Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Houd toch uw tong in toom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houd toch uw tong in toom

Beschaafd taalgebruik heeft te maken met het navolgen van de Heere Jezus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb er geen zicht op in welke mate christelijke jongeren en ouderen zich te buiten gaan aan grof taalgebruik. Ik ben er niet helemaal gerust op en daarom wil ik er eens bij stil staan waarom het goed is om gewone, beschaafde taal te spreken. Dat hebben we onze jongeren te leren. Daarin moeten we hen ook voorleven.

Veel jongeren en ouderen gaan zich te buiten aan grof taalgebruik, mondeling, schriftelijk, digitaal. We horen het om ons heen, we kunnen het lezen op internet en in sommige kranten en tijdschriften en vooral horen op bepaalde radio- en tv-zenders. Journalisten schelden in columns medeburgers uit. Ook politici schamen zich niet voor ongepast taalgebruik in de politieke arena (ja, dat wordt het dan dus echt!). Op straat krijgen politiemensen beledigingen naar hun hoofd geslingerd. Als een christenpoliticus of christenwetenschapper publiek een standpunt inneemt dat de massa niet welgevallig is, kan hij ook talloze scheldkanonnades in zijn mailbox verwachten.

Deugd
Veel mensen verdedigen het slordige of grove taalgebruik. ‘Ik bedoel er niks kwaads mee.’ Anderen reageren door regels op te stellen (op scholen, op sportclubs). Die helpen maar een beetje. Een vloekverbod in een plaatselijke politieverordening heeft alleen waarde als een signaal. Soms kan iemand op een regel aangesproken worden. Op een school kan er straf gegeven worden bij overtreding. Wat kraamt een gestrafte leerling er echter vervolgens uit buiten het schoolhek?

Het belangrijkste is dat mensen uit zichzélf fout taalgebruik mijden en deugdzaam taalgebruik hanteren. Daarom is voorlichting over taalgebruik door docenten en ouders belangrijk. Het is immers de bedoeling dat een leerling zich niet alleen op school onthoudt van vloeken en seksistische taal of andere grove taal - uit respect voor de daar geldende regels of uit angst voor straf - maar dat hij dat overal doet én van harte doet én levenslang doet.

Taal en beschaving
Waarom zou een mens kiezen voor gewoon, fatsoenlijk taalgebruik? Of waarom zou hij willen dat zijn kinderen dat doen? Dat heeft met visie op beschaving te maken. Die is nodig om samenleving te kunnen zijn. Wie zich niet beheerst in taal, maakt het anderen moeilijk. Hij beheerst zich dikwijls ook in andere dingen niet. Dat maakt het nog erger. Platvloerse taal is taal die een mens eruit gooit. Hij scheldt en tiert. Hij vloekt en beledigt. Hij doet stoer. (We hebben het over ‘hij’, maar vrouwen kunnen er ook wat van, hoewel die doorgaans iets terughoudender zijn in straattaal.)

Zelfbeheersing
Beschaving is niets anders dan zelfbeheersing. Een mens leeft zijn gevoelens niet direct, recht voor de raap uit. Dat zou een samenleving onleefbaar maken. Ieder mens mag gevoelens en gedachten uiten, maar ze moeten wel in goede banen geleid worden. Dat geldt voor gedrag. Als je boos bent, mag je geen bushokje in elkaar rammen. Dat geldt ook voor taal. Als je boos bent, mag je niemand kapot schelden. Een mannetjesdier pakt een vrouwtje wanneer hij wil, vanuit zijn driften. Een mens hoort dat niet te doen. Die onderscheidt zich van een dier. Beschaving is: je driften beheersen in je daden. Mannen horen hun handen thuis te houden. Die beheersing zit vervolgens ook in woorden. Mannen mogen vrouwen ook niet te pakken nemen of kwetsen met dubbelzinnige of ondubbelzinnige seksueel gekleurde taal. (De Heere Jezus gaat zelfs nog verder: mannen mogen vrouwen ook niet begeren met hun ogen of met hun gedachten, Matth. 5:28. Dan is beschaving echt een houding van binnenuit!) Beschaving is de rem op het ongeremd uiten van gedachten en gevoelens.

Waarom zou je (nog meer) kiezen voor beschaafd spreken?
- Kracht-termen zijn eigenlijk zwaktetermen. Juist beschaafd spreken is teken van volwassenheid, van zelfbeheersing, van kracht.
- Scheldwoorden zijn vernederend voor een ander. Je doet pijn met woorden. ‘Schelden doet geen zeer’, klopt niet.
-  Taal is niet alleen woord, maar taal is ook daad. Als ik grof praat, dóe ik iets. Een grof woord is een grove daad.
- Taal als daad is voorbode voor gedrag. Alle geweld begint met woorden. Juist omdat taal (bedoeld of onbedoeld) gedrag aankondigt of oproept, is altijd zorgvuldig spreken vereist.
- Als mensen zich niet beheersen in woorden, hangt er ook al snel een onplezierige sfeer voor mensen die beschaving wel hoog hebben staan.
- Platvloerse taal zet een rad in beweging. Als ouders, politici, popzangers en managers grof spreken, nemen anderen dat over.

Bijbel en taalgebruik
In de Bijbel wordt het taalgebruik onder het gezag van de Tien Geboden geplaatst. Taal dient tot eer van God te zijn. Goed is het wanneer Gods Naam aangeroepen wordt onder dank en lofzegging en ons taalgebruik onze naaste opbouwt. Zelfs het uitschelden van een dove wordt afgekeurd (Lev. 19:14). Het foute taalgebruik dat de Bijbel aanwijst, heeft te maken met goddeloosheid of onbeheerstheid, meestal met boosheid. Er wordt gewaarschuwd voor verkeerde taal, bijvoorbeeld in het Spreukenboek. Hier volgt zomaar een kleine bloemlezing:

Spr. 4:24 en Spr. 6:12, 17 en 19 waarschuwen voor leugens en bedrog. Spr. 10:11 legt een koppeling tussen goddeloze woorden en geweld. Spr. 10:13, 19 en 32 koppelt wijsheid, zelfbeheersing en rechtvaardigheid aan goed taalgebruik. Spr. 11:9 en 12 en Spr. 12:6 stelt dat kwaadaardige mensen met woorden anderen te gronde richten. Spr. 12:16 pleit voor zelfbeheersing in woorden als je boos bent en in Spr. 12:18 wordt gezegd dat woorden geen dolkstoten mogen zijn, maar ter genezing dienen. Naast alle vermaningen en constateringen over taalgebruik is er het gebed in de Psalmen: Heere, bewaar me voor verkeerd spreken, bewaar me voor verkeerde daden (Ps. 141:3 en 4). Speciale aandacht krijgt het vloeken van de Naam van God. Zie Lev. 24:10-16, waar Mozes de doodstraf verbindt aan godslastering. Een mens balt zijn vuisten naar de hemel en kleineert God. Daarmee wordt God van zijn eer beroofd. Ook het vervloeken van mensen of dieren in naam van God is een overtreding. Simeï, die David vervloekt, riskeert daarmee zijn leven (1 Kon. 2:8). Jezus waarschuwt in de bergrede tegen het ongeremd uiten van boosheid met woorden. Het uitschelden van je broeder met woorden als ‘nietsnut’ en ‘dwaas’ sleept je al richting het oordeel van God (Matth. 5:22-24)! Jezus stelt tekeergaan tegen je broeder op één lijn met doodslag. Meer dan eens waarschuwt Paulus voor zonden van de tong, zoals roddel. Hij zegt ook dat dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal ongepast is. Hij zet ze tegenover woorden van dank (Ef. 5:4). In Col. 3:8 en 9 plaatst hij vloeken, schelden, bedriegen, woede en drift in één rij van onbetamelijkheden. Die passen de nieuwe mens niet. Lelijke taal hoort dus bij het onbeschaafde driftleven. Wie Christus kent, doet daaraan niet mee. Dronkaards kennen helemaal hun grenzen niet. Wie niet vol is van alcohol maar vervuld is van de Heilige Geest, gebruikt zijn woorden om te zingen en te danken (Ef. 5:18-20).

Conclusie: Fatsoenlijk taalgebruik is beschaafd taalgebruik. Het breekt niet af, maar het bouwt op. Voor de christen heeft ook deze vorm van beschaving te maken met het navolgen van de Heere Jezus.

 


Vrijheid van meningsuiting?
Het grove taalgebruik wordt standaard verdedigd met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Dat is misplaatst, om twee redenen:
- De vrijheid van meningsuiting is niet bedoeld om de samenleving onplezierig te maken, maar juist om het goed samenleven mogelijk te maken. Ze is niet bedoeld om mensen hun plek in de samenleving met scheldwoorden te betwisten, maar juist om ieder een volwaardige plek te geven. De vrijheid van meningsuiting is niet: ik eis het recht op een grote mond op, ik heb het recht op vloeken. Maar: ik geef iedereen het recht op een eigen mening en het recht om die in het openbaar onder woorden te brengen.
- De vrijheid van meningsuiting heeft met inhoud te maken en gaat dus over meningen, over de diepste levensovertuigingen, over ilosoie, religie, politieke visie. Het taalgebruik is de verpakking daarvan en valt daarom niet onder de vrijheid van meningsuiting, maar onder de regels van goed fatsoen. Ieder mag zijn mening uiten in vrijheid en hoe hij dat doet, heeft te maken met de sociale gedragscode.

 


Taalgebruik van jongeren
Taalverloedering gaat ouderen niet voorbij, maar kenmerkt toch vooral de jeugd. Enerzijds slaat ‘taalverloedering’ op het slechte Nederlands dat jongeren gebruiken, vooral als ze schrijven. Anderzijds slaat het op het grove taalgebruik. Jongeren produceren regelmatig nieuwe woorden, vooral op het terrein van drank, drugs en seks. Ze gebruiken veel afkortingen en inkortingen (daar is de msntaal om bekend). Ze gebruiken meer dan volwassenen woorden uit andere talen (vooral Engelse). Ze gebruiken versterkende woorden, zoals ‘gaaf’ en ‘vet cool’. Jongeren hanteren veel scheldwoorden, zowel in direct onderling contact als op internet. Een deel van die scheldwoorden heeft een seksuele lading. Jongeren gebruiken eveneens makkelijk een vloek of andere krachtterm. Jongerentaal bevat veel woorden die ouderen als onbeschoft (‘klootzak’, ‘shit’) of onverschillig (‘boeiuhh’) ervaren. De media en muziek geven de voorbeelden. Soms heeft jongerentaal iets van een groepstaal of een geheimtaal (op internet bijvoorbeeld, mede om de scheldilters te omzeilen). Tegenover volwassenen zijn jongeren doorgaans beleefder dan tegenover leeftijdgenoten. Bij hen gebruiken ze meer straattaal, dialect, scheldwoorden en Engelse woorden.

Er wordt op twee manieren gereageerd op grove jongerentaal.
- Er is de geruststellende benadering. Zorg over taal van de nieuwe generatie is van alle tijden. Taal ontwikkelt zich immers en daaraan dragen in eerste instantie jongeren bij. Volwassenen moeten daaraan maar wennen.
- Er is ook bezorgdheid en protest. Sommigen willen alleen correct Nederlands horen. Anderen leggen het accent op de moraal. Denk aan de ‘Bond tegen het vloeken’ in Veenendaal. Actief houdt zij publiek taalgebruik (media!) in de gaten en ze laat regelmatig protestbrieven de deur uitgaan. Pro-actief zet deze bond jongerenwerkers in om op scholen het thema bespreekbaar te maken. De SGP heeft ook wel eens vragen gesteld aan de minister over het taalgebruik in de media, in het bijzonder bij jongerenzenders.

 


Nederlandse vloeken
De twee bekendste Nederlandse vloeken zijn het uitroepen van de woorden ‘Jezus Christus’, of varianten daarop. Dat is blasfemisch. De Naam door welke wij zalig kunnen worden, wordt gebruikt als krachtterm. De meesten die dit uitroepen, zullen wel weten waar de term vandaan komt. Dat ligt anders bij de kreet gvd. Dat is de verhaspeling van de slotzin uit de vroegere eedformule ‘God verdoeme mij!’ (namelijk, als ik het in de eed beloofde niet zal nakomen). Wie dat zegt, vervloekt dus zichzelf. Dat heeft de spreker vermoedelijk niet door. Wie de krachtterm ‘verdikkeme!’ hanteert, zal evenmin weten wat hij zegt. Dat woord is keurig Latijn (‘verdice me’) en betekent: ‘Vervloek mij!’ Dat is een bizarre opdracht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 oktober 2010

Terdege | 116 Pagina's

Houd toch uw tong in toom

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 oktober 2010

Terdege | 116 Pagina's