Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rode had intens contact met Hoen

Bekijk het origineel

Rode had intens contact met Hoen

Schoolmeester is de eerste Zwingliaan in de Lage Landen (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met de Hollandse jurist Cornelis Hoen heeft de Utrechtse rector Hinne Rode enige tijd intens contact gehad. Er moet tussen die twee zelfs een dusdanige vertrouwensrelatie zijn ontstaan dat er mogelijkheden ontstonden voor specifieke activiteiten. Het voert te ver om hier uitgebreid in te gaan op het leven van Cornelis Hoen. We volstaan met een enkel punt dat nodig is voor een goed begrip van de theologische gedachtegang van zowel Hoen als Hinne Rode.

Daarvan is het opstel De Coena Domini (= De Maaltijd des Heren) van Wessel Gansfort een voorbeeld. Daarin werd het lichamelijk eten van het lichaam des Heren veroordeeld en de geestelijke maaltijd van Christus’ lichaam aangeprezen. Dat bracht Hoen ertoe de leer van de transsubstantiatie los te laten en het Heilig Avondmaal te zien als een geestelijke maaltijd ter herinnering aan het lijden en sterven van Christus.
Hiervan legde Hoen getuigenis af in zijn Epistola Christiana, beter bekend als zijn Avondmaalsbrief. De door Hoen uitgedragen opvattingen werden hem door de rooms-katholieke ketterjagers niet in dank afgenomen; de bejaarde rechtsgeleerde werd een tijdlang gevangen gezet, maar later op borgtocht vrijgelaten. Niet lang daarna is hij overleden.
Maar toen was Hinne Rode al voor hem op reis geweest naar Wittenberg en Zwitserland. Dit veronderstelt dat beide mannen in nauw contact met elkaar hebben gestaan en wellicht dat Rode bij Hoen thuis is geweest. Te concluderen dat zij volledig eensgeestes waren gaat te ver, maar er was stellig een grote mate van overeenstemming in het denken, zeker over het avondmaal.

Wittenberg
In het voorjaar van 1521 begint Hinne Rode, samen met zijn vriend, de ons niet bekende George Saganus (een pseudoniem?), aan een missie voor mr. Hoen naar de toen leidende reformatoren in Duitsland en Zwitserland. Dat Hoen met het oog hierop niet alleen aan Luther, Oecolampadius en Zwingli heeft gedacht, maar ook aan Erasmus (in Bazel), wordt, voor wat de grote christen-humanist betreft, tegenwoordig niet meer aangenomen.
Daarentegen hebben Luther en zijn medewerkers als eersten de Avondmaalsbrief uit Holland onder ogen gekregen. En daarbij ook het door Wessel Gansfort geschreven werk over het Avondmaal. Dit geschrift werd door Luther zeer gewaardeerd, in tegenstelling tot de brief van mr. Hoen.
De daarin bepleite symbolische opvatting van Jezus’ instellingswoorden van het Avondmaal kon niet op zijn instemming rekenen. Luther hield vast aan de leer van de alomtegenwoordigheid van Christus (ook lichamelijk) en liet daarom de leer van de consubstantiatie niet los.

Bazel en Zürich
Na het bezoek aan Wittenberg zijn Rode en Saganus teruggekeerd naar Nederland. Rode werd geschorst als rector van het Utrechtse fraterhuis vanwege verdenking van ketterij (‘lutherye’). In de herfst van 1522 of in het begin van 1523 is hij (samen met Saganus) naar Bazel gereisd om de Avondmaalsbrief te laten lezen door Johannes Oecolampadius. Deze hervormer kon de brief van Hoen goed waarderen.
Hij raadde de Nederlanders aan naar Zwingli in Zürich te gaan. En dat is vermoedelijk gebeurd in het voorjaar van 1523. Zwingli had het toen zo gearrangeerd dat zijn collega Leo Jud ook aanwezig was bij de ontmoeting met de Nederlanders. De Zwitsers waren bijzonder enthousiast over Hoens epistel.
Het kwam zo dicht bij de eigen opvattingen van Zwingli dat hij Hoens opvattingen omarmde en diens geschrift als een kostelijke parel betitelde (in een brief aan Johannes Bugenhagen). Voortaan legde Zwingli de instellingswoorden van Christus uit als een symbolische manier van spreken: “Dit is mijn lichaam” dient men op te vatten als “Dit betekent mijn lichaam’”.
Definitief was de roomse leer van de transsubstantiatie van tafel en vierde men in de kring van Zwingli het avondmaal als een herinneringsmaaltijd, waarbij brood en wijn ‘slechts’ tekenen waren van Christus’ lichaam en bloed. Deze tekenen moest men met een gelovig hart aannemen als hemels voedsel.
Zwingli heeft in Zürich de Avondmaalsbrief van Hoen uitgegeven waarbij hij de naam van de auteur onvermeld liet (1525). Op dat moment was Hinne Rode weer terug in Nederland. Hij moest op zoek naar een nieuwe betrekking. Hij trok rond in de Lage Landen en daarbij heeft hij allen die hij kon vertrouwen op de hoogte bracht van de door Zwingli aanvaarde inzichten van Cornelis Hoen. Daarmee werd Hinne Rode de eerste Nederlandse pleitbezorger van Zwingli’s leer over het Heilig Avondmaal.

Straatsburg
Niet alleen in Nederland was Rode een belangrijk theoloog voor de verbreiding van Zwingli’s Avondmaalsleer, hij ging nog weer op reis, nu naar Martin Bucer in Straatsburg, herfst 1524. Ook deze reformator zat te worstelen met de Avondmaalsleer. Hij had zich eerst bij Luther aangesloten, ook had hij de mening van Karlstadt onderzocht, maar daarin niet gevonden wat hij in overeenstemming achtte met de Bijbel.
Bucer zocht toen raad bij Oecolampadius en Zwingli en in die geestesgesteldheid vond het gesprek plaats met Hinne Rode. En dat maakte diepe indruk op hem. Bucer schreef daarover later aan een collega dat hij eerst nog had geprobeerd de mening van Luther te verdedigen, maar dat hij niet opgewassen was tegen de door Hinne Rode verdedigde bijbelse leer die Hoen in zijn Avondmaalsbrief had uiteengezet.
Ook Bucer liet nu de leer van de (Lutherse) leer van de consubstantiatie los en neigde sterk tot de door Hoen en Zwingli uiteengezette opvattingen. Ook in Straatsburg verscheen in 1525 een druk van Hoens Epistola (zowel in het Duits als in het Latijn).

Deventer
Terug in de Nederlanden vestigde Hinne Rode zich voorlopig in Deventer. Daar maakte hij deel uit van een hervormingsgezinde groep burgers. In deze kring was men bezig met de Nederlandse vertaling van het door Luther vertaalde Nieuwe Testament. Dat gebeurde op een zeer correcte manier en resulteerde in een druk nog in het jaar 1525. Door erkende onderzoekers wordt in dezen aan Rode een belangrijke rol toegekend – al zijn daarvoor geen strikte bewijzen te leveren.
Op gezette tijden heeft Rode zijn bezoeken gebracht aan medestanders overal in het land. Daardoor was bij Martin Bucer, die hiervan op de hoogte was, de indruk ontstaan dat ‘geheel Holland en Friesland’ door Rode (en anderen) tot de ware, zuivere leer van het Evangelie waren overgegaan.
Ook dat in de gewesten Vlaanderen, Brabant en Gelre de christenen voor het ware inzicht waren gewonnen. Dat dit niet zomaar wat ‘propaganda’ was, wordt wel duidelijk uit het feit dat Karel V als Heer der Nederlanden in 1529 de geschriften van Zwingli tot de verboden lectuur rekende.

Oost-Friesland
Maar lang voor de afkondiging van dit plakkaat was Hinne Rode al vertrokken naar Oost-Friesland, 1526. Hij kreeg in de stad Norden, boven Emden, vlak bij de Waddenzee, een predikantsplaats bij de evangelische gemeente-in-wording. De officiële erkenning van de Reformatie vond daar plaats in 1527 – het is dus waarschijnlijk dat Rode in dat proces een stem in het kapittel heeft gehad.
Er zijn berichten dat Rode in Oost-Friesland in het huwelijk is getreden, waarmee hij een dikke streep zet onder zijn keus voor de Reformatie. Maar helaas zijn ook van zijn verblijf bij de Oosterburen nauwelijks brongegevens bekend.
Wel is bekend dat Hinne Rode aan de universiteit van Rostock – een aan de Oostzee gelegen Hanzestad – in het voorjaar van 1529 is gepromoveerd bij de filosoof en theoloog Egbertus Herlem (ook wel: Harlem), decaan aan de universiteit van Rostock (en geboren in Haarlem).
In oktober 1529 was Hinne Rode als zeer geïnteresseerde waarnemer met zijn collega Hendrik van Rees aanwezig bij het grote godsdienstgesprek in Marburg. Daar spraken alle toenmalige kopstukken van de Reformatie met elkaar – op sterk aandringen van landgraaf Philips van Hessen – over de thematiek van het Avondmaal. Helaas was de eenheid ver te zoeken.
Bij terugkomst in Oost-Friesland bleek dat er bij de daar sinds 1528 regerende landsvorst graaf Enno II (van het huis Cirksena), zelf overtuigd lutheraan, geen plaats was voor protestanten van andere richtingen. Hinne Rode gold als Zwingliaan en werd daarom van zijn taken in Norden ontheven, maar niet nadat hij en zijn lotgenoten nog een verweerschrift hadden ingediend tegen de plannen van graaf Enno.
De poging van de Oostfriese jonker Ulrich van Dornum uit Oldersum (die ook in Rostock had gestudeerd) om Hinne Rode nog met de lutheraan Johannes Bugenhagen te laten discussiëren in Hamburg, werd door de lutheranen niet geaccepteerd.
In 1530 wist Rode een predikantsplaats in te nemen in het plaatsje Wolthusen, nu een stadswijk van Emden – waar een straatnaam herinnert aan Hinne Rode. Naar oud Oostfries recht had de landsheer geen zeggenschap in de benoeming van geestelijken als een parochie daarin zelf een beslissing mocht nemen. In Wolthusen heeft Rode tot zijn overlijden (in 1537?) de kerk kunnen dienen.

Betekenis van Rode
Het leven en werk van Hinne Rode heeft zich deels in de schaduw van de historie afgespeeld; over verschillende zaken zal wellicht nooit met zekerheid kunnen worden gesproken. Afkomst en opleiding horen daar onder meer toe. Maar zijn plaats in de kerkgeschiedenis is niet zo diffuus dat we er geen zicht op zouden hebben. Hinne Rode staat onmiskenbaar op zijn plaats in de kritische traditie van de Moderne Devotie.
Hij maakte deel uit van een reformatorisch gezinde kerngroep van vooraanstaande schoolleiders in midden- en Oost-Nederland. Na de start van de reformatorische beweging van Luther heeft Rode zich daar nauw mee verwant gevoeld, zeker gezien zijn medewerking aan de eerste Nederlandse vertaling van Luthers Nieuwe Testament.
Door het contact met Cornelis Hoen heeft hij zijn keus gemaakt voor wat later heette de Zwingliaanse Avondmaalsopvatting.
Hij was op internationaal niveau een zeer betrokken en actieve persoonlijkheid die contacten legde met Luther en andere Wittenbergers, met Oecolampadius, Zwingli en Bucer.
Daarmee was hij een van de eerste, zo niet de eerste Nederlander die de vroege Reformatie heeft bevorderd in en buiten zijn eigen land.
Hinne Rode heeft zich laten kennen als een pleitbezorger van de Zwingliaanse Avondmaalsleer wat hem op tegenstand kwam te staan van de luthersen in Oost-Friesland.
We willen benadrukken dat Hinne Rode een belangrijke plaats heeft ingenomen in de kerkgeschiedenis van de Lage Landen en van West- Europa. Dat gebeurde in een tijd waarin de Reformatie nog maar net begonnen was en direct al groot gevaar liep hard te worden onderdrukt. Rode heeft zich daardoor niet laten afschrikken en is de ‘’ nye leere’ trouw gebleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Rode had intens contact met Hoen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's