Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven van Luther

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven van Luther

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6 en slot)

Een bul van de paus

Intussen wist Eek in 1520 in Rome gedaan te krijgen dat de bul „Exsurge domini" (Sta op Heere) tegen Luther werd uitgevaardigd. Deze bul dreigde met de ban. 41 zinsneden uit de geschriften van Luther werden veroordeeld. De bul bleek onverzoenlijk van toon. Dat was al duidelijk uit de aanvang: „Sta op, o, Heere en neem zelf uw zaak ter hand. Een wild zwijn is in uw wijnberg ingebroken. Sta op, o Petrus, en help de H. Roomse Kerk, de moeder van alle kerken, die gewijd is door uw bloed. Sta op, o Paulus, die door uw leven en sterven de Kerk

„Ons herdersambt kan niet langer het vergif van de volgende 41 dwalingen dragen..." Binnen 60 dagen moest Luther de 41 veroordeelde zinsneden herroepen. Zo niet, dan zouden zijn boeken verbrand worden.

Luther schreef over de bul aan Spalatinus: „Eindelijk is deze roomse bul aangekomen Eek heeft hem gebracht. Ik veracht hem; zoals gij ziet, wordt Christus zelf daarin verdoemd, zonder dat goede gronden worden aangevoerd. O, dat toch Karei een man ware en vóór Christus tegen deze duivel te zwaard trok! Ik voel mij al veel vrijer nu ik eindelijk hiervan zeker ben geworden, dat de paus de antichrist is en dat de stoel van de satan openlijk gevonden is".

Als antwoord op de bul schreef Luther een boekje in het Duits en in het Latijn: „Tegen de bul van de antichrist".

Toen men hier en daar, bijv. in Keulen en Leuven, geschriften van Luther verbrandde, ging men van de kant van Luther ook aan boekverbranding doen. Want op 10 december 1520 werden voor de Elsterpoort van Wittenberg alle pauselijke kanonnieke boeken, alsmede de bul verbrand. Het gebeurde precies op de dag dat de 60 dagen bedenktijd voorbij waren. Veel professoren en studenten waren bij de verbranding aanwezig.

In een brief van 10 december 1520 schrijft Luther aan Spalatinus over deze verbranding:

„Beste Spalatinus, Op de 10de december van het jaar 1520 om negen uur, zijn in Wittenberg aan de Oostelijke poort bij de heilige Kruiskerk alle pauselijke boeken verbrand, als daar zijn: het Decreet, de Decretalen, de Sextus, de Clementijn, de Extravaganta 1) en de laatste bul van Leo X, daar naast de Summa Angelica 2), de Chrysopassus 3) en andere geschriften van Eek en Emser en verder wat anderen hebben aangedragen. Zo kunnen die Italiaanse moordenaars weten, dat geen grote kracht nodig is boeken te verbranden, die ze niet weerleggen kunnen. Dat is het nieuws uit Wittenberg...".

Wittenberg, 10 december 1520 Martinus Luther

1) delen van het kerkelijk recht 2) over de boetesacrament 3) over de predestinatie

De breuk met de kerk was nu wel radicaal. Op 3 januari 1521 verscheen een nieuwe bul getiteld: „decet romanum pontificem". In deze bul sprak de paus de ban uit over Luther en zijn aanhangers en het interdict over alle plaatsen waar deze zich mochten bevinden.

De Rijksdag te Worms

Karei V, de jonge keizer van Duitsland, over wie Luther de verzuchting slaakte dat hij vóór Christus en tegen de paus zou strijden, was een trouw zoon van de kerk. Dat hield in dat ook hij zich tegen Luther keerde. Hij liet in Worms de Rijksdag bijeenkomen. Luther werd uitgenodigd per keizerlijke brief. Dat was op 6 maart 1521.

Binnen 21 dagen diende hij er te zijn. Een keizerlijk vrijgeleide beschermde hem.

Toen hij de reis naar Worms aanving was hij ziek. Maar hij ging! Op 14 april schreef hij aan Spalatinus: „Christus leeft en wij zullen Worms binnengaan al willen alle poorten van de hel en alle machten van de lucht het verhinderen."

Reeds eerder n.1. op 29 december 1520 had hij aan Spalatinus over het al of niet naar de Rijksdag gaan geschreven:

„Voor zover het aan mij ligt, zal ik, als ik word opgeroepen, gaan. Als ik er niet gezond komen kan, zal ik mij er ziek laten heenbrengen. Want als de Keizer mij roept, mag ik niet twijfelen of ik word door God geroepen. Overigens, mochten zij geweld gebruiken, zoals waarschijnlijk is (want om onderwezen te worden zullen ze mij wel niet ontbieden) dan zij de zaak Gode bevolen. Hij die de drie jongelingen in de vurige oven te Babel heeft bewaard, leeft nog en regeert. Bijaldien Hij mij niet bewaren wil, van geringe waarde is mijn hoofd in vergelijking van Jezus Christus, die gedood is onder de grootste schande en verderf van velen. Hier moet niet gelet worden op iemands ondergang of behoud, maar gezorgd dat wij het Evangelie, met welks prediking wij begonnen zijn, niet overlaten aan de bespotting."

„Dat is mijn mening, mijn bedoeling. Jullie kunnen alles van mij verwachten, behalve vlucht en herroeping. Vluchten wil ik niet en herroepen nog minder. Daartoe sterke mij de Heere Jezus. Geen van beide kan ik doen zonder gevaar voor het christendom en het zieleheil van velen."

Op de reis, die overigens een triomftocht mocht worden genoemd, moest hij in Eisenach een aderlating ondergaan. 16 april 1521 reed hij Worms binnen. 18 april wordt hij de vergaderzaal binnengeleid.

Er zou niet met hem geredeneerd worden. Johannes van Eek, de officiaal van de aartsbisschop van Trier (niet te verwarren met de professor uit Ingolstadt, met wie wij vroeger kennismaakten) legde Luther diens boeken voor en eiste, als hij die als de zijne erkende, herroeping. Op aanraden van zijn raadslieden vroeg Luther een dag uitstel.

De volgende dag zei hij zijn boeken in drie soorten te kunnen verdelen:

le: boeken over het geloof en de zeden

2e: boeken tegen de paus en de papisten

3e: boeken tegen bijzondere personen

Wanneer hij tegen bijzondere personen te heftig geweest zou zijn, was hij bereid dit terug te nemen, maar wat de waarheid betrof, wilde hij alleen zichten voor Gods Woord.

Er ontstond een dispuut tussen Eek en Luther. De keizer evenwel wilde de zaak nu spoedig afdoen. Luther kreeg een vrijgeleide, maar verboden werd onderweg te preken.

Nadat Luther Worms had verlaten, wilde de pauselijke gezant Aleander, dat aanstonds de ban over de ketter zou worden uitgesproken. Maar de keizer wilde niet buiten de stenden om een rijksban uitvaardigen. Hij verschoof de zaak naar 25 mei. Toen werd het Edict van Worms aangenomen. Het hield in dat Luther onder de rijksban kwam te staan (onder de kerkelijke ban stond hij al).

De keizer eiste zijn uitlevering. Zijn aanhangers moesten worden gevangen genomen en alle geschriften van de hervormer en zijn aanhangers worden verbrand. Ook moest overal de boekencensuur worden toegepast. Door allerlei poltieke omstandigheden is dit Edict van Worms niet uitgevoerd.

We willen tot een afsluiting komen. We doen dat met het afdrukken van een brief die Luther na het gebeurde in Worms schreef aan Lucas Cranach in Wittenberg en die bedoeld was voor alle vrienden daar.

Aan de schilder Lukas Cranach üi Wittenberg:

28 april 1521 „Beste Lukas, Ik zegen u en beveel u aan God! Ik Iaat mij verstoppen en wegbergen, waar weet ik zelf nog niet. Liever nog wilde ik dat die tirannen, in het bijzonder die woedende hertog Georg van Sachsen, mij maar hadden gedood. Maar ik moet de raad van goede mensen niet verachten, zeker voor enige tijd. Men had mijn komst naar Worms blijkbaar niet verwacht. En wat dat vrijgeleide betekende, weten jullie wel uit het verbod dat omtrent mijn boeken mij tegemoet kwam! Ik meende dat Z.M. de keizer een doctor

of vijftig verzameld zou hebben, om de monnik met redelijke argumenten te overwinnen.

Maar er is niets meer verhandeld, dan alleen de vraag: „zijn die boeken van u? Ja. Wil je ze herroepen of niet? Neen. Verdwijn dan!"

O, wij blinde Duitsers, hoe kinderlijk handelen wij en laten ons zo jammerlijk door die Romeinen beetnemen! Doe mijn vrienden en uw lieve vrouw mijn groeten.

Groet meester Christian en zijn vrouw. Vaarwel en wees allen Gode bevolen. Hij behoede uw aller verstand en ge-

loof in Christus voor de roomse wolven en draken met haar aanhang". Amen.

Luther verdween een tijd van het toneel om op de Wartburg belangrijk schrijf-en vertaalwerk te verrichten.

Hier eindigt ook het lezen van de brieven van Luther die verband hielden met zijn arbeid en strijd.

Later willen we wat brieven lezen en bespreken die betrekking hebben op zijn huwelijks-en gezinsleven.

B. H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Brieven van Luther

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's