Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrijmaking der wetenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijmaking der wetenschap

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IV.)

Be UTOPIA van Bacon.

De wereld omvormen tot een ideale wereld! Een heilstaat op aarde! Waarlijk, Bacon staat hier niet alleen in het koesteren van deze plannen. Leeft niet heel diep in elk mensenhart het verlangen daarnaar? Is er niet de heimelijke hoop, telkens weer, dat de dag van morgen beter en groter zal zijn dan die van heden? En vóór een mens zijn beleid in waarheid getekend heeft gezien in Romeinen 1 en 3, zal hij de plannen voor een ideale wereld blijven vormen, al is het niet altijd in zo groot verband als Bacon.

Deze schildert zijn ideale wereld op een eiland midden in de Stille Zuidzee, het Nieuwe Atlantis. Er woonden geen wilden, maar goed geklede mensen met een goede verstandelijke ontwikkeling. 1900 jaar geleden had over dat eiland een koning geregeerd, wiens naam Salomo was. Hij had een groot hart en was vast besloten zijn land gelukkig te maken. Deze had ingesteld een Orde of Gemeenschap, het Huis van Salomo, de edelste stichting die er ooit op aarde bestaan had. Dit Huis van Salomo is als het ware het Parlement, maaier zijn geen politici, geen politieke partijen met al de mindeiwaardige praktijken daaraan verbonden. Het is een regering van het volk, voor het volk en door de besten uit het volk; een regering van technici, architecten, natuurkundigen, filosofen enz. enz., maar geen politici! Deze overheidspersonen houden zich vooral bezig met de bestudering van de natuur, meer dan met

de regering des lands. En dat alles tot meerder welzijn van het volk. Er is handel, maar van een vreemde soort. Geen handel om goud of zilver, stoffen of specerijen, want het eiland brengt op wat het verbruikt en verbruikt wat het opbrengt. Er is dus geen strijd nodig om vreemde markten te veroveren. De handel die er is, is alleen om „Gods eerste schepping, het Licht van de vooruitgang uit alle delen van de wereld tot zich te trekken." Zo ziet Bacon ïn Salomo's huis allerlei technieken in zijn fantasie en geeft hij reeds vage aanduidingen van de uitvindingen van de 19e en 20e eeuw, zoals: telefoon, onderzeeër, vliegmachine, veredeling van gewassen, kunstmest enz.

Bacon's verdere levensloop. Bacon is niet op zijn hoge post gebleven. Hij is het slachtoffer geworden van het mengsel van eerlijkheid en geveinsdheid, dat hij zelf aangeprezen had. Hij is in ongenade gevallen en leefde de laatste 5 jaar geheel buiten de politiek in een voor hem ongekende armoede. Hij zocht toen zijn troost in... de actieve beoefening van de filosofie.

Het was zijn wens om „in het harnas te mogen sterven". Die wens heeft hij verkregen; hij stierf, volop bezig zijnde in een wetenschappelijk onderzoek. Doch dit sterven in het harnas is niet meer dan een parodie van het sterven van Gods Volk, dat ook begeert te sterven in de strijd, namelijk de goede strijd des geloofs.

Het is een teken van de verdwaasdheid van Bacons hart, dat hij in zijn testament durfde schrijven: Ik vermaak mijn ziel aan God; mijn lichaam aan de duisternis van het graf. En het is een monument voor zijn hoogmoed, dat hij er op laat volgen: Ik vermaak mijn naam aan komende eeuwen en volken.

Bacon's invloed. Bacon had sterk de nadruk gelegd op do empirie, op de waarneming. Die alleen ontsloot de weg tot wezenlijke kennis. De mens is daarbij dus gebonden aan de zintuiglijk waarneembare wereld. We wezen er in een vorig artikel reeds op, dat deze schijnbaar onbetekenende uitspraak vérstrekkende gevolgen had.

Om U dat te doen zien, geven we enkele gedachten weer van Bacon's vriend en bewonderaar Hobbes (gest. 1679.) Deze, meer filosoof nog dan Bacon, heeft de gedachten van Bacon nader uitgewerkt. Hij leerde onder andere:

Een ziel als onstoffelijke substantie bestaat niet. Alles in het heelal is stof. Een algemeen bindende zedewet is er niet. Dc priesters hebben de bijgelovige vrees der mensen voor hogere wezens, omgezet in godsdienst enz.

Een andere volgeling van Bacon's filosofie, een man van grote bekendheid en met verstrekkende invloed is geweest Docke (gest. 1704.)

Ook van zijn stellingen willen we iets weergeven. Locke ontkent het bestaan van aangeboren begrippen. Al onze begrippen stammen uit ervaring, ook zelfs het Godsbegrip. „Niets is in het verstand, dat niet eerst in de zinnen (dat zijn de zintuigen!) geweest is." Hoe komen we aan het Godsbegrip? Dat maken we zelf. We hebben (natuurlijk uit ervaring volgens zijn leer) zekere ideeën van macht, wijsheid, oneindigheid enz. Al deze ideeën stellen we ons voor in een hoge trap van volmaaktheid; we voegen deze ideeën samen en zo ontstaat volgens Locke het godsbegrip. Er blijft zo dus geen enkele zekerheid voor het bestaan van een Hoogste Wezen over. Locke erkent trouwens God wel als de Schepper, maar niet als de onderhouder van al wat is en wordt. Dit is dus het Deïstische standpunt.

Locke heeft zelf wel gevoeld, dat er in zijn redenering een onzekerheid overblijft, daarom erkende hij, dat we een bovennatuurlijke openbaring moesten aannemen als noodzakelijke aanvulling van de wijsbegeerte: Echter — hij stelde aan deze bovennatuurlijke openbaring de eis, dat ze in overeenstemming met de rede moet zijn. Daarmee werd deze openbaring toch weer van haar bovennatuurlijk karakter beroofd, ze kon niet als Goddelijk erkend worden. De consequentie van Locke's systeem is een puur materialisme.

In zijn filosofie lag ook opgesloten het geloof in de almacht der opvoeding. De ziel geleek bij de geboorte op een blank stuk papier (tabula rasa). De hele zieleinlioud bij de mens heeft haar ontstaan te danken aan de inwerking der buitenwereld op onze zinnen. Als dat zo is, hebben we slechts te zorgen voor een juiste regeling van die inwerking en — onze opvoeding moet slagen. „Van de tien mensen zijn er negen door de opvoeding geworden wat ze zijn: goed of slecht, nuttig of schadelijk". Hier zien we overduidelijk zijn invloed op de mannen van de Aufklarung (de Verlichting.)

De waardering van de Aufklarungsmensen zoals Diderot en d' Alemert voor Bacon en zijn filosofische richting blijkt wel duidelijk uit het feit, dat zij hun werken aan hem opdragen. Bovendien werden de werken van Bacon door de Franse conventie opnieuw uitgegeven.

Korte samenvatting van de vier artikelen over de vrijmaking der wetenschap.

1. De filosofie van de Nieuwe Tijd is er op uit orn zich los te maken van het kerkelijk gezag, maar verwerpt daarmee ook het uiteindelijk gezag van Gods Woord. Dit is niet gegaan zonder strijd met de (rcomse) Kerkelijke Overheid, (art. 1.)

2. Een Christen behoeft geen verachter te zijn van de wetenschap, maar hij heeft een ander uitgangspunt en een ander doel. Hij stelt zich onder de tucht van Gods Woord. (art. 2.)

3. Bacon stelt een program op voor de ervaringsfilisofie en bindt daarmee de kennis min of meer aan het zintuiglijk waarneembare. Locke werkt zijn stelsel uit en met hem begint de Engelse Aufklarung feitelijk al. (art. 3 en 4). „De Aufklarung is de meerderjarigverklaring van de mens".

Wij stellen daartegenover: „Indien zij Gods Woord verwerpen, wat WIJSHEID zouden zij dan hebben? "

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's

De vrijmaking der wetenschap

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's