Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profeet Elia

Bekijk het origineel

De profeet Elia

Elia's ontmoeting in Naboths wijngaard (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was een goddeloos bevel, wat zij in des konings naam uitvaardigde. Zij gaf aan de oudsten opdracht Naboth te doden onder een schijn van recht, zonder mee.te delen wat misdaad of hij begaan had. Zij moesten zelfs op Izébels bevel twee valse getuigen oproepen, goddeloze schurken en meinedigen, die allen zouden trotseren, wat recht en waar was, terwille van wat bloedgeld. Hoe zag toch Izébel die oudsten van Israël.? Zij zag hen, als lieden, waar zij meedoen kon wat zij maar wilde. Zij wist, dat die mannen, evenals zijzelf alle rechtsgevoel verloren hadden, en zij verwachtte dan ook, dat zij gehoorzaam zouden doen, wat zij beval. Zij was een slang in listigheid en heet vergif. Het moest gebeuren onder een schijn van recht met de formaliteiten van een wettelijk proces.

Als zij tot de oudsten geschreven had, dat zij hem door bandieten moesten laten vermoorden, het was goddeloos geweest, een vreselijke moord, maar zo was het nog erger, dit was bevordelijk om alle rechtsgevoel in het volk uit te doven. De beschuldigers moesten zeggen: Hij heeft God en de koning gelasterd, de getuigen moesten er een eed op doen, dat het waar was. Naboth mocht geen kans gegeven worden om zich te verdedigen. Ze moesten de getuigen direct geloven en geen kruisverhoor afnemen. Neen, onmiddelijk moest Naboth, onder voorwendsel van algehele verfoeiing der misdaad buiten de stad gevoerd en gestenigd worden.. Een goddeloze opdracht werd op een even goddeloze wijze uitgevoerd door de magistraten van Jizreël. Zonder bezwaren in te brengen deden zij wat van hen verlangd was. Wel een bewijs, hoe diep de vlees voor Izébel er bij die oudsten inzat, en hoe diep zij de rechtvaardige Naboth haatten. In elk geval deden zij gelijk als geschreven was in de brieven. Naboth werd zonder verhoor ter dood veroordeeld en aan de woedende menigte overgegeven, die hem de stad uitsleepten en zonder enige barmhartigheid ter dood brachten door steniging. De oudsten gaven onverschillig en onbekommerd bericht, dat Naboth dood was en Izébel was blij dat haar plan gelukt was.

Zij snelde naar haar man en zei tot hem: Sta op, bezit de wijngaard van Naboth de Jizfeëliet, erfelijk, die hij u weigerde om geld te geven, want Naboth leeft niet, maar is dood. Hoe verbazend werkte de macht des satans toentertijd in de kinderen der ongehoorzaamheid. Zegepralende Izébel had haar zin en vol eigenwaarde en vermeende glorie gebood zij haar man op te staan en de wijngaard in bezit te nemen. En Achab stond óp, de ellendige moordenaar haastte zich, om de wijngaard in bezit te nemen. Izébel was wel de hoofdschuldige, maar Achab was medeplichtig, want hij nam de roof blijmoedig in bezit. Hij had zelf de moed en de listigheid niet, maar anders had hij het zelf ook gedaan.

Maar de blijdschap van Achab over het geroofde land zou niet lang van duur zijn. Hoe stiekum en geheimzinnig de moord gepleegd was, er was er Een, die van alles af wist, al hadden zij er niet aan gedacht. Een had het moordplan' zien beramen, en wist van de brief der moordenares af. Een had gehoord de afspraak met de meinedige schurken. De Heere was van alles de verborgen Getuige geweest. Hij was de Wachter Die niet slaapt of sluimert, die de harten doorzoekt en zelfs de gedachten van verre kent. Men zou kunnen vragen: Waarom liet de Heere die gruweldaad toch toe.'' Waarom redde Hij de onschuldige Naboth niet? Hij was toch een der zevenduizend, die de knieën voor Baal niet gebogen had? Velen van dergelijke raadselen zullen niet eer opgelost worden, dan bij de voleinding der eeuwen, als Christus oordelen zal over levenden en doden. Gods gedachten zijn hoger dan onze gedachten, wij verstaan van de regering Gods zo bitter weinig. De gruweldaad had plaats onder de toelating Gods, Naboth lag verbrijzeld onder de aarde, en wat zou de Heere nu doen tot Wien het bloed van Naboth riep op wraak ? De Heere maakte Zich gereed de misdaad te bezoeken en het doemvonnis te vellen, weder door de mond van Elia, de man Gods.

Elia kreeg de opdracht: Maak u op, ga heen af, Achab de koning van Israël tegemoet, die in Samaria is, hij is in de wijngaard van Naboth, waarheen hij afgegaan is, om die erfelijk te bezitten. En gij zult tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de Heere: Hebt gij doodgeslagen, en ook een erfelijke bezitting ingenomen ? Daartoe zult gij tot hem spreken, zeggende: „In plaats dat de honden het bloed van Naboth gelekt hebben, zullen de honden uw bloed lekken; ja het uwe!" Welk een vreselijke boodschap moest Elia aan de goddeloze Achab overbrengen, en het is een groot wonder geweest dat de profeet kracht en moed ontving om die zo zware opdracht uit te voeren. Elia bleef echter onder alles een onbevreesd ijveraar voor de eer van God. Immers was zijn God hem verschenen aan de Horeb met de blijde boodschap dat er nog zevenduizend waren in Israël, die de knie voor Baal niet gebogen hadden en dat had Elia weer met nieuwe moed en kracht vervuld. En had hij daarenboven niet Eliza gezalfd tot profeet in de Naam des Heeren ? Elia was als profeet al eens'meer door Jehova gebruikt om oordelen aan te kondigen.

De koning van Samaria ging eens kijken naar de wijngaard, die hij zich in een weg van moord en diefstal toegeëigend had. Verheugd over de spoedige dood van de gehate Naboth wilde hij overwegen, op welke wijze hij die wijngaard het best gebruiken kon. Maar wellicht verdiept in toekomstplannen, hoorde hij iemand naderen en omziende, zag hij tot zijn grote schrik en verbittering, dat het de man Elia was, voor wie hij zeer bevreesd was en die hij haatte met een dodelijke haat. Als een held, - een vorst Gods kwam Elia daar aan, zonder audiëntie aan te vragen, hij nam de vrijheid, zonder enige bedenking, de koning aan zijn tegenwoordigheid zich te laten ergeren. Hij wist het wel, dat de koning boos worden zou als hij hem kwam storen in zijn bezichtiging van de door roof verkregen wijngaard. Hij wist het best, dat Achab niet op zijn bezoek gesteld was, neen Achab zou dat bezoek verwensen. Niets liever wilde Achab dan dat Elia uit de weg geruimd kon worden, even gemakkelijk als Naboth uit de weg geruimd was. Doodsbleek van woede en angst zag Achab de profeet Elia aan, en nog voordat Elia een woord kon zeggen, begreep hij al dat een nieuw oordeel hem zou worden aangekondigd. Alleen de aanblik van die man met die haren mantel en die lederen gordel om de lenden deed hem al sidderen.

Werkendam

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

De profeet Elia

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1973

De Saambinder | 4 Pagina's