een plaatselijke krant in haar woonplaats Zeist. „Er kwam vervolgens een contactpersoon op bezoek. Er werd om referentieadressen gevraagd en een bewijs van goed gedrag van de gemeente. Allemaal heel secuur.” Niet ten onrechte, vindt ze. „Als je hoort en leest wat er kan gebeuren...” De bij de Gereformeerde Gemeente aangesloten Adrie en haar man Dick hebben geen reserves bij het neutrale karakter van de stichting. „Ik denk dat dat voor sommige mensen uit de reformatorische achterban een drempel vormt om zich als gastouder op te geven. Maar dat hoeft echt niet, want je bent vrij om het vakantieverblijf in te vullen zoals jij dat wilt. Het is toch mooi als je een kind kunt laten zien dat het zijn vrije tijd op een plezierige wijze zonder televisie kan invullen?” Voordat de knoop definitief wordt doorgehakt, spreekt het echtpaar met de eigen kinderen. „We hadden toen vijf dochters. Onze zesde, een zoon, was nog niet geboren. De kinderen moesten de komst van een voor hen vreemd kind natuurlijk wel aan kunnen. Ze stemden er direct mee in. Wij zagen voor hen ook voordelen. Ze leren daardoor beter te delen. Wellicht speelde bij hun houding een rol dat ze al gewend waren aan drukte en andere mensen. We hadden een bakkerij en een winkel en het personeel was in drukke tijden onderdeel van het gezin.”

Meisjesgezin
Het echtpaar bezoekt een informatieavond, waar een film wordt vertoond. „Je hoort hoe de kinderen, meestal afkomstig uit achterstandssituaties of tehuizen, worden geselecteerd. Er is zoveel ellende, daar heb je amper weet van.” Ze krijgen veel praktische informatie. „Dat ging soms over kleine maar niet onbelangrijke dingen. Speelgoedjes waaraan je eigen kinderen erg gehecht zijn, kun je bijvoorbeeld beter drie weken in de kast stoppen.” Op formulieren maakt Adrie duidelijk welke weken er vrij zijn om logés te ontvangen. „Ik gaf aan in ons meisjesgezin de voorkeur voor een meisje te hebben. Omdat we nauwelijks kennis van andere talen hadden, kozen we voor een Engelssprekend kind.” Aan de laatste wens wordt voldaan, aan de eerste niet. In de zomer van dat jaar arriveert de achtjarige Curtis uit Londen. Adrie, Dick en de vijf kinderen ontvangen het bruine jongetje met open armen. „Je krijgt vooraf over hem alleen wat algemene informatie. Zijn geboortedatum, woonplaats, hobby’s en bijvoorbeeld of hij wel of niet kan zwemmen en fietsen. Maar over zijn thuissituatie hoor je niets en het is ook niet de bedoeling dat je daar iets over verneemt. Hij moet er echt een aantal weken uit zijn. Daarom worden er, wanneer er bijvoorbeeld twee kinderen tegelijk worden geplaatst, ook geen familieleden in één gastgezin ondergebracht. Want in dat geval nemen ze de thuissituatie automatisch mee.”

Met handen en voeten
Het jaar daarop volgt een Frans jongetje, afkomstig uit Lille en van dezelfde leeftijd als Curtis. Adrie zegt dat ze zich aanvankelijk te veel zorgen maakt over het taalprobleem. „Je hebt niet in de gaten dat die kinderen binnen hun eigen taal meestal een dialect spreken, net als in de binnenstad van Amsterdam of Rotterdam. We verstonden het Engels van Curtis vooral niet. Deze kinderen gaan daar heel soepel mee om. Doordat ze in hun thuissituatie veel van hun tijd op straat doorbrengen, hebben ze scherpe zintuigen voor het begrijpen van volwassenen. Ze hebben je snel door en met handen en voeten doe je de rest. Tussen de logés en de eigen kinderen vormt de taal geen enkele barrière.” De gastkinderen vermaken zich wekenlang in het drukke bakkersgezin of spelen met vriendjes op straat. „Ze brachten soms bestellingen mee weg. Dat was een feest op zich. Samen met mijn man organiseerden we een enkele keer een dagje of middagje uit. Als ik erop terugkijk, is het wel belangrijk dat ze een eigen fietsje hebben. Vaak kunnen ze niet fietsen, maar dat leert snel.” In 1990 komt er door de geboorte van zoon Gerard geen buitenlandse gast en ook de daaropvolgende jaren treedt de familie Bossenbroek, als gevolg van familieomstandigheden, niet op als gastgezin. Bij vader Dick openbaart zich de spierziekte multiple sclerose, waardoor de bakkerij wordt verkocht en het gezin naar Lunteren verhuist.

Kerstkaart
„We hebben in 2000 de draad weer opgepakt. Voor het eerst kregen we toen zogenaamde projectkinderen; twee meisjes uit Albanië. De stichting zoekt vaak gastgezinnen die jaren achtereen dezelfde kinderen wil, maar wij gaven er de voorkeur aan om zoveel mogelijk verschillende kinderen op te vangen.” De ‘projectkinderen’ worden ondersteund door een tolk, die eveneens drie weken in Nederland verblijft. „Die kon je bellen als je ergens mee zat. Als je er helemaal niet meer uitkwam, kwam hij of zij naar je toe. Soms werd ook zomaar een bezoekje door de tolk gebracht.” Tot 2005 houdt het gezin de deur open als vakantieverblijf voor de kinderen uit achterstandssituaties. Na de meisjes volgen nog enkele jongens uit Albanië, twee meisjes uit Berlijn en enkele jaren met steeds twee kinderen uit Roemenië. Nog steeds stuurt een meisje uit Roemenië met Pasen en Kerst een kaart. Met de anderen is geen contact meer. „Als je wat opstuurt, blijkt dat adressen vaak niet meer kloppen.”

Kinderbijbel
De religie was nooit een punt, aldus Adrie. „Als er uit de Bijbel werd gelezen, gedroegen ze zich zonder uitzondering altijd heel eerbiedig. Op zondag pasten ze zich moeiteloos aan. De meisjes kregen een hoedje op en zaten stil tijdens de kerkdiensten. Het is wel een keertje gebeurd dat we uit de kerk kwamen en dat een van de gastkinderen snel naar de schuur ging om een fietsje te pakken. We hebben hem toen duidelijk gemaakt dat we dat op zondag niet deden en zijn een spelletje gaan doen. Ze volgden eigenlijk de andere kinderen in alles, al begrepen ze er niets van.” Dat laatste vindt ze jammer. „Op een gegeven moment heb ik enkele eenvoudige kinderbijbels in de Roemeense taal bemachtigd. Die kwamen de laatste jaren dat de gastkinderen hadden, goed van pas. Bij hun vertrek gaven we hen een exemplaar mee.” De cultuurverschillen treffen haar soms diep. „Toen een van de Roemeense jongens de verleiding niet kon weerstaan om een snoepje te pakken uit een trommeltje dat ik altijd had staan, heb ik hem duidelijk gemaakt dat dat niet zomaar mocht. Hij vluchtte daarop, samen met het andere jongetje, naar boven en kroop in bed. Ik moest ze gaan halen en bijna dwingen om buiten te gaan spelen. Dat in bed kruipen was kennelijk hun straf als ze iets verkeerd deden.” Nog ingrijpender vindt ze het overheersende recht van de sterkste. „Een van die jongetjes liep een beetje achter. Je merkte dat in de tehuizen waar ze vandaan kwamen aan hen geen aandacht werd geschonken. De ander was hem in alles de baas, hij moest dat accepteren. En ook tijdens het bezoek van de tolk werd dat pijnlijk duidelijk. Het maakte het des te noodzakelijker om dergelijke kinderen een paar onbekommerde weken te bezorgen.”


Stichting Europa Kinderhulp zoekt gastouders

De Stichting Europa Kinderhulp bestaat al bijna vijftig jaar. De organisatie ondersteunt kinderen in achterstandssituaties, ongeacht nationaliteit, ras of levensbeschouwing. Dit gebeurt vooral door het werven en selecteren van gastouders die bereid zijn om in de zomervakantie een kansarm kind enkele weken in hun gezin op te nemen. De kinderen komen uit Duitsland, Frankrijk, Engeland, Oekraïne, Oostenrijk en Nederland. Ze logeren twee en een halve week bij gastouders, verspreid over het hele land. De kinderen zijn tussen de vijf en de twaalf jaar oud. Soms haalt de stichting ook kinderen uit door oorlog of milieurampen getroffen regio’s, zoals delen van Roemenië, Bosnië en Wit-Rusland. Dat gebeurt op projectbasis, meestal gedurende enkele opeenvolgende jaren. Omdat de uitzendende organisaties in die landen niet bijdragen aan de kosten, kan de stichting Europa Kinderhulp daar geen blijvende steun aan bieden. Er worden jaarlijks circa 2000 kinderen geplaatst. De stichting werkt zonder subsidie. Een groot deel van de inkomsten is afkomstig van donateurs, zegt Marianne Jacobs van het algemeen secretariaat van de stichting. „Vaak zijn dat gastouders, mensen die toch al veel voor ons doen.” De stichting is altijd op zoek naar geschikte gastgezinnen. Het aanbod is de laatste jaren krapper geworden doordat veel Nederlanders weinig tijd beschikbaar hebben, vaker op vakantie gaan en vooral doordat beide partners werken. „We mikken daarom in toenemende mate op gezinnen waarvan de kinderen de deur uit zijn. Die mensen zijn lexibeler en hebben vaak wat meer tijd.” Het ontbreken van kinderen in een gastgezin is volgens haar geen probleem. „Soms komen er dan kleinkinderen en anders kan dat worden opgelost door twee kinderen te plaatsen.” Het verblijf kost de gastouders in principe niets. Ze dragen alleen bij aan het vervoer van en naar de centrale plek waar de kinderen in Nederland arriveren. De gastouders zijn evenmin verplicht om speciale uitstapjes te organiseren of door de stichting georganiseerde activiteiten te bezoeken. „Het betekent al heel veel voor de logés om enkele weken te mogen meegenieten van huiselijke gezelligheid, geborgenheid, een andere omgeving, een beetje aandacht en om lekker te kunnen spelen.” Marianne Jacobs benadrukt dat het belangrijk is voor belangstellende gastouders om zich in de eerste maanden van het jaar op te geven. „Dan kunnen wij in overleg zoveel mogelijk kinderen plaatsen. Daar gaat het ons om.”

Informatie: tel 0118-627974 (dinsdag- t/m vrijdagochtend); www.europakinderhulp.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 januari 2010

Terdege | 116 Pagina's

Een paar onbekommerde weken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 januari 2010

Terdege | 116 Pagina's