Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestigingsformulier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestigingsformulier

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Of gij gevoelt in uw hart, dat gij wettelijk van Gods gemeente, en mitsdien van God Zelf, tot^ deze heilige dienst geroepen zijt?

(3)

In het nr. van 11 jan. jl, heb ik geschreven over de betekenis van bovengestelde vraag in het bevestigingsformulier van predikanten. In het nr. van 18 jan. jl. hierover wat betreft het bevestigingsformulier van de ouderlingen en diakenen. In een tweetal artikelen wil ik eerst nog terugkomen 'op het ^^evestigingsformulier van de predikanten, en daarna hoop ik dan nog enkele artikelen te schrijven over het bevesti- ^ngsformulier van de ouderlingen en diakenen.

In het eerste artikel heb ik van Dr. Bouwman uit „Gereformeerd Kerkrecht" overgenomen, dat hij zegt dat bovengestelde vraag een inwendige beroeping bij een predikant verondelrstelt. De echter ook onmisbare uitwendige beroeping is dan de bevestiging van de inwendige beroeping. Bouwman wijst o.a. hiervoor naar Bavinck in zijn^, Gereformeerde Dogmatiek" en naar W. alörakel in zijn „Redelijke Godsdienst". .^

Bavinck schrijft in zijn Geref. Dogmatiek (4e deel, blz. 362) o.a.: sedert de roeping niet meer, gelijk tot profeten en apostelen, op buitengewone wijze tot iemand komt, is zij alleen kenbaar aan de samenstémming der in- en uitwendige roeping ... De inwendige, subjectieve roeping moet haar waarmerk en zegel ontvangen in de uitwendige roeping door de gemeente, Vijl ook op dit terrein dwaling en verleiding niet uitgesloten is. Daarom staat deze uitwendige roeping niet tegenover de inwendige, maar zij gaat evengoed als deze, van Christus uit. Hij alleen kan roepen en roept in der waarheid. Deze uitwendige roeping is echter middelUjk en geschiedt door de gemeente in Jezus Naam. "De Schrift laat hier geen twijfel over. Hand. 1 : 23; 6 : 2-6; 2 Cor. 8 : 19. -

Bavinck wijst dus op het onderscheid in de roeping tussen het extra-ordinaire ambt en het gewone ambt. De apostelen waren dragers van het buitengewone ambt. Zij zijn door Christus Zelf gekozen en aangesteld zonder medewerking van de gemeente. Zij waren de Nieuw-Testamentische grondleggers van de kerk des'Heeren. Met hun wegvallen is dit buitengewone ambt opgehouden. De blijvende gewone, ambten zijn ook van Christus, als, de Koning der kerk ingesteld, maar de beroeping ging door middel van de ontstane gemeenten.

Ook de herders en leraars hadden hun opdracht van Christus' wege ontvangen, zij waren gezanten van Christus' wege om de gemeente des Heeren te leren en te leiden ei^ zij droegen verantwoordehjkheid voor de geestelijke en zedelijke toestand van de gemeente. Maar zij kwamen in het ambt onder de leiding van de apostelen, die echter aan de gemeente het recht en de bevoegdheid gaven tot het kiezen van mannen in de ambtelijke dienst.

Ook uit de na-apostolische geschriften is bekend dat de opzieners van de gemeente ook door de gemeente zelf rechtstreeks of zijde- , lings werd gekend.

Bavinck wijst er echter ook op dat er een persoonlijke inwendige roeping voor de herders en leraars nodig blijft. Hij noemt dat een subjectieve roeping, dit is een persoonlijke aparte roeping die door Woord en Geest geschiedt.

Deze krijgt dus haar zegel en waarmerk door de uitwendige roeping van de gemeente, die door Bavinck middellijk wordt genoemd, omdat zij geschiedt door de gemeente in Jezus' Naam. Ook deze middellijke beroeping is onmisbaar en een ernstige zaak. En in de eenheid van deze twee, n.l. in- en uitwendige roeping mag de dienaar des Woords het zeker weten: Wettelijk van Gods gemeente, en mitsdien van God Zelf, tot deze heilige dienst beroepen te zijn. 1

Wat W. h Brakel betreft m de RedeUjke Gods^ dienst: Ds. Vergunst heeft in het voorjaar van ? het vorige jaar in zijn artikelenreeks De Toe- \ lating tot het predikambt uitvoerig a Brakel 3 geciteerd. Ik zal dit daarom thans niet doen.

In deel 1 (blz. 654-661) spreekt Wilhelmus a ' Brakel dat de zending van Gods knechten in- 1 wendig en uitwendig ^oet zijn. Hij geeft enige kenmerken van de inwendige roeping. En na gedaan examen geschiedt de zending aan de candidaten, namelijk hun wordt-in de Naam van Christus macht gegeven te prediken, de sacramenten te bedienen, de tucht te oefenen, en alles te doen, wat tot het herdersambt vereist wordt. En naar Gods instelling moeten zo de candidaten als proponenten in de goede orde der kerk van de gemeente of haar kerkelijke opzieners verkoren worden, en op die verkiezing en roeping moeten ze zich laten gebruiken.

Wilhelmus k Brakel onderscheidt dus wel inwendige en uitwendige roeping, maar verbindt ze ook aan elkaar, om op de ordehjke wijze van Gods Woord te komen tot de volle bediening van Woord en sacramenten. Ze zijn dan ook beide begrepen in de.eerste vraag van het

formulier van de bevestiging van een predikant. Dit komt bij a Brakel ook duidelijk uit, omdat hij zowel de in- als uitwendige roeping voor iedere predikant ten onderzoek stelt. Maar ' ook wanneer beide aanwezig zijn, zijn ze een ondersteuning in onbekwaamheid en tot vrijmoedigheid in het bedienen van het ambt van herder en leraar.

Gezien de belangrijkheid ervan en de ernst waarmede vader Brakel schrijft, wil ik in een volgend artikel er wat van overnemen.

(wordt vervolgd).

d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

Bevestigingsformulier

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's