Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Als de vensters naar de wereld gesloten worden, gaat het stinken"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Als de vensters naar de wereld gesloten worden, gaat het stinken"

Ds. A. Beens

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de volle breedte van de gereformeerde gezindte leeft het besef dat het in eigen huis niet goed gaat. Het lijkt op een crisis af te gaan. De scheuren in het fundament, die lange tijd met de mantel der hefde zijn bedekt of met loze kalk gepleisterd, vallen niet meer te verbergen. Enerzijds wordt materiaal aangesleept om onoverbrugbare kloven te dichten. Anderzijds worden uit reactie bruggen over droge greppels opgehaald. De bekende volksprediker ds. Jac. van Dijk sprak in zijn tijd al over verwarring en verstarring. Treffender kan de situatie op het kerkelijke erf niet getypeerd worden. Ds. A. Beens uit Urk voelt zich soms een ontheemde binnen eigen kring en eigen kerkverband.

Hopeloze verdeeldheid binnen de SGP, polemiek in kerkelijke organen, gekissebis tussen allerlei stromingen binnen kerkverbanden die elkaar over en weer zwart maken als de bekende pot en ketel. Ds. Beens, hervormd predikant in het door kerkelijke verdeeldheid geteisterde Urk, wordt er soms mateloos moe van. De crisis van de gereformeerde gezindte is voor hem niet uit de lucht komen vallen. „Als theologische verwarring ontstaat, of liever gezegd wordt gezaaid, leidt dat onherroepelijk tot een reactie. Verwarring aan de ene kant stimuleert verstarring aan de andere kant. Je krijgt een verharding van standpunten, een voortgaande radicalisering, de haarscheuren groeien uit tot breuken. Daar zit je dan tussen met dat verdrietige, zwevende gevoel dat je elkaar kwijtraakt. Je wordt van weerskanten bijna gedwongen partij te kiezen, terwijl je dat innerlijk niet wilt. Er op z'n minst grote moeite mee hebt om je te laten inlijven door de een of andere club. Maar het schijnt dat dat tegenwoordig haast niet anders kan. Je gezag lijkt af te hangen van het behoren tot de een of andere
groep of stroming. Er wordt nauwelijks meer zelfstandig gedacht en gediscussieerd, gewikt en gewogen."

Niet onberoerd
Is het verschil in ^N opvattingen binnen hervormd gereformeerde kring vandaag groter dan een generatie terug? „Ik heb de indruk van wel. Ik weet natuurlijk best van de controverse tussen Woelderink enerzijds en I. Kievit aan de andere kant. Daar is ook de nodige commotie over geweest. Maar die verschillen waren naar mijn besef, met de nodige moeite, nog te omspannen. Dat is nu niet meer het geval. Moderne theologieën hebben ons, hoewel vertraagd, niet onberoerd gelaten." Zijn predikanten niet te veel geneigd de crisis van de gereformeerde gezindte eenzijdig theologisch te verklaren ? „We zijn in deze specialistische tijd allemaal wat verkokerd. Dat geldt ook voor een dominee. Die beziet alles door z'n theologische koker. Het gevaar is inderdaad niet denkbeeldig dat je te ver verwijderd raakt van het doen en laten binnen je eigen parochie. Dan krijg je zoiets als de bovennatuur van de theologie en de benedennatuur van het leven, waarbij het theologische bovengebeuren nauwelijks meer invloed heeft op de stroom van het alledaagse bestaan."

Moderne leven
Omdat gemeenteleden zich niet meer laten gezeggen of omdat veel predikanten buiten de werkelijkheid lijken te staan ? „Beide. Onze mensen hebben innerlijk nauwelijks verweer tegen het moderne leven en de verschijningsvormen daarvan op technisch, cultureel en zedelijk gebied. De predikantenwereld lijkt zich dat nauwelijks te realiseren of loopt met oogkleppen op. Wat weten we nou werkelijk van de leefwereld van onze gemeenteleden? En dan denk ik niet alleen aan de jonge mensen, maar ook aan de ouderen. Eerlijk gezegd ben ik over de jongeren nog minder pessimistisch dan over de ouderen." Hoe verklaart u de wonderlijkeparadox dat veel predikanten klagen over de geesteloosheid van de tijd. maar in hun prediking de indruk wekken dat het gros van de gemeente gelooft of op z 'n minst "bekommerd volk" is? „De oorzaak daarvan heb ik nog niet helder voor me. Het verschijnsel herken ik wel. Ik constateer met verdriet dat je vandaag maar weinig levend geloof tegenkomt. Maar er is een grote huiver onder predikanten om dat vanaf de kansel concreet te maken. Wat zullen de mensen er wel niet van zeggen?"

Goeie buil
„Ik ben wel eens bang dat vanuit dat soort angstgevoelens van alles en nog wat aan de gemeente toegedicht wordt, om iedereen tevreden te houden. Terwijl je toch ook een chirurgische taak hebt in de prediking. Om het mes in het lichaam van de gemeente te zetten. De mensen willen dat er concreet wordt gepreekt, maar wee als je het doet. Dan ga je veel te ver, ben je niet evenwichtig, en al die fraaiheden meer. Met gevolg dat we als predikanten in de verleiding komen zó uitgebalanceerd en evenwichtig te spreken, dat geen mens zich een buil valt. Terwijl dat nou juist mede de bedoeling van de prediking is. Dat mensen van hun voetstuk tuimelen en zich geestelijk een goeie buil vallen." In welke mate is de verwarring in de gereformeerde gezindte een gevolg van de toegenomen scholing, •waardoor met name jongeren niet meer klakkeloos aannemen wat de dominee zegt en zich ook niet meer kritiekloos in de traditie voegen ? „Op zichzelf waardeer ik schohng positief. Het gaat mis als men zich met de verworven kennis boven het Woord plaatst en het ambtelijk gezag niet meer wenst te erkennen. Daar ligt meer dan eens een enorm spanningsveld tussen hen die intellectueel omhoog gekomen zijn en eenvoudige ambtsdragers die zich belaagd voelen en gaan schermen met het gezag van hun ambt. Dat heeft een averechts effect."

Eenvoudige boer
„Aan de andere kant geloof ik dat de eenvoudigste ambtsdrager gezag heeft, als hij een geestelijke zalving uitstraalt. Ligt ook hier niet een zere plek in ons kerkelijk leven? Waar zijn deze mensen gebleven? Ik heb altijd gezien dat ook intellectuelen zich buigen onder iemand met een authentiek geloofsleven, zelfs als die de dingen wat broddelig verwoordt." Zijn we in de roes van de maatschappelijke emancipatie te veel waarde gaan toekennen aan positie en intellect hij het verkiezen van ambtsdragers? „Ik heb in een van m'n kerkeraden, waar men erg gecharmeerd was van doctorandi en andere academici, eens in een zekere wanhoop uitgeroepen: broeders, waar ik hier behoefte aan heb is een eenvoudige boer op klompen en met eelthanden, die God kent. Er bestaat op z'n minst het gevaar van een verintellectuahsering van het geloofsleven."

Levensstijl
Opvallend is dat momenteel de schijnwerper vooral gericht wordt op de levensstijl. Bij openingen van reformatorische scholen krijgt dat thema veel aandacht. Hoe staat u daar tegenover? „Ik vind het op zichzelf een goede zaak dat aandacht wordt besteed aan de levensstijl. Met name jongeren worden sterk beïnvloed door alles wat op hen afkomt. Leg als predikant je oor maar te luisteren bij je catechisanten, juist als ze de indruk hebben dat je niet meeluistert. Dan hoor je wat er leeft en schrik je je soms wild. Niets op tegen dus als er concreet gewaarschuwd wordt. Graag zelfs. Maar het is me door de jaren heen bij het bezoeken van allerlei schoolopeningen wel steeds meer gaan benauwen dat een echt geestelijk woord veelal ontbreekt. Meestal kom ik terug met het gevoel: de zoveelste gemiste kans. Honderden kinderen en jonge mensen die als enig appèl meekrijgen: laat zien dat je reformatorisch bent in je levensstijl. Waarom durven we het niet meer aan om royaal en onbewimpeld over God en Zijn Christus te spreken, en het heil dat in Hem is bereid voor zondige mensen? Dat geeft aan al die waarschuwingen over de levensstijl een bittere bijsmaak. De uiterlijke dingen dreigen tot het een en al te worden, omdat we van het wezenlijke steeds minder verstaan."

Kerkelijke pers
In hoeverre wordt het proces van verwarring en verstarring versterkt door alle organen die in onze kring circuleren ? Een publikatie in blad X vindt bijval in orgaan Y, maar wordt gekraakt in periodiek Z, •waarop bladX... „Ik zou het een zegen vinden, en ik ben niet origineel in die wens, als eens drie maanden lang geen kerkelijk periodiek verscheen. Die loopgravenoorlog via de kerkelijke pers is funest voor het geestelijk leven. De een schiet, de ander schiet terug en aan het eind zitten we allemaal op een berg puin. Elk krantje moet elke week of elke veertien dagen vol. Dat is een ramp apart.

Maar daar komt nog bij dat het thetische en stichtelijke aspect van de kerkehjke pers grotendeels is ingewisseld voor polemiek, pennestrijd. Wat zal Van der Graaf deze week te zeggen hebben, wie neemt Mallan onder de loep, hoe zal Kamphuis reageren, wat zal Van 't Spijker of Velema te vertellen hebben? Ik zie daarin een enorm stuk verwereldlijking. We hollen van de ene kerkelijke calamiteit naar de andere crisis op het kerkelijk erf, en het zicht op de geestelijke samenhang verdwijnt. Ik heb niet de indruk dat we ongelukkiger zouden zijn als de Waarheidsvriend, de Saambinder en al die andere bladen een tijdlang niet of minder frequent verschenen. Aan de ene kant roepen de geachte scribenten op tot eenheid. Maar worden er pogingen ondernomen om die eenheid gestalte te geven, dan beginnen dezelfde mensen meteen tegen te sputteren. Je lost er het kerkelijke vraagstuk niet mee op, zij hebben op dit punt toch een andere mening en op dat punt een wat andere visie... Daar word ik echt niet goed van, bij tijden."

Gevoel en verstand
De scherpe kritiek op andere kerken of groepen gaat meestal samen met een verbloemen van de verschillen in eigen kring. Levert op termijn het gebruik van de doofpot niet meer schade op dan een vroegtijdige openlijke discussie?

„Vanuit m'n gevoel zeg ik: etaleer niet direct een afwijkende mening. Zoek naar wat verbindt. Maar de werkelijkheid gebiedt mij te zeggen dat die houding zich op den duur tegen je kan keren. Ik herinner mij nog heel goed de polemiek tussen ds. Van Sliedregt en dr. Graafland, naar aanleiding van Graaflands boekje "Verschuivingen in de gereformeerde-bondsprediking". Voor mij als jong studentje gaf het openbaar komen van een scheur in het naar m'n idee zo hechte gereformeerde-bondshuis een geweldige schok. Heel
benauwend en aangrijpend om twee mensen die je allebei hoog hebt, publiek met elkaar over straat te zien rollen."

Was het nu verstandig van ds. Van Sliedregt om zijn zorg over dit boek kenbaar te maken, of niet? 
„Achteraf zeg ik: verstandig. Toch wel. Hij heeft toen al doorzien wat de uitwerking van verschillende noties in dit boek tot gevolg zou hebben. Daarom kon hij niet zwijgen, om des gewetens wil. Terwijl hij wist dat fiolen van toorn over hem uitgegoten zouden worden als hij het bestond dr. Graafland aan te vallen."

Welke conclusie verbindt u daaraan voor het heden ? 
„Dat het bedekken van wezenlijke verschillen geen oplossing biedt."

Onafhankelijk
Wordt een onafhankelijke opstelling geblokkeerd door de sterke groepsvorming binnen de reformatorische kerken rond personen, verenigingen en organen ?
„Dat gevaar is in ieder geval zeer reëel. Het gezag van de prediking wordt naar alle kanten ondermijnd door het feit dat predikanten zich laten verbinden met organisaties en clubs. Daarbinnen een zekere veiligheid zoeken en een zekere erkenning zien te verwerven. Waarbij in alle opzichten de code van de groep wordt gehanteerd, tot in de kleding toe. Elke groep heeft tegenwoordig zo z'n eigen kenmerken en je bent verdacht
zodra je op een fractie ervan afwijkt.

Zeker een predikant moet een zelfstandige en vooral een bijbelse denker zijn. Dat betekent niet dat je geen verwantschap mag voelen met een bepaalde groep of stroming. Maar het moet niet zo zijn dat je voortdurend op anderen leunt. Het benauwende is dat naar predikanten die zich onafhankelijk opstellen vandaag nauwelijks geluisterd wordt. Als de een het zegt is het op voorhand waar en als de ander het zegt is het op voorhand niet waar. Omdat hij niet in het potje past. Dat kom je in al onze kerkverbanden
tegen. Het vernielt complete kerkeraden. Heel verschrikkelijk!
Ook een belangrijk deel van de problemen binnen de SGP is uit dit groepsdenken en het gemis aan Bijbelse doordenking te verklaren." 

Versterving
Hoe beoordeelt u het toegenomen protectionisme in de afgescheiden kerken aan de rechterzijde van de gereformeerde gezindte ?
„Men meent dat terugtrekking in het eigen reservaat meer kans op overleven biedt. Dat ontken ik ten sterkste. Ik kan die verstarring en verkokering niet los zien van de verminderde werking van de Heilige Geest. Daardoor verdwijnt de behoefte aan ware gemeenschap." 

Velen spreken in dit verband over een verrechtsing van de gereformeerde gezindte. Is in werkelijkheid
niet veel meer sprake van verstarring?

„Met die term verrechtsing kan ik niet zoveel beginnen. Ik kan me er wat handelskenmerken en symptomen
bij voorstellen, maar theologisch begin je er niet veel mee. Liever gebruik ik de woorden verstrakking en versterving. Wat dat betreft vind ik het een verdienste van prof. Graafland dat hij dit probleem eindelijk eens helder en scherp gesignaleerd en geëtaleerd heeft in zijn boek "Gereformeerden op zoek naar God". Zijn oplossingen zijn de mijne niet, maar hij heeft wel de moed gehad om op bewogen wijze aandacht te vragen voor de Geestesstilte in een gezindte waar het allemaal nog zo goed lijkt te gaan, waar volle kerken zijn en waar het bol staat van de activiteiten."

Heilige Geest
„Een aangrijpend voorbeeld van de verwarde kerkelijke situatie in reformatorische kring was voor mij
de discussie tussen Graafland en Velema voor de EO. Twee mensen die op een totaal verschillende
golflengte spraken en elkaar daardoor nauwelijks raakten. Velema die er steeds maar weer op wees
dat we nog zo veel goede dingen hebben. En Graafland daartegenin met z'n "ja maar". Dat gesprek was symptomatisch voor de crisis waarin onze gereformeerde gezindte zich bevindt.
De een benadert het probleem van deze kant. De ander van die kant. Maar naar mijn stellige overtuiging is de kern van de crisis gelegen in een pijnlijk gemis van het doorbrekende werk van de Heilige Geest Ik zie alleen nog een uitweg als de Heere ons met de storm van Zijn Geest bij elkaar veegt en nieuw leven doet geboren worden. Wat we nodig hebben, juist in deze tijd, is een doorleefd, getuigend geloof, zoals dat er was in ons voorgeslacht. Mensen die konden getuigen dat het God had behaagd Zijn Zoon in hen te openbaren en die daardoor ontbloot waren van alle bekrompenheid. Waar dat bevindelijke geloofsleven ontbreekt gaat men een surrogaat zoeken. Enerzijds in allerlei activiteiten, anderzijds in een terugtrekking binnen de eigen groep om daar allerlei kenmerken in stand te houden terwijl het leven al geweken is."

Balans
Wat ziet u als de remedie?
„Het geheim van de eerste christengemeenten, en het zal ook het geheim van de laatste zijn, was de omgang met de Schrift en het eenvoudige, tere leven met God. Ik zal acht geven op wat de Heere tot mij spreekt. Als we dat kennen, hebben we, zelfs op de drempel van het jaar 2000, niet alleen een antwoord op, maar ook een vraag aan de tijd.
Ik sta wat dat betreft wat ambivalent tegenover onze reformatorische zuil in al z'n verschijningen. Ik kan de noodzaak ervan plaatsen, zeker op onderwijsgebied. Tegelijk moet ik de critici diep in m'n hart steeds meer gelijk geven. In alle zorg voor de bewaring van onze identiteit hebben we het contact verloren met een  stervende wereld, waarin miljoenen het onderscheid niet weten tussen hun linker en rechterhand. En als de vensters naar de wereld gesloten zijn, gaat het stinken. 
Soms bekruipt me het bange gevoel dat bij alles wat we menen te bezitten de Heere bezig is de kandelaar
te verplaatsen. Waarom zou ons dat niet kunnen treffen? Ik hunker naar een opwekking. Persoonlijk. Wat kun je ook zelf toe zijn aan een bad in het water van de Heilige Geest. Was mij geheel zo zal ik witter wezen... Maar ook kerkelijk. Als je de balans opmaakt van de theologische werken die we laten verschijnen, onze synodes, onze vergaderingen, dan verzucht ik wel eens: O God, waar heeft het ons gebracht? Des daags ontmoeten wij de duisternis en gelijks des nachts tasten wij in de middag."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's