Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar de CATECHISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar de CATECHISATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

9.

C. DE HEILIGE SCHRIFT.

De inspiratie.

De moderne Schriftkritiek heeft wel zeer scherp het ontleedmes’ gezel in de volle betrouwbaarheid van de Bijbel als het beschreven Woord van God. Het is haar sterke aanval op de INSPIRATIE der Schrift en daarom ook op haar Goddelijk gezag.

Zeker, Gods kind heeft geen behoefte om zich te verdiepen in de problemen, die men stelt en die men door menselijk verdwaasd vernuft zoekt op te lossen.

Met de bekende Spurgeon stemmen we van harte in: „Wij hebben in onze dagen een groot aantal mensen, die kritiek oefenen op de Bijbel. Zij schrikken voor niets terug; hun scalpeer- en ontleedmes snijden alles door. Zij zijn de rechters inplaats van de Bijbel, en deze wordt voor goea onttroond. God verlosseons van de boze geest. Ik wens niets liever dan te zitten aan de voeten des Heeren in de Heilige Schrift. Ik geloof niet, dat er tussen de eerste en de laatste bladzijde in enig opzicht een fout in de Bijbel is, noch op natuurkundig, noch op historisch of enig ander gebied. Ik wil alles geloven wat de Schrift zegt, en het gelovende houden voor het Woord van God, want wanneer niet alles erin waar is, is de Bijbel me geen cent waard. Dat moge wel zo zijn met de man, die zó verstandig is, dat hij ’t ware uit ’t valse kan ziften; maar ik ben zo dom, dat ik daartoe niet in staat ben. Ik zou nog slechter eraan toe zijn dan wanneer ik in het geheel geen gids had” (een aanhaling uit één zijner predikaties).

U kent allen wel de naïeve doch zo treffende opmerking van dat godvrezende vrouwtje, tegenover wie men ook de waarheid van de Bijbel betwistte, toen men haar vroeg: Gelooft u nu werkelijk, dat die vis Jona inslokte? Maar zij antwoordde op een beschamende wijze: Wel meneer, al zou er staan, dat Jona de vis inslokte, ik zou het onvoorwaardelijk geloven, omdat ik geloof, dat de Bijbel waar is!

Op dit kinderlijk geloof komt het aan.

Maar het is toch anderzijds wel van groot belang „de geesten te beproeven” om te rechter tijd de smader te antwoorden. Bijzonder hebben onze jonge mensen het zo nodig te weten, waarom het gaat. Want ook bij deze materie komt de satan als een „engel des lichts”.

Laten we beginnen met allereerst de vraag te stellen: Wat verstaat u onder de inspiratie of ingeving des Bijbels?

„Dat Gods Geest in het diepst van de geest der bijbelschrijvers alles heeft opgeroepen, wat zij naar de mening des Geestes te schrijven hadden, zowel wat de zaken als de woorden betreft”.

Een andere definitie luidt: „Die werking van de Heilige Geest op het verstand van de Bijbelschrijvers, waardoor hun indachtig werd gemaakt alles, wat zij op te schrijven hadden, zowel wat de woorden als de zaken betreft”.

2 Petr. 1: 21b: „Maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken”.

2 Tim. 3: 16a: „Al de Schrift is van God ingegeven”.

Wat vraagt in de leer van de inspiratie bijzonder de aandacht?

De menselijke en de Goddelijke faktor.

Wat bedoelt u hiermede?

Wel, dat de Heilige Geest als de eerste en hoogste Auteur Zich heeft bediend van mensen tot het opschrijven van het Woord Gods, het Oude en het Nieuwe Testament.

Het betreft hier met name de WIJZE waarop de Heilige Geest de schrijvers heeft ingegeven. Hieromtrent zijn verschillende standpunten te noemen, hoe men de inspiratie des Bijbels zich indenkt:

a. de mechanische theorie, waarbij men uitgaat van de gedachte, dat de schrijvers alleen als „pennen” zijn gebruikt in de hand van de Heilige Geest, Die de schrijvers dus gedikteerd heeft.

b. de dualistische theorie: waarbij men uitgaat van de gedachte, dat alleen het religieus-ethische, het „geestelijke” is geïnspireerd, maar niet het historische, wat de schrijvers wisten.

c. de dynamische opvatting, waarbij men de inspiratie beschouwt als een bijzonder-gespannen religieuze eigenschap van de schrijvers, zoals ook al Gods kinderen door Gods Geest verlicht en bezield worden, zodat in de gelovigen de Godsgedachten tot openbaring komen.

d. de organische zienswijze: dat de Heilige Geest de bijbelschrijvers zó Gods Woord heeft ingegeven, dat Hij hun onderzoek, hun stijl, hun woordkeus in dienst gesteld heeft van Zijn ingeving. Luk. 1 : 3: „Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, vervi gens aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus”.

Welk bezwaar hebt u tegen de „mechanische” opvatting?

Dat zij tè eenzijdig is en de schone verscheidenheid in de eenheid van de Schrift teloor doet gaan. En die verscheidenheid in de eenheid komt toch zo duidelijk uit bij de „organische” gedachte ten opzichte van de inspiratie-leer. Welk een Boek is het Boek der boeken, dat zo de eenheid, de gouden draad van Gods heilsplan laat zien in de boeken, waarin verschillende schrijvers met hun verschillend karakter, met hun verschillende stijlvorm en woordkeus het Woord Gods hebben te boek gesteld. Maar hebt u dan geen bezwaar tegen de „organische” theorie? Treedt daarin niet al te zeer de GODDELIJKE faktor op de achtergrond en roept ze niet een zeker dualisme op tussen de Heilige Geest en de schrijvers, tussen „Woord” Gods en „Bijbel”?

Zo mogen wij de „organische” opvatting niet bezien. Want zij bedoelt volstrekt niet te zeggen, dat bijvoorbeeld bepaalde gedeelten van de schrijvers zélf zijn, zoals de moderne kritiek wil voorgeven.

Neen, de Heilige Geest heeft de schrijvers in alles geleid en alles, hun taal en stijl, hun woordkeus in dienst gesteld van Zijn inspiratie, zoals duidelijk blijkt uit Luk. 1 : 3.

Is er heel geen goede gedachte in de „mechanische” opvatting?

Ongetwijfeld. Zij heeft terdege gewaakt over de letter der Schrift.

Maar ons lesuurtje is helaas weer om en we willen de hoofdredakteur niet in moeilijkheden brengen bij de regeling van de copie.

Zij Ps. 119 : 84 (ber.) ook uw beleving:

Mijn ziel bewaart Uw trouw getuigenis. Dat heb ik lief, ook doe ik Uw bevelen. Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles miss’ . Door zijne smaak, en hart en zinnen strelen. Gij weet mijn weg, en hoe mijn wandel is, ’k Wil iets daarvan voor U, mijn God, verhelen.

R’ dam-Wesl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Naar de CATECHISATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's