Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT MESECH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT MESECH

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde vriend in de landstreek der Jordaan.

Geliefde Vriend!

Het getuigenis van David dat we thans uit de 119e Psalm hebben te overdenken, is ook al geen taal die in onze dagen veel verstaan zal worden. Hij zegt in het 83e vers: Want ik ben geworden als een lederen zak in de rook; doch Uwe inzettingen heb ik niet vergeten. Dat is ook wat, om jezelf bij zo'n oude verschrompelde lederen zak te vergelijken! Maar David kon geen treffender vergelijking maken om de totale uitgedroogde toestand zijner ziel te beschrijven. In lederen zakken werd de wijn in de Oosterse landen bewaard. Maar om de wijn des te eer oud te doen worden, hing men die zakken in de voor de rook toegankelijke bovenste ruimten des huises op. Zo'n lederen zak had voor het uitwendige niet veel aanzien meer, want die was niet alleen zwart van de rook, maar.ook verdroogd en verschrompeld. Velen denken dat David zich bij zo'n lederen zak vergeleken heeft naar zijn lichamelijke toestand, hoewel dan tengevolge van wat hij in- en uitwendig door moest maken. Maar als we deze woorden in verband zien met wat we uit de vorige tekstwoorden hebben overdacht, gelijk als ook het woordje , , want" dat verband te kennen geeft, dan moet h'et ons duidelijk zijn dat hij er zijn innerlijke zielstoestand bij vergelijkt. Allereerst zal zo'n getuigenis vanzelf niet verstaan worden door het oppervlakkig Christendom. Met mensen die als een lederen zak in de rook zijn, weet men daar geen weg. Men vindt daar alleen mensen die met alle liefde en ijver zich wijden aan het verenigingsleven, aan zending, evangelisatie, enz. Die mensen zijn altijd even vaardig in de dienst van Gods koninkrijk. Wat het zeggen wil dat God een ellendig en arm volk doet overblijven, daar begrijpen ze niets van. De dagbladen en de kerkelijke bladen staan vol van al de ijver die men aan de dag legt. En wat genieten die mensen in die godsdienst! Maar het is niet anders dan uitwendige godsdienst die straks als kaf voor de wind zal worden weggeblazen. Maar goed, van die mensen hebben we niet anders te verwachten. Het zal ze alleen bitter tegenvallen als het straks blijken zal dat God van al d'r godsdienst niets hebben moet. Dan krijgen ze in een eindeloze eeuwigheid er de tijd voor om d'r volle vijandschap daarover tegen God te openbaren. Maar onder al de bekeerde mensen die er op heden zijn, moet men met zon' getuigenis als David ook niet aankomen. Die mensen zijn nog al eens levendig gesteld en als ge zo hoort wat of er allemaal nog onder hen plaatsvindt, dan schijnt de Geest er nog al krachtiglijk te werken. En als er onverwachts eens zo'n man in het midden zou komen die als een lederen zak in de rook is, dan zullen ze daar heus niet zo erg mee kunnen tieren. Och, zo'n mens die net als David getuigen moet, als een lederen zak in de rook te zijn, zal er niet zoveel op zijn weg ontmoeten cMe hem verstaan zullen. Dan kan het wel zijn dat het nog wel levende mensen zijn die hij ontmoet, en soms ook nog wel mensen die wel grote weldaden hebben mogen beleven, maar al aanstonds blijkt het als men met elkander in gesprek komt, dat het geen mensen zijn die als een lederen zak in de rook zijn. Ja ze spreken ook wel over armoede en dat ze met alles een onbekeerd mens geworden zijn, maar het vat laat toch altijd mt wat of het in heeft. Neen vriend, mensen die als een lederen zak in de rook zijn, die ontmoet ge niet veel op uw weg. De meesten hebben toch nog wel wat in hun korf. D'r godsdienst komt ongemerkt in hun zakken nog wel uitrollen. Ze krijgen nog wel eens wat van de Heere. En ze zijn ook nog niet te lusteloos om over de godsdienst te praten. En er komen nog tranen bij ook, dus er is nog wel wat gevoel van ook. En dan moet je zelf als zo'n lederen zak in de rook zijn. Inplaats van dat ze dan met hun praten je ook nog een beetje aan de gang helpen, praten ze je mond potdicht, zodat je dan helemaal niets meer zeggen kunt. En dan kom je tenslotte in je eentje terecht en dan moet je zeggen: O God, wat voor een ellendig mens ben ik toch! Ik kan mezelf geen naam geven. Nergens gevoel van, nergens behoefte aan, net zo geestledig en levenloos en gevoelloos als een gewoon natuurlijk mens die nog nooit van U gehad heeft. En ja vriend dat een elk die tijden wel eens meemaakt, dat wil ik wel aannemen, maar mensen bij wie in doorsnee zo het leven is en die nog steeds ellendiger en armer worden, die zijn er niet zo veel. Nu kan het wel zijn, dat ik denk dat ik alleen maar zo'n mens ben, dat ik dat nu zo schrijf, maar ik moet die ervaring nu eenmaal 20 opdoen, dat er niet veel mensen door me te ontmoeten zijn die me hierin verstaan kunen. Ik zeg het dikwijls genoeg bij mezelf: zo'n ellendig mens als ik ben, is er niet. En dat zeg ik dan werkelijk tot mijn veroordeling. Maar dan moet ik er nog in bevestigd worden ook als ik met de mensen in aanraking kom, dat ik ze zoals mezelf niet veel ontmoeten kan. Echt vriend, ik schrijf dat niet uit de hoogte, hoewel de mens nog vol van nederige hoogmoed zit ook, maar ik schrijf nu eerlijk zoals het bij me is. En als hetgeen wat ik nu van mezelf schrijf waarlijk een-bewijs er van is dat het met mij helemaal mis is, och schrijf het me dan maar eerlijk.. Maar dit is waar, dat ik blij ben, dat ik hier in Psalm 119 nog zo'n getuigenis van David vinden kan. Want dan moet ik toch zeggen dat met geen treffender bewoordingen mijn innerlijke toestand kan worden uitgedrukt dan dat David hier doet als hij spreekt over te zijn als een lederen zak in de rook. En ik kan ook niet ontkennen dat ik nog een enkele vriend en vriendin heb, die me wel verstaan kunnen. Maar ja dan geloof ik weer dat het van die mensen echte zielspraktijk is, maar voor mezelf weet ik er dan toch weer geen raad mee. En ik kan dan ook weer niet geloven dat het bij die mensen zo erg is als bij mij. Ze zullen toch nog wel eens wat meer hebben. Maar ik acht ze daarom toch o zo hoog en ik kan er niets aan doen, maar ik heb er toch meer mee op dan met die mensen die altijd zo - veel hebben, want zo ellendig als het bij me zijn kan, maar daar heb ik dan toch nog wel erg in, dat er bij de laatsten niet veel ontdekking is. O vriend, daar krijg ik toch hoe langer hoe meer •erg in, dat er ook heel veel in mijn leven- is geweest waardat ik van dacht dat het allemaal van de Heere was, maar dat ik nu toch zie dat het allemaal van mezelf geweest is. Ik ga hoe • langer hoe meer aan die oude Christenen terugdenken die ik vroeger niet verstond. Ik zou nu toch nog wel eens 20 graag met hen willen praten. Ze hebben wel eens gezegd, dat wat een mens van God krijgt in zijn leven, wel op het vlakke van zijn hand kan. Och vriend, als ge soms van die mensen nog eens ontmoet, laten ze me ook nog eens een briefje schrijven. Ik heb er toch wel eens behoefte aan, want ik kan je niet vertellen hoe alleen ik me gevoelen kan in Mesech. Ik moet meest 20 maar alleen in mijn eentje met mijn armoede wegtobben. En dan af en toe heb ik geen andere zucht dan: Och Heere! Van mijn bidden breng ik tegenwoordig ook niets meer terecht. In het verborgen weet ik niet wat ik zeggen moet en als ik het in het openbaar moet doen, weet ik soms helemaal geen raad. Zo heb ik dus nog maar weer mijn hart voor je uitgestort, vriend. Ik heb u precies geschreven zoals het bij me is. Maar zo ellendig en arm als het dan ook bij me zijn mag, maar als David er nog bij zegt: doch Uwe inzettingen heb ik niet vergeten, dan springt er toch nog iets in me op. Bij al zijn klachten en zijn zuchten, komt dat er toch steeds bij in de 119e Psalm. Dat ligt toch op de diepste bodem van het hart. Nu, de volgende keer hopen we weer verder te gaan. Met hartelijke groeten.

Uw liefhebbende vriend in Mesech.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

UIT MESECH

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's