Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ombudsfunctie op lokaal niveau (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ombudsfunctie op lokaal niveau (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

EXTERNE 'ING

De vorige bijdrage over de interne klachtenregeling sloten wij af met een citaat van minister Peper, dat aangaf dat de ideale situatie inzake de klachtenbehandeling op lokaal niveau pas bereikt is, v/anneer een landelijk dekkend stelsel van externe, onafhankelijke klachtvoorzieningen is gereoliseerd.

Voor wat betreft die externe klachtenregeling kan aan verschillende varianten gedacht worden. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij de Nationale ombudsman; zij kan echter ook zelf een externe klachtvoorziening in het leven roepen. Hierbij dienen zich diverse mogelijkheden aan. Een gemeente kan een gemeentelijke ombudsman aanstellen, een ombudscommissie of' een in regionaal verband getroffen externe voorziening.

Vooralsnog laat de regering het aan de gemeenten zelf over of zij overgaan tot een dergelijke voorziening, hiet voorzien in een externe klachtvoorziening behoort volgens minister Peper in principe tot de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente. Met dit standpunt sluit de minister zich aan bij het standpunt dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van het vorige kabinet, de heer J. Kohnstamm, reeds had ingenomen. Laatstgenoemde had in een brief aan de Tweede Kamer in januari 1998 uiteengezet dat hij enerzijds van mening was dat gemeenten over een externe klachtvoorziening moesten beschikken, maar dat hij er anderzijds voorlopig van afzag om dit wettelijk voor te schrijven. Z.i. moesten gemeenten eerst op vrijwillige basis in een dergelijke klachtenregeling voorzien. Op dit moment hebben van de ruim 500 gemeenten er 38 gemeenten zich bij de Nationale ombudsman aangesloten. Enkele tientallen hebben een eigen externe klachtvoorziening.

GEEN WETTELIJKE PLICHT

Volgend jaar wil minister Peper bezien in hoeverre de gemeenten gevorderd zijn met het voorzien in een externe klachtenregeling. Afhankelijk van de uitkomsten van dat onderzoek zal de minister overwegen of het gewenst is alsnog een wette­ lijke regeling voor te ste len, waarbij gemeenten verplicht worden zich aan te sluiten bij de Nationale ombudsman of op een andere wijze te voorzien in een externe klachtvoorziening. In februari van dit jaar heeft de minister een brief geschreven aan de VNG waarin hij de VNG verzoekt om medewerking om de totstandkoming van een landelijk dekkend stelsel van externe klachtvoorzieningen te versnellen. Tevens heeft hij de VNG verzocht aan te geven op welke manier zij dat zou willen en kunnen.

Daarnaast heeft de minister ook de gemeenten aangeschreven, die niet bij de Nationale ombudsman zijn aangesloten. Daarin werden deze gemeenten geïnformeerd over de opvatting van het kabinet dat vooralsnog niet tot een wettelijke verplichting wordt overgegaan, maar dat een externe klachtprocedure wel als een sluitstuk op een behoorlijke klachtbehandeling door de overheid gezien moest worden.

AANSLUITING BIJ NATIONALE OMBUDSMAN

Als een gemeente per 1 januari 2000 wil vallen onder de competentie van de Nationale ombudsman, dan moet een verzoek tot aanwijzing daarvoor vóór 1 juli bij het ministerie binnen zijn. Dot verzoek is gebaseerd op artikel 1 b van de Wet Nationale ombudsman.

Uiteraard zijn door kosten aan verbonden. Als een gemeente zich heeft aangesloten bij de Nationale ombudsman, bepaalt artikel 2, lid 1, van het Vergoedingenbesluit Wf Nationale ombudsman dat de gemeente per verzoekschrift (klacht) ƒ 1.898, - schuldig is. Dat is het rv del van de vaste vergoeding. Ook een andere wijze van vergoeding mogelijk. Deze moet dan wel in ec ministerieel besluit worden vastgelegd. Dit alternatieve model komt op neer dat een gedifferentieerde vergoeding verschuldigd is. Als he gaat om een verzoekschrift dat lei tot een onderzoek door de Nation Ie ombudsman naar de wijze wac op een bestuursorgaan zich in ee bepaalde aangelegenheid gedragen heeft, dan komt de verschuldi' de vergoeding uit op ƒ 5.894, -. / s dot niet het geval is, hoeft slechts ƒ 400, - te worden voldaan.

EEN EIGEN KLACHTVOORZIEN!

Vooralsnog wordt dus niet tot een wettelijke verplichting overgegaai Als gemeenten tot de instelling vo' een externe klachtvoorziening wü n overgaan, zijn zij evenmin verplic t zich bij de Nationale ombudsman aan te sluiten. Gemeenten hebben de vrijheid zelf een keuze te maken. Als gemeenten er voor kiezen zelf een klachtvoorziening in het leven te roepen (al dan niet in samenwer- king met andere gemeenten), dan is het wel zaak dat er eisen worden iesteld aan een externe klachtvoorlening. Die eisen zijn voornamelijk van belang om het vertrouwen van de burger in de klachtinstantie te vergroten en de geloofwaardigheid en de legitimiteit van de klachtinstantie te versterken. Het belangrijkste punt daarbij is de waarborging van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de klachtinstantie ten opzichte van het bestuursorgaan waarover geklaagd wordt.

Daarnaast zou het een vorm van rechtsongelijkheid zijn, wanneer burgers, na het doorlopen van de interne klachtenprocedure, in de ene gemeente met hun klachten naar een geheel onafhankelijke klachtinstantie kunnen gaan, terwijl m een andere gemeente die onafhankelijke en onpartijdige behandeling niet mogelijk is.

In de reeds aangehaalde brief aan de Tweede Kamer van januari 1 998 heeft voormalig staatssecretaris Kohnstamm uiteengezet welke eisen er moeten worden gesteld aan een onafhankelijke externe klachh'oorziening. Er worden 12 eisen opgesomd:

a. Basis in een wettelijk voorschrift. b. Benoeming door een vertegenwoordigend lichaam.

c. Rechtspositionele onafhankelijkheid.

d. Benoeming voor een bepaalde duur.

e. Tussentijds ontslag alleen op bepaalde gronden.

f. Bevoegdheid een eigen oordeel over de klacht te geven.

g. Bevoegdheid aanbevelingen te doen.

''t. Bevoegdheid onderzoek te doen op eigen initiatief.

' Onderzoeksbevoegdheden vergelijkbaar met die van de Nationale ombudsman.

; ' Voldoende materiële en personele ondersteuning,

k Benoeming van de ondersteuningop voordracht van de externeklachtinstantie.

'. Medewerkers van de klachtinstantie dienen niet tevens deel uit te maken van de ambtelijke ondersteuning van het bestuursorgaan, over wiens gedragingen de klachtinstantie oordeelt.

Ook zou elke klachtregeling een bepaling met betrekking tot de onpartijdigheid van de medewerkers en leden van de klachtinstanties moeten bevatten.

Met deze eisen kan de onafhankelijkheidvan de externe klachtinstantiegewaarborgd worden.

FihANCilcLfc rn/v1PF\KATiF

Zoals bij zoveel zaken, hangt aan een klachtvoorziening ook een prijskaartje. Vandaar dat de VNG in de discussie over een wettelijke verplichting als voorwaarde heeft gesteld dat bij een oplegging van die verplichting tevens toepassing wordt gegeven aan artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet. Artikel 2 van deze wet luidt: "Indien beleidsvoornemens van het Rijk leiden tot een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door gemeenten, wordt in een afzonderlijk onderdeel van de bijbehorende toelichting met redenen omkleed en met kwantitatieve gegevens gestaafd, welke de financiële gevolgen van deze wijziging voor de gemeenten zijn" (lid 1). In lid 2 van het artikel staat: "In de toelichting wordt tevens aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen voor de gemeenten kunnen worden opgevangen".

Ook wanneer alleen de eisen waaraan de externe klachtvoorziening moet voldoen, wettelijk worden vastgesteld, moet volgens de VNG een financiële compensatie gegeven worden. Naar de mening van de VNG is dat materieel te beschouwen als een oplegging van de plicht tot een klachtvoorziening te komen. Een opvatting die door Kohnstamm overigens niet werd gedeeld.

De Nationale ombudsman heeft de mening van de VNG onderschreven en heeft eveneens gepleit voor financiering door het Rijk. Financiering dient naar zijn mening plaats te vinden vanuit de algemene middelen. Hij trekt daarbij een vergelijking met het systeem van rechtsbescherming van de Algemene wet bestuursrecht: de bezwaarschriftprocedure bij het bestuursorgaan zelf door een voorziening die dit bestuursorgaan zelf bekostigt, eventueel gevolgd door beroep (al dan niet in tweede instantie) op een externe, onafhankelijke rechter, bekostigd uit de algemene middelen.

Er is bovendien nog een ander argument dat pleit voor financiering door het Rijk. Gebleken is dat de wijze van financiering en de hoogte van de kosten voor gemeenten een beletsel vormen om zelf het nodige te ondernemen om hun burgers een externe klachtvoorziening te bieden. Dat laatste zou, wat betreft de financiering van de externe klachtvoorzieningen voor gemeenten, pleiten voor een storting in het gemeentefonds, waaruit dan zowel de Nationale ombudsman kan worden gefinancierd ten aanzien van de gemeenten waarvoor hij bevoegd is, als een bijdrage naar evenredigheid kan worden betaald aan die gemeenten die zelf voor een externe klachtvoorziening hebben gezorgd.

EENHEID KLACHTVOOR- 7 [ P FV i fV] r; F \i'

Als besloten wordt de bovengenoemde eisen voor een externe klachtenvoorziening vast te leggen, dan ligt het in de rede om dat in de Algemene wet bestuursrecht te doen. Regeling in de Awb verdient de voorkeur omdat met deze wet gestreefd wordt naar eenheid binnen het bestuursrecht. De eenheid op het gebied van de klachtvoorzieningen is nu nog ver te zoeken. Die eenheid kan bevorderd worden door de regels in de Awb op te nemen.

Nu kan ik mij voorstellen dat sommigen zich afvragen of dit allemaal niet wat overdreven is. Bij een interne klachtenregeling is misschien dan nog iets voor te stellen, bij een externe regeling echter wordt dat wat moeilijker. Toch zal menigeen die met het openbaar bestuur te maken heeft, zich voor kunnen stellen dat een interne en externe klachtvoorziening een nuttige functie kan hebben. Zeker in deze tijd, waarin besluitvorming en bestuur voor de burger vaak gecompliceerd en niet altijd even doorzichtig is, moet een vorm van rechtsbescherming bestaan. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat ook zijn belangen in voldoende mate bij besluitvorming en bestuur worden betrokken. Het gaat bij de klachtprocedure immers om gedragingen van bestuursorganen waartegen geen beroep of bezwaar mogelijk is (zie de vorige Doe/w/7-aflevering). Burgers kunnen zich soms machteloos voelen als hun in hun ogen onrecht is aangedaan, waar zij niets aan kunnen doen. Een klachtvoorziening, zowel een interne als een externe, kan er ook toe bijdragen dat de burgers het vertrouwen blijven houden in de overheid.

P. van Vugt

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's

Ombudsfunctie op lokaal niveau (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's