Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DE VOORZIENIGHEID.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DE VOORZIENIGHEID.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord voorzienigheid zelf komt in den Bijbel niet voor, wat echter niet zeggen wil, dat wij dit woord niet zouden mogen gebruiken. De Bijbel is niet een geijkt Godsdienstig woordenboek, dat alleen te gebruiken woorden zou aanwijzen, al zijn er menschen, die blijkbaar van dit gevoelen zijn. Het komt op de zaak aan door het woord uitgedrukt; en met het oog daarop is het Woord Voorzienigheid, zeer goed. Wel leest ge in Gods Woord van voorzien.
Zoo sprak Abraham in de bekende geschiedenis van Izaäks offerande: „God zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon." En Abraham noemde den naam van die plaats: De Heere zal het voorzien, waarom heden ten dage gezegd wordt: „Op den berg des Heeren zal het voorzien worden" (Gen. 22:8 en 14).
Ook Paulus gebruikt het woord voorzien in: Als ik in mijne zaken zal voorzien hebben.
Dat voorzien beteekent dus niet alleen van te voren zien, maar ook aanbrengen, wat noodig is. En wat wij belijden van de Voorzienigheid Gods is dan ook niet alleen, dat God van eeuwigheid alles voorzag in Zijne Alwetendheid, gelijk Gode al Zijne werken van eeuwigheid bekend zijn; want hierover spraken wij bij de besluiten, die aan alle werken Gods, dus ook aan de voorzienigheid ten grondslag liggen. Maar door de Voorzienigheid heben wij meer bijzonder het oog op het werk Gods tot in standhouding van al het geschapene.
De Catechismus geeft op de vraag: „Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?" dit wonderschoone antwoord: „De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met Zijne hand onderhoudt en (al zoo) regeert." Te voren reeds in Zond. 9 is gewezen op den raad Gods, waarnaar de Vader alle dingen regeert. (Efeze 1:11). Maar van dien Raad is dan toch de Voorzienigheid onderscheiden, al volvoert God Zijn raad mede door het werk der voorzienigheid. De Voorzienigheid is een werk Gods in den tijd; de Raad een werk Gods van eeuwigheid.
Als de H. Schrift leert, dat na de schepping van hemel en aarde de Heere rustte van al Zijnen arbeid, beteekent dat ganschelijk niet, dat God van alle werk ophield, en sinds die schepping in ledig nietsdoen Zich terugtrok. Het rusten Gods doelt op Zijn heilige vermaking in Zijne werken; en leert voorts dat God ophield van scheppen. In die schepping is echter een voortdurend werk van Gods Voorzienigheid, waarop Christus zag, toen Hij zeide: „Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook." (Joh. 5:17).
Dus gaf God het heelal niet over aan het noodlot.
De leer van het noodlot is zoowel Heidensch als Mohammedaansch. De Heidenen zagen in de schepping een zelfwerkende kracht, die onweerstaanbaar werkt en die zij blind aanbaden. En Allah is de God der Mohammedanen, die zijn wil onverzettelijk doorvoert en aan wien men zich hebbe over te geven, wijl toch niemand iets tegen hem vermag. Van onderwerping in kinderlijk liefdebetrouwen door het geloof is hier geen sprake. Het ijskoude noodlot regeert, dat met alle gebruik der middelen spot; en die middelen verwerpt. Men bemerke wel het onderscheid tusschen de leer van Mohammed (het noodlot) en wat Gods Woord ons leert van de Voorzienigheid.
Het Pantheïsme komt eveneens in strijd met deze leer der Voorzienigheid. Het Pantheïsme toch wischt de grenzen uit tusschen Schepper en schepsel; het kent geen afzonderlijk Gods-bestaan buiten de wereld. In de wereld ligt de zelfontvouwing Gods en in het menschelijk denken komt God tot zelfbewustheid. Het kent God geen eigen Wezen toe; en dus kan het de schepping noch de voorzienigheid niet erkennen als het werk Gods, naar Zijn bepaalden Raad, van eeuwigheid vastgesteld. Alles is één ontwikkelings-proces. Geen God staat boven ons, opdat wij Hem aanroepen. Zonde en deugd zijn op dit standpunt hetzelfde; en het pantheïsme loopt uit op het noodlot der Heidenen; het verlamt alle leven en voert tot wanhoop.
Eveneens verwerpelijk echter is het Deïsme, hoewel het tegenover het Pantheïsme staat. Het Deïsme wil wel degelijk een Zelf-bestaand God erkennen; en eveneens de schepping door Hem. Maar het maakt het geschapene los van God. God bemoeit Zich met die schepping niet meer. Los van God en Zijn dadelijke inwerking is het geschapene overgegeven aan het toeval..
Het Pantheïsme stelt het noodlot;
het Deïsme het toeval.
Wat troostelooze leer! De mensch, deel van de schepping, los van God. Geen toevlucht met de nooden tot God; geen zaligheid in de gemeenschap met God. Arme leer! En bittere vrucht. De emancipatie van den mensch is de wortel der revolutie.
Tegenover dit Mohammedanisme en Pantheïsme en Deïsme staat het Theïsme, de leer der Schriften, die Schepper en schepsel onderscheidt en tevens de voorzienigheid Gods erkent. God liet de schepping niet aan zichzelf over. Het heelal loopt niet van zelf af, als een opgewonden uurwerk; maar alle dingen komen van Zijne hand. Hij onderhoudt en regeert het groote en het kleine; loof en gras; regen en droogte; vruchtbare en onvruchtbare jaren; spijze en drank; gezondheid en krankheid; rijkdom en armoede; en alle dingen. Gods vinger is in alles te bemerken, en het ware geloof in de Voorzienigheid aanvaardt niet alleen omdat er toch niets aan te doen is, maar onderwerpt de ziel in kinderlijken ootmoed, wijl God het al van Zijn Vaderlijke hand doet toekomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1927

De Saambinder | 4 Pagina's

VAN DE VOORZIENIGHEID.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1927

De Saambinder | 4 Pagina's