Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Johannes van der Kemp, Immanuëls  ondertrouw,; uitg. De Schatkamer -   Rumpt; 34 blz. ISBN 90 5741 173 3;  € 2,95.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Johannes van der Kemp, Immanuëls ondertrouw,; uitg. De Schatkamer - Rumpt; 34 blz. ISBN 90 5741 173 3; € 2,95.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johannes van der Kemp, predikant te Dirksland is in 1718 overleden. Hij is vooral bekend door zijn catechismusverklaring, die bij een man als Ds. G.H. Kersten zeer geliefd was en in onze tijd, naar ik vrees, helaas te weinig gelezen wordt. Het boekje dat voor mij ligt is een beschrijving van hetgeen een kind des Heeren ervaart in en na de ondertrouw met Koning Immanuël. Het is geschreven in de vorm van zeven brieven.

In de eerste brief deelt de bruid mee, hoe haar hart is ingewonnen door de dierbaarheid, schoonheid, beminnelijkheid, gepastheid en noodzakelijkheid van Immanuël, die haar ten huwelijk verzoekt. Ze belijdt Hem haar schulden en gebreken onder zinnebeeldige bewoordingen. 'En dat ik daarenboven ook nog een hoerachtig hart had, een zwarte huid, schele ogen, kromme benen, een schurftig hoofd en vuile handen. Dat ik daardoor nog steeds naar vreemde

vrijers kwam om te zien...'. Ze getuigt van de bereidwilligheid van Immanuël om haar te nemen zoals ze is met al haar schulden en gebreken. Zijn uitnemende beloften lossen al haar bezwaren op, zodat ze Hem het ja-woord geeft, met Hem in ondertrouw komt en uitziet naar de voltrekking van het huwelijk en de inwoning bij Hem.

De tweede brief is de klacht van een verlaten bruid. Na alles wat ze genoten had, is het zo laag afgelopen. Ze zit in duisternis en banden. Ze vreest dat Immanuël haar niet meer hebben wil vanwege haar ontrouw. Ze is bang voor zelfbedrog. Nu vraagt ze in deze brief aan een geoefend kind des Heeren om onderwijs. De derde brief is het antwoord op de tweede brief, waarin ze wordt onderwezen in de eeuwige trouw van Immanuël, de beginselen van oprechtheid, die de Heere Zelf in haar gewerkt heeft, de voorbeelden van anderen, die ook zo geklaagd hebben en de noodzaak van het gebed en het leven op Zijn beloften.

De vierde brief is weer een antwoord op de derde. De bruid drukt daarin haar verlegenheid en onbekwaamheid uit om een verzoek aan Immanuël te richten. De vijfde brief is een smeekschrift aan Immanuël om aan haar, onwaardige, te gedenken, om Zijns Zelfs wil.

De zesde brief is het antwoord van Immanuël. Het verzoekschrift is Hem welbehagelijk. Hij neemt er de fouten en gebreken uit weg en legt het voor aan Zijn Vader. Hij betuigt Zijn liefde en barmhartigheid, ondanks al haar gebreken. Hij verzekert haar ervan, dat Hij alles doet tot haar nut. De verzekering van Zijn liefde ligt niet in de genieting, maar in Zijn Woord. Dat Woord moet ook de grond van haar verzekering zijn. Na nog een weinig strijd wacht de eeuwige vreugde.

De bruid komt met dit antwoord in het wonder terecht. 'En dat terv, 'ijl mijn schrift zo uitnemend slecht geschreven en zo lelijk bevlekt was' 'Het ongeloof moet wijken en het geloof breekt door. Ze eindigt in de zevende brief in een dankzegging aan Immanuël. Ze geeft zich geheel en al als een dankoffer aan Hem over, smeekt om vergeving van haar snode ongeloof, begeert volmaakt Zijn wil te doen en altijd Zijn tegenwoordigheid te gevoelen, opdat Hij door haar in alles verheerlijkt zou worden. Het is een kostelijk werkje, dat de zielesnaren van Gods volk raakt. Ik heb me erover verwonderd, dat deze schrijver in een boekje van slechts 34 bladzijden zoveel bemoedigend, beschamend en vertroostend onderwijs geven kan.

Het boekje is ten opzichte van de oorspronkelijke uitgave enigszins aangepast- wat spelling en zinsbouw betreft. Sommige Oudnederlandse woorden zijn vervangen. Aan het begin en aan het eind staat een gedicht. Jammer, dat in deze gedichten niet alle oorspronkelijke woorden zijn blijven staan en dat zelfs zinnen zijn veranderd. Mijns inziens is het beter in oudnederland- se poëzie het oorspronkelijke te laten staan en daarbij een toelichting te geven. Dit neemt niet weg, dat ik het werkje van harte aanbeveel.

Drachten, Ds. G. Hoogerland

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Ds. Johannes van der Kemp, Immanuëls  ondertrouw,; uitg. De Schatkamer -   Rumpt; 34 blz. ISBN 90 5741 173 3;  € 2,95.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2005

De Saambinder | 16 Pagina's