Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VREESACHTIG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VREESACHTIG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Zo'n man als Vreesachtig staat onder een bijzondere zorg. De Meester heeft aan al Zijn knechten opdracht gegeven die kleintjes altijd een beetje voor te trekken. In die brief van aanbeveling was in al zijn behoeften ruimschoots voorzien; en toch bleef hij angstig buiten staan: „Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld? " Hij stond voor het meest gastvrije huis ter wereld en... had gebrek. Hij werd genodigd en... ging niet naar binnen. Hij mocht mee bruiloft vieren en... liet anderen voorgaan, omdat hij meende, dat zij het veel waardiger waren. Grootmoedig zag hem staan en vroeg naar zijn nood. Maar hij kon het niet "eens zeggen. De grote gids der pelgrims moest het meer uit de tranen-van Vreesachtig opmaken dan uit zijn woorden, wat er in hem omging.

Grootmoedig vertelde aan de Meester het geval van Vreesachtig en kreeg opdracht: „Dwing hem om in te komen . Nou, dat heeft nog heel wat moeite gekost. Toen hij eenmaal binnen was, werd hij vrijer en liet zelfs de brief zien van aanbeveling. In het huis (van Uitlegger) werd hij overal rondgeleid, opdat hij toch maar gesterkt zou worden voor z'n reis. Toen trokken Grootmoedig en Vreesachtig verder. Hebben zij veel gepraat? Dat enkel niet. Grootmoedig kon weinig woorden uit hem krijgen, doch hoorde veel zuchten. Lachte hij nooit? Grootmoedig vertelt, dat hij altijd maar bang was als een rover of huichelaar opgehangen te zullen worden. Toch was zijn gelaat een keer vol blijdschap. Dat was toen hij het kruis en het geopende graf zag. Daar kwam de lach op zijn gelaat en daar straalde zijn oog van blijdschap. Hier had hij wel uren lang willen blijven zitten en toen hij al lang verder getrokken was, lag er nog een hoge, blijde glans op zijn gezicht.

Maar waarom was Vreesachtig toch zo bang? Had hij een kleingeestige bange aard? Helemaal niet. De leeuwen joegen hem helemaal geen schrik aan en in grote gevaren was hij moedig. Het enige, dat hem ontmoedigde was de vrees aan het einde van de reis niet te zullen worden binnengelaten. Voelde hij zich erg thuis in het paleis Liefelijkheid? Neen, hij vond dat die voorname personen niet bij hem pasten. Hij was de man niet om met hen om te gaan. Eén ding was hem echter altijd welkom: een goed opbouwend gesprek. In het dal van de Verootmoediging werd zeker zijn zuchten al maar erger? Neen, daar voelde Vreesachtig zich thuis. Toen hij in het dal van de Ootmoed kwam begon hij diep vergenoegd adem te halen. Dat was zijn element. Hoe lager de plaats was, die hij innam, des te liever was het hem. Hij kon niet laag genoeg van zichzelf denken. Hij was er helemaal niet op uit om een hoge plaats onder de mensen te hebben. Hij verlangde maar één ding: leven met God, in veilige haven aanlanden, gered worden en thuis gebracht-

Grootmoedig zegt: „Ik geloof, dat er een geheimzinnige band bestond tussen hemzelf en deze vallei, want nergens op deze reis, zag ik hem zo vrolijk en opgewekt, als hier. Hij ging er graag in liggen en kustte de bloemen van de vallei. Iedere morgen was hij vóór dag en dauw op en dan doorkruiste hij het dal in alle richtingen.

We laten Vreesachtig nu verder rusten. Het is met hem op en neer blijven gaan tot op zijn sterfbed toe. En toen het er op aan kwam de doodsrivier over te trekken, was hij eerst wel erg bang. Hij riep: „Ik ga verdrinken. Nooit zal ik het lieflijk Aangezicht Gods aanschouwen". Wat was hij bang. Maar hij is heerlijk heengegaan. De wateren van de doodsjordaan waren voor hem zo laag gehouden, als weinig tevoren gezien was. De pelgrim kon er zo maar doorheen waden. Het ging vanzelf. Toen Grootmoedig afscheid van hem nam, zeide deze metgezel: Ik wens u toe. Vreesachtig, dat God u in gunst mag aannemen en dat ge een goede ontvangst moogt vinden. Wat zei hij toen? Al zijn vrees was weg. Hij zou haast gezongen hebben. „Maar na de dood is 't leven mij bereid. God neemt mij op in Zijne heerlijkheid". Zonder aarzelen antwoordde hij op de wens van Grootmoedig: „een goede ontvangst is mij bereid. Dat weet ik zeker."

Nu zeg ik niet, dat er velen zijn, die zo vreesachtig leven, maar menigeen wenst toch wel meer zekerheid des geloofs. De bede is vaak: „Heere, ik heb wel hoop, maar ik zou het zo graag zeker weten". De Catechismus leert ons, dat dit een werk is, want vraag 1 getuigt, dat de Heiland, door zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert. Het is al een heel ding, als iemand niet terug kan en altijd weer begeert verder te komen.

Wij keren tot onze brief terug. Het is te begrijpen, dat de onderen in de gereformeerde kerken het moeilijk hebben, extra moeilijk. Onze brief spreekt over de geweldige verschraling in die kerken: „Er zijn nog - sommige leraars, waar we iets van meekrijgen, maar grotendeels is het toch maar slecht, vind ik." Dit is een klacht van veel kerken en groepen. Ook hebben de ouden, tenminste deze, het ook moeilijk met de oecumene en de samenwerking met Rome. Het zijn de oude klachten, maar niet ongerechtvaardigd, dacht ik.

Ik vind in mijn brief ook klachten over de nieuwe berijming en de N.C.R.V. en de nieuwe vertaling. Aan de betekenis van deze klachten wil ik niets afdoen. Doch erger vind ik het volgende: „Als je over al deze dingen praat, zien ze je aan voor een dweper, een extreem geval, een doorgezakte. Geloven gaat vanzelf, 't Is maar aannemen, net zoals je een kopje koffie aanneemt, en je bent verlost. Maar om Jezus deelachtig te zijn en persoonlijk te bezitten en de beleving daarvan, daarover niaken zij zich geen zorg. Als ge vraagt, er iets van te vertellen, hoe zij Jezus gevonden hebben en wat zij van en met Hem beleefd hebben, staat de wagen stil. Dan kunnen ze niet vertellen, zoals de Emmaüsgangers en de anderen. Wedergeboorte en bekering beschouwen ze als holle klanken. De preken van vroeger, die hierover handelen, daar moet zelfs onze dominee niets van hebben. Kijk. dat vind ik nog erger dan het eerstgenoemde. Dat zijn de dwaze bouwers en de dwaze maagden. die zich breed maken in de kerk.

Wat moet de enkeling hier tegen doen? De Psalm zegt: , d' Ogen houdt mijn stil gemoed. Opwaarts om op God te letten". Abraham heeft moeten wachten — maar hij ging niet terug — Simeon heeft moeten wachten — maar zocht het telkens weer in Gods huis. Wie heeft er niet moeten wachten? De dwaze bouwers, die niet graven noch verdiepen geloven en nemen aan en hebben geen dag en geen uur te wachten. Zij hebben het en kunnen het. Maar Gods volk dat in de Bijbel een arm volk wordt genoemd, kan niets aannemen, tenzij het hun van de hemel gegeven wordt. Daar zijn nog meer klachten. De meeste ouders hebben zorgen over hun kinderen. Ik dacht, dat vooral van deze zorgen geldt, wat de Heere Jezus io Mattheüs 6 ons zegt: Wees niet bezorgd." Ja maar, als er zo'n jaloerse trek in je schoondochter is of zo'n zwakke levenslijn in je zoon of net andersom, wat moet je daaraan doen? Petrus schreef: Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods. opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. Werpt al uw bekommernissen op Hem, want Hij zorgt voor u" (1 Petrus 5 : 6, 7). Daar is vooral tussen man en vrouw veel, waar niemand zich mee bemoeien moet, al weet ik wel, dat er ook weer gevallen zijn, die roepen om hulp. Daar staat ook geschreven: God legt de mens nooit te veel op". In elk geval heb ik ook naar aanleiding van deze brief iets geschreven. Het is maar, dat de Heere ons in alle dingen wijsheid geeft (Jacobus 1:5).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

VREESACHTIG

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's