Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONS VERVOLGVERHAAL (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONS VERVOLGVERHAAL (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Maarten die middag naar huis fietst is hij toch wat rustiger dan hij die morgen gegaan is. De klas wéét nu. Maar dat is beter dan dat angstvallige verzwijgen van hem en dat nare gevoel daar tóch niet goed aan te doen.

Ze zullen op school nog wel béter ingelicht worden. Daar zal Ingrid wel voor zorgen. Zo ver kent hij haar wel dat ze tot in de finesses hun gezins-en gemeenteleven uit zal rafelen. Gemene meid! Hij trekt z'n mond samen' tot een smalle, woedende streep. Iemand anders belachelijk en bespottelijk maken - -daar schept ze behagen in. Toch heeft hij vanmorgen gevoeld dat ze daardoor niet aan populariteit wint in de klas. Hoopt ze dat misschien? Probeert ze daarom leuk te zijn ten koste van een ander?

Tussen de middag was hij wat besluiteloos naar buiten geslenterd. Op de stoep zat een troepje jongens uit zijn klas zich te koesteren in het warme lentezonnetje.

„Kom d'r bij en neem een' zit " nodigde Piet Herkema uit. De anderen schoven gewillig wat ineen om plaats te maken. En Maarten was gaan zitten, verheugd. Al kon hij dan vaak niet meepraten — wat weet hij van die goeie film die in Roxy draait of van die bar slechte wedstrijd van zondagmiddag? — hij warmde zich toch aan hun kameraadschappelijkheid. Ze nemen me toch op, ik hoor er toch bij

De hele middag is Maarten tamelijk goed geluimd. En als ze 's avonds rond de tafel zitten — hij alleen eet warm — geeft hij z'n broertje Peter zelfs een stukje van z'n vlees. Iets waartoe hij anders totaal niet voor te vinden is. „Jij hebt vanmiddag je beurt gehad, hoor!"

Het valt ook de anderen — Maartens vader en moeder en oma Van Kampen — op dat Maarten zo opgewekt is. De dominee neemt hem van opzij verstolen op. Zou hij 't briefje al afgegeven hebben? 't Zal nog wel niet Hij wil er liever toch niet over beginnen. Misschien vertelt hij 't zelf,

spontaan Even later begint Maartens moeder echter over de biddag. Een mooie aanleiding voor de dominee om eens langs z'n neus weg te informeren.

En Maarten vertelt. Waarom zou hij niet? Hij kan z'n vader nu recht in de ogen kijken. Dat Ingrid hem eigenlijk voor kleine jongen heeft gezet, verzwijgt hij echter. Is hij daardoor misschien te erg beledigd?

„Fijn Maarten", zegt dominee mild. Hij is toch wat opgelucht. „Zo moet het. Schaam U het Evangelie van Christus niet". Maarten kleurt een beetje en hij krijgt opeens een' warm gevoel van binnen.

Oma Van Kampen, de moeder van de dominee, heeft zich tot nu toe buiten het gesprek gehouden. Ze kan het niet zo goed volgen allemaal.

„Oeven die kinders dan zélf gin biddag t' ouwen, Maarten? " vraagt ze.

Maarten vangt nog net een blik van z'n moeder: „Toe Maarten, wees maar toegeeflijk, oma heeft zo weinig begrip van het schoolleven". Hij kan het wat ongeduldige „Natuurlijk niet!" nog net inslikken. Hij kan overigens héél wat van zijn oma hebben.

„Nee oma, sommigen' gaan helemaal niet naar een kerk". Van onder het weekse kanten mutsje — oma heeft nooit de Zeeuwse dracht afgelegd — kijkt ze hem wat ontdaan aan. Je hoort tegenwoordig zo veel. En zit Maarten bij die kinderen in de klas?

Ze is eigenlijk helemaal geen oma, vindt Maarten — ze is nog een echt mal, lief, ouderwets grootje. Ze kijken allemaal naar haar. Ze zien haar denken, combineren.

„Da's erg, da's erg", zegt ze peinzend. „Me kunne toch nie zonder Gods zegen. Oe kan d'r noe iets groeie, zonder cla God de wasdom gheeft? " Het klinkt kinderlijk afhankelijk. En dat is het ook, weten ze allemaal. Plotseling kijkt ze Maarten recht aan. „Ja, da's erg. Want me kunne toch nie zonder een biddag. Niewaar, Maarten? "

Haar ogen zijn opeens wonderlijk wijs. Maarten heeft het gevoel dat ze tot op de bodem van z'n hart neerziet. Snel duikt hij dieper over z'n bord. Nee oma, ü niet, u kunt niet zonder, denkt hij. Hij begrijpt o zo goed wat ze met die sim-

pele woorden zeggen wil: „Jij bent nu wel zo flink geweest en je bent tóch wel een beetje tevreden over jezelf — maar kun je het eigenlijk niet heel goed zónder biddag stellen ? "

's Even kijken dit is de Emmastraat. Ja, nu moet hij de Violenstraat in. En dan de tweede zijstraat links.

Op z'n gemak fietst Maarten door de stacl op zoek naar cle Rozenstraat. Hij moet op nummer 15 zijn. Daar woont Gert Bos. Nog steeds is Gert ziek. Na een paar dagen kregen ze op school bericht dat Gert bronchitis had en op bed moest blijven. Hij had aangeboden om huiswerk te gaan brengen, 't Lag toch in zijn richting'

Nou, dat is nou niet bepaald een fraaie straat, die Violenstraat. De huizen rijzen hoog en somber op aan weerszijden van cle smalle weg. Er is nauwelijks een trottoir. Maarten moet even diep ademhalen. Naar is het hier, benauwd haast. Wacht, dit moet de Rozenstraat zijn. Nieuwsgierig gaat Maarten de bocht om. Precies zo'n straat. Hoge donkere huizen; één grauwe massa steen. Nergens is een sprankje groen te bekennen. Aan cle rand van het trottoir spelen een paar kinderen met een plastic bootje in een plas. Achterbuurt, denkt Maarten. Nee, dat toch ook weer niet, maar echt netjes is het ook niet.

Nummer 33...27...21... Wat lopen die nummers vlug op. O. die huizen zijn natuurlijk dubbel bewoond. Nummer 15 — hier is het.

Maarten zet z'n fiets op slot en belt aan. De deur wordt van boven met een touw open getrokken. Met z'n boekentas onder z'n arm stommelt hij de smalle trappen op. Nummer 15 is op de clerde verdieping. Er hangt een naambordje: F. Bos. De deur staat op een kier. Zal hij aanbellen? Of is het nu de bedoelingdat hij direkt naar binnen stapt? 't Is voor hem, cle dorpsjongen, wat vreemd allemaal.

Maar terwijl hij daar aarzelend staat te overleggen, wordt de deur verder open gedaan. Gert zelf, met een trui over z'n pyama, staat voor hem.

Even is er wat bevreemding van beide kanten. Gert kijkt verbaasd en ook wat geschrokken. Vindt hij het vervelend dat Maarten, z'n schoolvriend, hem nu tegen deze achtergrond ziet?

„Dag, 'k kom huiswerk brengen, " zegt Maarten dan.

Even later ziten ze tegenover elkaar in cle smalle kamer. Gert is blijkbaar alleen thuis. Maarten heeft nog vlug even om zich heen gekeken. Sober gemeubileerd, armelijk bijna, maar wel schoon en netjes.

Al vlug vinden ze de oude vriendschappelijke toon terug.

„Mag je al weer uit bed, Gert? " „Nou ja, mógen, mógen Maar 't duurt zo lang op bed, hè " Hij ziet er smal en wit uit, vindt Maarten. Onder z'n ogen zijn donkerblauwe kringen en het blonde haar valt sluik en dor over z'n voorhoofd.

„Hoe is 't op school? Ik heb nou die repetitie voor Frans niet meegemaakt." De boeken komen op tafel en samen overleggen ze hoe ze te werk zullen gaan om Gerts achterstand zo klein mogelijk te houden. Na een poosje schuift Gert zijn stoel achteruit, , , 'k Heb dorst", zegt hij. „Jij ook? " „Ja, nou je 't zegt "

„Ik zal even koffie zetten." Maarten kijkt wat verbaasd naar Gert, die met twee kopjes naar de keuken gaat. Door cle open deur hoort hij hem koffie malen en de melk opzetten. „Nou zeg, jij hebt er kaas van gegeten, hoor. Komt je rnoecler gauw thuis? "

In de keuken blijft het even stil. Ook het gerammel met de kopjes houdt op. Dan komt Gerts stem: „Ik heb geen moeder meer, Maarten "

Maarten schrikt. „O", zegt hij langzaam, om toch wat te zeggen. Stom van hem om dat te vragen. Maar Gert neemt het hem niet kwalijk. „De buurvrouw van beneden komt 's morgens hier om het huishouden te doen en eten te koken.

De rest doen we zelf, " legt hij uitvlak voor Maarten weggaat — hij staat al met z'n jas aan — valt z'n oog opeens op iets bijzonders. „Tsjónge!" haalt hij bewonderend uit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1974

Daniel | 24 Pagina's

ONS VERVOLGVERHAAL (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1974

Daniel | 24 Pagina's