Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Besprekingen van de Heilige Oorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Besprekingen van de Heilige Oorlog

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

5

En nu, o inwoners van dit vermaarde Mensziel, opdat ik wat meer bijzonder tot u spreek, gij zijt geen vrij volk, maar wordt in banden en slavemij gehouden door een droevig dreigement. En dat om geen reden dan deze; Gelijk Ik het hebben wil, zo zal het zijn. En is het niet droevig te denken dat dezelfde zaak, die u verboden is, u wijsheid en eer zou brengen zo gij ze maar genieten mocht. Want dan zouden uw ogen geopend worden en gij zoudt God gelijk zijn.

Nu de zaak zo staat (zeide hij), kondt ge wel door enig vorst in groter slavemij gehouden worden, dan gij ten deze dage zijt? Gij zijt in overheersing, ge ligt bezwachteld in veel ongelukken, gelijk ik aangetoond heb. Want wat is groter slavemij dan in blindheid gehouden te worden? Zal u de rede zelfs niet eren dat het beter is ogen te hebben, dan die te missen, in vrijheid te leven dan in een duistere stinkende spelonk opgesloten te zijn?

Juist terwijl Diabolus deze woorden sprak tot Mensziel, schoot een der helse geesten op Kapitein Tegenstand, terwijl hij in de poort stond, en bracht hem een dodelijke wond in zijn hoofd toe. Zodat hij tot verbaasdheid van de inwoners en tot aanmoediging van Diabolus, morsdood over de muur viel. Door te luisteren naar satan komt men onder de invloed van zijn geredeneer, en dat maakt ons machteloos en krachteloos omtrent het volharden in het goede. Hier is het zwaard van het Woord ons uit de hand gevallen.

Toen Kapitein Tegenstand nu gedood was, terwijl hij was de enige krijgsman, die ze binnen de stad hadden, was het arme Mensziel gans ontbloot van alie moed. Het had ook in het minst geen hart meer om tegenweer te bieden. Maar ’t was alles zoals de duivei zou kunnen wensen.

Toen presenteerde zich Mr. Kwaderust, welke Diabolus met zich gebracht had onder de naam van Al-in-ruste, die zijn woordvoerder werd. Deze trad toe om met de stad Mensziel te spreken. Zijn rede luidde omtrent als volgt: Edele Heren! ’t is mijns Meesters geluk op deze dag zo een stil en vredig gehoor bij u te vinden. En wij hopen, dat we u zullen overreden om een goede raad aan te nemen. Mijn Meester heeft een zeer grote liefde voor u en schoon hij, gelijk hij zeer wel weet, gevaar loopt om in Koning El-Schaddai's ongunst te vallen, zo zal echter de liefde die hij u toedraagt, hem nog meer doen ondememen dan dit. t Is ook niet nodig een woord meer te gebruiken tot bevestiging van wat hij gezegd heeft, wijl ieder woord voor zichzelf spreekt. De naam van de boom maakt een einde aan ’t ganse verschil in deze. Ik zal er derhalve thans met u door’t consent van mijn Meester dit alleen van zeggen: Overlegt slechts zijn woorden.

Met een geweldige ophef sprak Diabolus nu, want met de eerste overwinning begon hij steeds meer ingang te verkrijgen in de stad Mensziel.

Overlegt slechts de woorden van mijn Meester, ziet dan de boom en zijn veelbelovende vrucht aan. Bedenkt ook, dat ge nog maar weinig weet en dat dat het middel is om meer te leren. En zo uw begrip door zulk een goede raad niet overreed wordt om die aan te nemen, zo zijt gij de lieden niet die ik meende te vinden.

Hoe is het mogelijk dat wij naar zulk een helse leugentaal hebben kunnen luisteren, terwijl de Heere ons geschapen had naar Zijn beeld en gelijkenis, dal bestond in kennis, gerechtigdheid en heiligheid.

Toen de stedelingen zagen, dat de boom goed was tot spijs en vermakelijk voor het oog, een boom begeerlijk om wijs te maken, deden zij ge-lijk Kwaderust hun ried; zij namen en aten daarvan. En zie, het kwaad, het rampzalig kwaad der ongehoorzaamheid is moedwilhg bedreven. Een kwaad, dat in haar diepte niet is te peilen en in haar lengte niet is te melen, want het strekt zich uit tot in de eeuwige rampzaligheid.

Maar dit en dat moest ik al gezegd hebben, toen Kwaderust deze rede tot de inwoners voerde, zeeg de heer Oprechtheid neder waar hij stond en had geen leven meer in zich over, ’t Zij door een schot uit het leger van de reus, of door een schielijke inzinking of hartaandoening, of door de stinkende adem van die oude verrader der ziel Kwaderust, en dat denk ik wel het naast.

Dus stierven die twee brave mannen. Brave mannen noem ik ze, want zij waren het sieraad in de heerlijkheid van Mensziel zolang zij er in waren. Daar bleef nu ook niet een edelmoedige geest in de stad over, zij vielen alien neder, onderwierpen zich Diabolus en werden zijn slaven en vazallen, gelijk gij nog horen zult.

Toen nu dezen dood waren, wat deden de overige inwoners nu? Als mensen die een dwaas paradijs gevonden hadden, gelijk ik tevoren meldde, vielen zij daarop aan, om de woorden van de reus te beproeven. Doende ten eerste’t geen hun Kwaderust ried. Zagen de verboden vrucht aan, overleiden en werden er mee ingenomen. Zij vatten ze aan en aten er van. Maar zodra hadden zij daar niet van gegeten of zij werden er op staande voet dronken van. En kwamen de poorten open te zetten. De Oorpoort en de Oogpoort beide, en lieten Diabolus met zijn gevolg binnen trekken. De goede ElSchaddai ten enenmale vergetende, gelijk ook Zijn wetten en ’t oordeel, dat Hij met zulke plechtige bedreigingen daarbij had gevoegd, zo men ze brak.

Diabolus nu, aldus binnen gekomen, marcheerde tot midden in de stad, om zijn overwinning zo zeker te maken als hij kon en merkende, dat de genegenheden van het volk tot hem overhelden, achtte hij het geraden het ijzer te smeden terwijl het heet was.

Derhalve vervolgde hij zijn bedriegelijke redevoering, zeggende: Helaas, mijn arm Mensziel, ik heb u de dienst gedaan door u tot grote eer en vrijheid te bevorderen. Maar ach! ach! lief Mensziel, nu ontbreekt u een beschermer, want wees verzekerd, dat El-Schaddai zal horen wat er gebeurd is en dat het Hem zal smarten, dat gij Zijn banden gebroken en Zijn touwen van u geworpen hebt. Wat wilt gij dan doen? Wilt ge het gedogen dat u na deze verwijdering uw voorrechten afhandig gemaakt wor-den? Hoe zult ge u dan redden? Toen zeiden zij alien gelijk tot deze Doornbos: „Heers gij over ons.” En deze beweging nam hij aan en zo werd hij koning van de stad Mensziel.

En zo is het hart des mensen, een lusthof van de Heere, veranderd in een doornbos dat bestemd is voor het eeuwige vuur daar er niet iets goeds van is te maken. Tenzij dat de Heere Zijn ontfermende liefde er in komt te verheerlijken, tot vernieuwing en bekering. Wanneer voor een doom een dennenboom en voor een distel een mirtenboom zal opgaan. Hierover zullen al de bomen des velds de handen samen klappen.

Nijkerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Besprekingen van de Heilige Oorlog

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's