Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tarwekorrel vertelt verder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tarwekorrel vertelt verder

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verhaal van de tarwekorrel (februari-nummer) heb ik voorgelezen tijdens onze Bijbelstudiekring. Toen bleek dat het verhaal anders kan overkomen dan ik bedoelde. Vandaar deze nadere toelichting. Met die ballade had ik slechts willen weergeven wat volgens mij de wedergeboorte is. Dat is een radicale en totale verandering in de kern van ons wezen, vooral in onze wil, waardoor wij niet meer gekeerd staan naar ons eigen 'ik', maar naar God. Dat gekeerd zijn naar God wordt ook wel de bekering genoemd.

Ik, ik en nog eens ik!

We groeien allemaal op met een egoïstische levenshouding. Die hebben we van Adam en Eva geërfd. We worden geboren met de neiging om altijd weer ons ego in het middelpunt te stellen. Het egocentrisme zit er bij ons allemaal diep ingewortèld. Ik, ik en nog eens ik! De ikzucht kan allerlei vormen aannemen, bijvoorbeeld in brutale geldingsdrang of in het 'lelijke eendje' dat zichzelf voortdurend zit te beklagen. Die ik-zuchtige levenshouding is een stuk geworden van onze bedorven natuur. We kunnen daar dan ook zelf geen verandering in aanbrengen. Dat kan alleen gebeuren van Buiten af, door de Heilige Geest.

Vóór mijn wedergeboorte wilde ik in wezen (ook al kwamen er wel eens edele en vrome gedachten en verlangens in mij op en deed ik wel eens goede dingen) alleen mezelf; na mijn wedergeboorte wil ik in wezen alleen God. Maar ook hier moet ik weer de klemtoon leggen op het 'in wezen'. Wat ik daarmee bedoel, kan ik misschien verduidelijken met het volgende voorbeeld.

De magneetnaald

Een magneetnaald is in wezen gericht op de Noordpool. Maar als er metaal in de buurt van die magneet wordt gebracht, wordt de magnetische naald van de richting naar de Noordpool weggetrokken en keert zich naar dat metaal. Zo is het ook met de wedergeboorte. In wezen is onze wil dan gericht op God. Maar als er een voor het 'vlees' begeerlijk voorwerp in de buurt van die wil komt, wordt die wil daarnaar toe getrokken. "Een ieder wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt" (Jak. 1:14). Dan is echter nog niet alles verloren. Want het gaat hier alleen maar over een verlokking. De wil kan daaraan toegeven of niet. Dat is het verschil met de magneetnaald. Die kan niet anders. Wanneer een metaal in de buurt wordt gelegd, is de aantrekkingskracht daarvan veel sterker dan die van de verre Noordpool. De magneetnaald kan zich dan niet verzetten tegen de zuiging van dat dichtbij zijnde metaal. Maar de mens kan met zijn wil wel weerstand bieden aan de treiterende uitdaging van de begeerte, ook al dringt die zich met al haar charmes aan hem op. Hij kan dan 'nee' zeggen tegen dat lekkere hapje dichtbij en in geloof vasthouden aan God die op dat moment misschien heel ver weg lijkt. Pas als hij zich door zijn driften laat overmeesteren, voltrekt zich wat Jakobus schrijft: "Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende (dat is: nadat de begeerlijkheid bevrucht is geworden door de wil die er 'ja' tegen heeft gezegd), baart zonde en de zonde voleindigd zijnde baart de dood."

Niemand van ons kan echter de magneetnaald van zijn wil onafgebroken op God richten. "Want wij struikelen allen in vele (dingen)", zegt de nuchtere Jakobus in 3:2. Dat is dus geen reden om te gaan twijfelen of je wel wedergeboren bent. Maar wat dan? Wanneer je merkt dat de begeerte je met haar verlokking wil manipuleren, kun je twee dingen doen: 1. Je kunt dan de gewoonte aannemen om zonder enig verzet toe te geven aan de zuiging van je hartstochten op grond van redeneringen als: "We zijn en blijven zondaars. Maar gelukkig! We mogen weten dat onze zonden steeds weer vergeven worden. Dus kunnen we er rustig op los zondigen." 2. Je kunt ook tegen die begeerlijkheid blijven strijden, ook al word je er nog zo vaak door overweldigd. Dat is de juiste houding. Want wanneer je de totale en radicale liefde van Christus tot het uiterste zo vlak bij je ziet door het geloof, hoe kun je dan berusten in een leven van liefdeloosheid en ikzucht? Wel moet je dan oppassen dat je niet vervalt in een werkkramp. Ik bedoel: je moet niet gaan denken dat je doordat je zo je uiterste best doet, God (meer) gaat behagen. Want dan stel je je weer onder de wet. En daar is Paulus mordicus tegen. Want, zo zegt hij, zodra je je onder de wet stelt, sta je buiten Christus. Dan ben je een weerloze prooi van de duivel die dan met je begeerten gaat spelen. We zijn en blijven aangenaam in Gods ogen alleen door Christus, uit genade en door geloof alleen, niet door de werken. "Opdat niemand roeme", zo voegt Paulus in Ef. 2:9 eraan toe. Want roemen in (iets van) onszelf doen we o zo graag, al is het maar in de tranen van berouw die we schreien en in het zuchten vanwege onze wanhoop.

Geestelijke strategie

Uit bovenstaande beschouwingen springt vanzelf de vraag naar voren: hoe moeten we die strijd tegen onze begeerten voeren? Er zijn twee mogelijkheden: 1. de zuigingskracht van de begeerten verzwakken of proberen te ontlopen; 2. de kracht van ons geloof, de geestelijke magnetische naald die ons richt op God, versterken.

Wat punt 1 betreft het volgende, a. Neem zoveel mogelijk de wijze levenslessen ter harte die we in de Bijbel, vooral in het boek Spreuken, vinden. Vaak zijn die ook neergelegd in volkswijsheden zoals: 'de gelegenheid maakt de dief en 'bind een kat niet op het spek'. Vermijd dus die gelegenheden die je gemakkelijk tot zonde verleiden. Houd indien mogelijk de televisie buiten de deur. Dat kan niet altijd. Een voorbeeld: een journalist van een krant moet een geruchtmakende tv-docu mentaire gezien hebben, anders kan hij er niet gefundeerd over schrijven. Doet hij dat toch, dan is er veel kans dat hij de plank misslaat. En dat heeft tot nare gevolg dat zijn (christelijke) krant er minder geloofwaardig door overkomt. En dat is jammer, want we hebben christelijke kranten dringend nodig. Maar in onze tijd is internet een veel groter gevaar. Een paar drukken op de knoppen van je computer en je hebt de meest harde porno vlak voor je neus op je studeerkamer. Maar meestal is e-mail verbonden aan internet. En e-mail is voor velen onmisbaar.

b. Het kan zijn dat iemand behept is met abnormaal sterke begeerten. Dat kan het gevolg zijn van traumatische gebeurtenissen in zijn jeugd of door stelselmatige bangmakerij. In sommige kringen wordt bijvoorbeeld de lichamelijke eenwording van de geslachten voorgesteld als iets dat in zichzelf vies en zondig is. Zozeer zelfs dat de huwelijksbeleving in feite gezien wordt als een noodzakelijk kwaad, als een min of meer geoorloofde zonde. En dat alles ondanks de lofzang over de schoonheid van de liefde tussen man en vrouw in het Hooglied. Dat heeft tot gevolg dat men dergelijke, door God Zelf in de menselijke natuur ingeplante neigingen probeert weg te drukken uit het bewustzijn en ze op te sluiten in de duistere kelder van het onderbewuste zielenleven. Maar het is een psychologische wet dat ze dan des te harder gaan bonzen tegen hun gevangenisdeuren. Wanneer je in een beek of een rivier een dam aanlegt, zoekt het aanstromende water toch een uitweg. Het hoopt zich steeds meer op tegen de dam en dan is er op den duur kans dat de dam het begeeft met desastreuze gevolgen.

Ik heb dat een keer meegemaakt in mijn jeugd. De Maas was ver buiten haar oevers getreden waardoor ook een beek, die door mijn geboorteplaats liep, overstroomde en de kelders van de belendende huizen vol water kwamen te staan. De bewoners van die huizen hadden toen een dam in die beek aangelegd. Maar daardoor waren de akkers ervóór ondergelopen, met het dreigende gevaar dat de jonge planten allemaal zouden wegrotten en kapitalen verloren zouden gaan. Toen kwamen de eigenaars van die akkers in actie. Gewapend met zeisen en hooivorken - ik zie het nog vóór me - eisten ze dat die dam zou worden weggehaald. Gelukkig gebeurde dat ook, zodat er niemand door een zeis werd weggemaaid of een hooivork in zijn buik kreeg.

Conclusie: als je merkt dat sommige begeerten in je al te sterk zijn, zodat er bij jou hét gevaar dreigt van een morele dijkdoorbraak, geneer je dan niet en zoek hulp bij een psycholoog of psychiater. Wees niet trots en wijs daarom zo'n uitgestoken hand niet af. Als we lichamelijk ziek zijn, gaan we toch immers ook naar de huisarts? Waarom zouden we, als er psychisch iets aan ons mankeert, dan niet de hulp inroepen van een psychisch deskundige?

Maar veel belangrijker is punt 2. Versterk je geestelijke magnetische naald die je op God richt. Hoe doe je dat? Dat weet uzelf ook wel. Stille tijd met aandachtige bijbeloverdenking en veel gebed. 'Oefen uzelf tot godzaligheid' (Tim. 4:7). Daardoor groeit u in de gemeenschap met Hem. En dat heeft tot gevolg: "Wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen" (Joh. 15:5).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2000

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

De tarwekorrel vertelt verder

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2000

In de Rechte Straat | 16 Pagina's