DE PROFEET JEREMIA.

1. De tijd, waarin deze profeet leefde.

2. Het karakter van Jeremia.

3. Zijn profetiën voor Juda en andere volken.

Jeremia was de zoon van Hilkia, een priester te Anatoth, gelegen in de stam van Benjamin niet ver van Jerusalem. Zijn vader mag niet verward worden met Hilkia, die onder Josia de Hogepriesterlijke waardigheid bekleedde.

Op jeugdige leeftijd werd Jeremia tot het profetisch ambt geroepen, welk ambt hij bijna een halve eeuw onder veel strijd en tegenstand in alie getrouwheid heeft uitgeoefend.

In het 13e jaar der regering van Josia heeft hij zijn ambt aanvaard en geprofeteerd tijdens de regeringen van Josia, Jojakim, Jajoehin en Zedekia.

Na de verwoesting van Jerusalem onder de in Juda achtergebleven Joden en ten slotte in Egypte onder zijn landgenoten, die derwaarts gevlucht waren.

In zijn leven vallen twee tijdperken op te merken, het eerste van betrekkelijke rust, het tweede onder Jojakim en Zedekia was een tijdperk van leed en strijd. Tijdens cle regering van Josia bestond de werkzaamheid van Jeremia voornamelijk hierin, om toch vooral op bekering der harten aan te dringen.

Uitwendige hervormingen zijn goed, maar kunnen alleen vrucht dragen als de bekering des harten daarmede gepaard gaat.

Josia heeft maar korte tijd over Juda geregeerd. Toen Farao Necho naar het Oosten wilde oprukken trachtte Josia hem de doortocht door zijn land te beletten.

Hij verloor de slag en zijn leven, want hij sneuvelde te Megiddo, nog geen 40 jaren oud zijnde.

Farao Necho zette een jongere zoon van Josia op de troon, die echter slechts 3 maanden regeerde.

Hij werd naar Egypte gevoerd en opgevolgd Josia's oudste zoon, Eljakim of Jojakim. door

Vanaf het ogenblik, dat Jojakim de troon beklom en insgelijks onder de regering van Zedekia, heeft Jeremia veel moeten lijden.

De vijandschap was daarom zo groot, omdat Jeremia van Godswege een boodschap moest brengen, die het volk niet kon bekoren.

Zo is het nog heden ten dage.

Als de prediker zich niet richt naar de smaak van velen, dan verandert het „Hosanna" heel spoedig in het „kruis hem."

Al werd hij door zijn volk beschouwd als iemand die heulde met de vijand, de Heere had hem gemaakt tot een ijzeren pilaar en een koperen muur.

Arme prediker, met wie alle mensen heulen en die de Heere tegen hebben.

Gelukkige prediker, die onder vijandschap en verdachtmaking zingen mag: „De Heere is mij tot hulp en sterkte."

Veel leed heeft Jeremia ondervonden.

De burgers van Anatoth staan hem naar het leven. De opperpriester Pashur slaat hem in het aangezicht en werpt hem in de gevangenis.

In het vijfde jaar van Jojakim laat Jeremia zijn schrijver Baruch optekenen alles wat er met Juda en Jerusalem zal gebeuren en op een vastendag laat hij het 't volk voorlezen.

De woede van vorst en volk was geweldig.

ver-De Heere had echter Zijn getrouwe dienaren borgen.

Ook onder Zedekia heeft Jeremia herhaaldelijk in de kerker gezucht en is hij een paar malen ter nauwernood aan de dood ontkomen.

Wanneer het volk in nood is en de profeet hun aanraadt naar de Chaldeeën te gaan, omdat allen die in de stad zouden blijven, zekerlijk zouden sterven, dan wordt hij door de vorsten in een put neergelaten waar hij in het slijk wegzonk.

Door een godvrezende Moorman, Ebed-melech werd hij echter uit de kuil van modderig slijk opgehaald. Toen de stad door Nebukadnezar was ingenomen werd Jeremia de keus gelaten mee naar Babel te gaan of in het land te blijven.

Jeremia koos het laatste.

Later is hij door het overblijfsel van Juda meegevoerd naar Egypte, hoewel Jeremia hen vermaande in het land te blijven.

In Egypte is Jeremia gestorven en volgens de overlevex^ing zou hij te Tachpanhes gestenigd zijn.

Als ge Jeremia's Klaagliederen leest dan bemerkt ge dat hij zijn volk lief heeft.

Hij was een man met een teer gemoed, met priesterlijke ziel en zachtmoedig van aard. een

Onder smaad en hoon blijft hij een goddeloos volk in het gebed aan de Heere opdragen.

Door moedeloosheid aangegrepen heeft hij evenals Job zijn geboortedag vervloekt.

Ondanks alle tederheid van ziel en liefde voor zijn volk, was hij onverzettelijk als het Gods Woord en Gods eer gold.

Hij was zich klaar bewust door de Heere te zijn gesteld als een scherpe pijl.

Tegenover zulk een prediker mogen alle leraars wel belijden grote stumpers te zijn.

Toch behoeft hun dit niet te ontmoedigen, want ook Jeremia was een mens van gelijke bew r eging als wij. De Heere heeft niet nodig van mensenhanden gediend te worden, maar als Hij in Zijn vrijmacht zwakke, zondige mensen gebruiken wil, dan maakt Hij ze ook bekwaam om te zijn, dienaren des Goddelijken Woords.

Jeremia's profetiën hebben gedeeltelijk betrekking op het Joodse volk, gedeeltelijk op vreemde volken. Jeremia zag Babel als een tuchtroede in Gods hand om Juda te tuchtigen.

Alleen onderwerping zou profijtelijk zijn voor het volk. Een zelfde lot zullen ook Egypte, de Filistijnen fldom, Moab, Ammon, de Arabieren en Elamietec ondergaan.

Jeremia heeft de lotgevallen van de vreemde volken medegedeeld.

Egypte zal verwoest v/orden, de Filistijnen zullen uitgeroeid worden, Moab en Ammoon zullen zwaar gestraft worden.

Tenslotte zal een verschrikkelijk oordeel gaan over Babel.

Jeremia was een Boanergus een zoon des donders, maar ook een Barnabas, een zoon der vertroosting.

De Heere zal de gevangenis van Zijn volk wenden. De vervallen hut van David zal weer worden gebouwd.

De Heere onze gerechtigheid zal koning zijn in eeuwigheid en Gods vrije genade zal over de zonde triomferen.

Eigenaai'dig is, dat Jeremia vaak zijn prediking met zinnebeeldige handelingen moest ophelderen.

Denk aan die linnen gordel, die hij kopen en begraven moest.

Het verbreken van een pottenbakkerskruik.

Het maken van banden en jukken ten teken van onderwerping.

Zijn prediking liet aan duidelijkheid niets te wensen over.

Laten allen, die zich geroepen weten van Godswege, zo eenvoudig en duidelijk mogelijk Gods Woord verklaren, en die zich niet geroepen weten geen haren mantel aandoen om de mensen te misleiden voor de eeuwigheid.

V r a g e n:

1. Wat is de profetische taak van een ware Christen? 2. Had Jeremia ook dichterlijke gaven? 3. Zingt een ware Christen enkel lofliederen of ook klaagliederen ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen