Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zeggen ons de cijfers? [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zeggen ons de cijfers? [2]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Groei en achteruituitgang kunnen we niet alleen bekijken op het niveau van de plaatselijke gemeente maar ook voor het hele kerkverband. Opvallend is dan dat de Gereformeerde Gemeenten vorig jaar voor het eerst sinds lange tijd in ledental achteruitliepen.

C.S.L. Janse, Apeldoorn

De kerkelijke statistiek telde per 31 december vorig jaar 111 belijdende leden en 11 doopleden minder dan een jaar eerder. Nu werd die teruggang bijna geheel veroorzaakt door de droeve scheuring in de gemeente van Kruiningen. Daar liep het totale aantal leden en doopleden vorig jaar met 115 terug. Dat kun je zien als een incidentele factor. Er resteert dan in 2018 nog een minimale terugloop van 7 personen. Nader uitgesplitst: een groei van 10 zielen in Nederland (exclusief Kruiningen) en een teruggang van 17 in de buitenlandse gemeenten (Carterton en Randburg).

Overdreven

In het Nederlands Dagblad werd de teruggang van het ledental van de Gereformeerde Gemeenten door ds. D. Schinkelshoek (PKN) betiteld als ‘het einde van een tijdperk’. Dat is, zeker bij een nadere analyse van de cijfers, wel wat overdreven. Dat neemt niet weg dat de getalsmatige ontwikkeling van onze gemeenten de aandacht verdient. Ga maar na. Een halve eeuw geleden was de jaarlijkse groei van ons kerkverband ruim duizend zielen per jaar. Twintig jaar geleden lag het groeicijfer net beneden de duizend. Tien jaar geleden was de jaarlijkse groei gezakt tot iets onder de 400. En de laatste jaren is die groei minimaal of zelfs negatief. Wat is de achtergrond hiervan?

Allereerst kun je kijken naar de demografische gegevens: geboorte en sterfte. Omdat het jaarboek sinds 2005 het aantal gedoopte kinderen vermeldt, hebben we daarmee ook zicht op het aantal geboorten. Die aantallen zijn de afgelopen 15 jaar iets teruggelopen. In 2004 werden 2.197 kinderen gedoopt, in 2008 waren dat er 2.283, in 2013 2.155 en in 2018 2.111.

Het dubbele

Het geboorteniveau in de kring van onze gemeenten is ongeveer het dubbele van dat van de Nederlandse bevolking als geheel. Leeftijdsopbouw en gezinsgrootte zijn hier de bepalende factoren. In een gemeente met veel jonge gezinnen zullen meer kinderen geboren worden dan in een even grote gemeente die vergrijsd is. De sterfte lag aanzienlijk lager. Daardoor was er al die jaren in onze gemeenten een aanzienlijk geboorteoverschot. In 2004 betrof dat 1.574 personen, in 2008 waren dat er 1.728, in 2013 1.518, terwijl het vorig jaar om 1.461 personen ging.

Over het verleden ontbreken deze cijfers. Wel is in het jaarboek altijd het aantal leden en doopleden afzonderlijk vermeld. Vijftig jaar geleden waren er bijna evenveel doopleden als belijdende leden. Nu is die verhouding 4 (doopleden) staat tot 5 (leden). Het laatste jaarboek vermeldt slechts 12 gemeenten waar het aantal doopleden groter is dan het aantal belijdende leden.

Die gewijzigde verhouding tussen de aantallen leden en doopleden is voor een klein deel toe te schrijven aan de gestegen levensverwachting. Een veel belangrijker factor is de dalende gezinsgrootte in de laatste halve eeuw.

Uitstroom

Naast de demografische gegevens is het grensverkeer voor ons kerkverband van groot belang. Is vergeleken met bijvoorbeeld de Christelijke Gereformeerde Kerken of de Nederlands Gereformeerde Kerken het geboorteoverschot bij ons aan de hoge kant. Dat geldt ook voor de verliezen door het grensverkeer. Er verlaten veel meer mensen onze gemeenten dan er toetreden. Vorig jaar waren er 925 toetredingen tegenover niet minder dan 2.480 onttrekkingen. Een verliespost van 1.555 zielen.

Sinds 1966 geeft het jaarboek een overzicht van het grensverkeer. Over 1965 was dat nog bijna in evenwicht. Er kwamen 523 personen over, terwijl er 545 gingen. Uit de Christelijke Gereformeerde Kerken kwamen er in die jaren, anders dan tegenwoordig, meer dan er heen gingen.

In de loop der jaren is het verliessaldo duidelijk gegroeid. Bedroeg dat in de jaren zestig van de vorige eeuw nog minder dan 100 per jaar, in de jaren tachtig was dat gestegen tot zo’n 750. In de jaren negentig lag dat ongeveer op hetzelfde niveau, om in het eerste decennium van de 21ste eeuw te stijgen tot bijna 1.000. Gerekend vanaf 2010 ligt het aantal toetredingen gemiddeld op 878 en het aantal onttrekkingen op 2.073. Derhalve een jaarlijkse verliespost van 1.195. Dat zijn zonder meer verdrietige cijfers.

Nu we het toch over de cijfers hebben, sinds 2005 bevat ons jaarboek ook een opgave van het aantal mensen dat belijdenis deed. Gemiddeld waren dat er ruim 1.400 per jaar. De laatste vijf jaar zitten we daar onder. Vorig jaar waren het er slechts 1.237. Ook dat geeft te denken.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2019

De Saambinder | 20 Pagina's

Wat zeggen ons de cijfers? [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2019

De Saambinder | 20 Pagina's