Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De jacht op de korrel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De jacht op de korrel

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl de burgerij alweer naar de lente uitziet, is het voor jagend Nederland hoogseizoen. Drijvers kammen stukjes bos en akkerland uit, om de jagers gelegenheid te geven haar- en veerwild buit te maken. Zo onopvallend mogelijk, want de aversie tegen de kostbare hobby neemt toe. Tot frustratie van de jagers, die ervan overtuigd zijn dat het wildbeheer bij hen in goede handen is. „Denkt u nou werkelijk dat een haas liever door een vos wordt opgevroten dan dat hij door ons wordt neergelegd?

In de jachtopzienerswoning van Jan Westerink hangt de geur van het veld en verse koffie. De drijvers zijn bij elkaar gekropen aan de tafel in het schaftvertrek. Willem, Jan, Gerrit en Marinus Scheggetman zijn vrijwel altijd van de partij. Vanaf hun prille jeugd zwerven de gebroeders over Verwolde. Onder de overige vier zijn twee zoons van vorige jachtopzieners. Het merendeel van de jagers staat buiten: heren met kuitbroeken, lange groene kousen, het haar bedekt met een hoofddeksel van gelijke snit.
De eerste jachtpartij van het seizoen op Verwolde valt samen met de zestigste verjaardag van drs. Peter Bredt. „Een voorstel van mn oom, glimlacht de bescheiden bankier. „Ik kon me daar goed in vinden. Hoe kun je je verjaardag beter vieren dan tussen vrinden in de vrije natuur?
De jarige bewoont een voormalige pachtboerderij op het Gelderse landgoed, dat wordt beheerd door Allard Philip Reinier Carel baron van der Borch van Verwolde. De 73-jarige edelman zag zich genoodzaakt Huize Verwolde af te stoten, maar de voorvaderlijke grond bleef eigendom van de familie. De jachtrechten deelt hij met twee combinanten: mr. J. Meissner, een bevriende oud-notaris uit Wijhe, en Bredt, zoon van een oudere zuster.

Jachthoorn
„We zijn gereed mannen, waarschuwt Westerink. Van der Borch, door de koperen jachthoorn op zijn borst herkenbaar als leider, gaat aan het hoofd van de stoet. Naast de combinanten zijn vier gasten uitgenodigd: drs. Onno Wentges, bankier in het Gooi, mr. Robert Croll, kantonrechter in Arnhem en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht, Bella van Zinnicq Bergmann, dochter van Van der Borch, en jonkheer Bib van Rijckevorsel, makelaar in bedrijfsmatig onroerend goed.
In het kielzog van de baron trekt het gezelschap door het natte gras naar de dikste eik van Nederland, de trots van Verwolde. De drijvers gaan met Jan Westerink een eigen weg. Vanaf het bosmeertje achter de jachtopzienerswoning zullen ze de aanwezige wilde eenden in de richting van de jagers drijven. Bredt en Meissner krijgen van Van der Borch een plaats in het weiland toebedeeld, de overigen staan op de kale maïsakker erachter. Het schorre geluid van de jachthoorn wordt vanuit de verte beantwoord. De drift is begonnen.

Eenden
Het geklop van de drijvers is al hoorbaar, als zeker veertig eenden uit het geboomte opstijgen. De jagers lijken er een moment door overrompeld. Dan knallen de geweren. Het overgrote deel van de vlucht weet aan het gevaar te ontkomen, een vijftal onfortuinlijke dieren tuimelt naar beneden.
Beau, de jonge cockerspaniel van Van der Borch, draaft naar een machteloos fladderende woerd en draagt het dier vlot naar zijn baas. „Ja, goed zo, brave hond, roemt de edelman. „Dat heb je mooi gedaan zeg. Kwispelstaartend staat het dier bij zn prooi en komt even later met een tweede eend aan.
„We hadden er meer kunnen hebben, Robert, constateert Bella spijtig. „Ik kreeg een dwarse, als ik geweten had dat jij al leeg stond, had ik die geschoten.
Over de akker nadert picker up Henk Woestenenk met de laatste eend. „Is dit alles?, informeert Van der Borch . „Nou, dan gaan we maar eens kijken of we een fazant kunnen raken.
„Toe pappie, reageert zijn dochter.
Aan de rand van de boswei verdwijnt een ree in het geboomte.

Faunavervalsing
Terwijl de jagers naar hun automobielen wandelen, kruipen de drijvers in de overkapte aanhangwagen achter de Suzuki van Van der Borch. De eenden zijn door Westerink opgeknoopt aan een ijzeren stang. De jachtopziener is niet ontevreden over de buit. „Ze komen allemaal tegelijk over en je kunt maar twee keer schieten. Het spijt hem alleen dat een verdwaalde parkeend niet is geraakt. „Daar krijg je al die bonte wilde eenden van. Faunavervalsing, noemen wij dat.
De tweede drift is gepland bij het stuk bos achter de woning van Bredt. „Vorig jaar kwamen hier wólken fazanten uit, roemt Croll, bewoner van Huis Oolde in Laren, die ons verzekert dat we een kwaliteitsjacht meemaken. „Er zijn jachtheren die louter en alleen op het tableau jagen, maar op Verwolde wordt de jacht op zeer prudente wijze bedreven, met heel veel liefde voor het terrein en de fauna. Van der Borch is zn leven lang bezig geweest met biotoopverbetering. Uitgangspunt van de beheersjacht is, dat je van die inspanning één keer per jaar mag oogsten. Dat lijkt me niet onbillijk.

Jonkheer
Bella van Zinnicq Bergmann heeft een plaats gekregen in het grasland, waar een koppel schapen nerveus in het rond draaft. De dochter van de baron, werkzaam in de passagiersafhandeling op Schiphol, was 24 toen ze haar jachtakte haalde. „In mn jeugd ging ik altijd mee drijven. Of je stond achter de heren, een beetje kletsen. Op een gegeven ogenblik leek het me wel leuk om zelf te kunnen jagen, ook voor pap. Die heeft geen zoon die jaagt. Mn zusje heeft onlangs haar jachtakte gehaald.
Het geklaag van de jachthoorn kondigt de komst van de drijvers aan. Hoog in de lucht trekt een wolk duiven over. Geroutineerd plaatst de vrouwelijke jager twee bismuth hagelpatronen in haar dubbelloops jachtgeweer. Vijftig meter verderop staat Van Rijckevorsel, ondanks het kille herfstweer zichtbaar genietend. „De meesten van ons zijn buiten geboren, lacht de jonkheer, die op landgoed Maurick bij Vught ter wereld kwam. „Als mn vader een boot had gehad, was ik waarschijnlijk een zeiler. Nu ben ik jager. Zo gaat dat.

Ongemoeid
In het seizoen gaat de adellijke makelaar pakweg twee keer per week uit jagen, zaterdags op gesloten, doordeweeks op voor publiek geopende landgoederen. Een enkele keer wijkt hij uit naar het buitenland. Zn favoriete jachtterrein ligt in York. Met verve schildert hij hoe fazanten er in het heuvelachtige terrein hoog over de in een kom opgestelde jagers komen, waardoor ze in hun vlucht neergehaald kunnen worden.
„Al met al duurt het seizoen maar een week of acht. Daar ben je als landgoedeigenaar de rest van het jaar druk mee. In het voorjaar moet je al weten waar je wat aan gaat planten. Een fazant die laag over het struikgewas een goed heenkomen zoekt, laat de edelman ongemoeid. „Je moet er niet aan denken dat een drijver hagel in zijn gezicht krijgt. Dat hoef je maar één keer in je leven te doen, dan word je nooit meer gevraagd.
Een haan bezegelt zn lot door boven het geboomte uit te stijgen. Een schot van Wentges achterhaalt hem. Meer levert het perceel niet op. „Ik denk dat de meesten nog in de maïs zitten, zegt Westerink.

Band
Een strook akkerland, grenzend aan het bos, biedt de jagers een nieuwe kans. Bella, Wentges en Bredt zijn door de heer van Verwolde tussen het geboomte geplaatst, van Rijckevorsel aan de rand van een mosterdzaadveld, Croll en Meissner op een aardappelakker. Van der Borch heeft zijn multifunctionele wandelstok in een eenvoudige veldzetel veranderd en kijkt zittend toe. „Ik hoef niet meer zo nodig te schieten. De sfeer van zon dag is voor mij het belangrijkst.
„Je schiet nooit terug wat je er financieel in hebt gestopt, dat ziet u, zegt Meissner, met gevoel voor understatement. „Dat hoeft ook niet. De charme van de jacht is de verzorging van het wild, het hele jaar door. Waar wat denigrerend over gedaan wordt: het beheren! Vroeger hoefde dat nauwelijks. Er werd laat gehooid, laat gemaaid, de stoppel bleef liggen. Voedsel genoeg. Dat is nu anders. De intensieve landbouw is een belangrijke oorzaak van de afgenomen wildstand.
De oud-notaris vindt het zelf geen bezwaar dat het gedaan is met de grote tableaus. „Als ik bij een vlakdrijfjacht van verre een haas zie aankomen –hop, hop, hop, stilzitten, kijken– en hij is vlakbij, dan schiet ik hem niet. In die vijf minuten krijg je een band met dat dier. Een bekende schiet je niet dood. Met reeën heb ik dat nog sterker. Ik weet dat er afgeschoten moeten worden, maar als zon dier zo vrolijk voorbij huppelt, kan ik er niet meer toe komen. Dat krijg je op mijn leeftijd.

Feodaal
Robert Croll heeft nog het elan van de jeugdige jager. Zonder een ogenblik te aarzelen vuurt de Arnhemse kantonrechter op de haas die voor de drijvers uit over het akkerland draaft. Het eerste schot mist, het tweede niet. Dodelijk getroffen buitelt het dier over de kop. Max, de bejaarde labrador van Van der Borch, draagt de buit in zijn vang naar de baron, die het eerste stuk haarwild overdraagt aan Westerink. Met zijn zakmes maakt de jachtopziener achter de achillespees van de rechterpoot een snee, waar hij de linkerpoot van de haas doorheen trekt. „Dat draagt makkelijk, en zo toont hij mooi vol.
Bij de picknicktafel langs de bosweg is de echtgenote van Bredt gearriveerd met jonge jenever, kersenbrandewijn en warme saucijzenbroodjes. De drijvers nuttigen de traktatie aan hun eigen tafel. Jarenlange samenwerking nam het standsverschil niet weg. „Onwillekeurig gaan de heren hier zitten en de drijvers daar, lacht Meissner. „Daar doe je niks aan. Moet je ook niks aan doen. Op die landgoederen gaat het nog wat feodaal toe. Die traditie verander je niet. Wij zijn de meneren, zonder achternaam. Als Willem het tegen mij over meneer heeft, bedoelt hij Van der Borch. Heeft hij het bij Van der Borch over meneer, dan bedoelt-ie mij.

Mooie fazant
„Verkwikt door de drank volgen de heren de baron over een smal pad naar een veld met mosterdzaad, waarin Westerink een aantal fazanten verwacht. Het blijkt een ijdele hoop. Tevergeefs houden de jagers hun geweer in de aanslag. Van der Borch is zichtbaar teleurgesteld. Het geeft weinig hoop voor de laatste drift van de morgen, bij een verderop gelegen mosterdakker.
Van Rijckevorsel accepteert de situatie laconiek. „Moet je toch kijken, hoe mooi het hier is. Zon bolle akker, mosterdzaad erachter, die oude boerderijen met geelgroene luiken, waar vind je dit nog? Dat is het leuke van de jacht. Samen met vrienden kom je op plaatsen waar je anders nooit zou komen. Als er dan ook nog een mooie fazant langs komt, is je dag helemaal goed.
Zijn wens gaat vrijwel direct in vervulling. Uit het bijna uitgekamde mosterdzaad fladderen onverwacht vijf fazanten. Twee worden neergelegd door Croll, een door Bella. Een haan en een hen weten de bomenrij langs de weg te bereiken en scheren weg over het erachter gelegen weiland, waar Wentges ze nakijkt.

Patrijzen
„Heb jij nog wat geschoten, Onno, informeert Bredt, als Westerink de buit incasseert.
„Nee, ik heb ze laten vliegen, antwoordt de bankier uit het Gooi.
„Je bent toch geen undercover van de dierenbescherming?, spot Croll, die de gelegenheid aangrijpt om het belang van de jacht te onderstrepen. „Westerink is in dienst van Van der Borch. Niet alleen voor de jacht, maar ook voor bosonderhoud en toezicht, om te voorkomen dat mensen hier allerlei vuil komen dumpen. Het betekent dat een particulier zorg draagt voor de naleving van de wetten die de overheid ons stelt en daar kosten voor maakt. Dat is een stukje zelfredzaamheid van de maatschappij dat we enorm in ere moeten houen. Ook met het oog op de natuur.
„Voor de jacht op patrijzen zijn singels aangeplant, er is een zaaiplan opgesteld waar die beesten plezier van hebben en ga zo maar door, bevestigt Van Rijckevorsel. „Nu het schieten op patrijzen verboden is, gebeurt dat niet meer. De overheid en de dierenbescherming nemen het echt niet over.

Niet reëel
Van der Borch schudt geïrriteerd zn grijze hoofd over het sentiment van de heren natuurliefhebbers. „Denkt u nou werkelijk dat een haas liever door een vos wordt opgevroten dan dat hij door ons wordt neergelegd? Als ik goed geïnformeerd ben, dringt nu ook bij Natuurmonumenten door dat er te veel vossen zijn. Ze moeten worden afgeschoten door beroepsjagers, die er geen plezier in mogen hebben.
In het verleden hebben nogal wat landgoedeigenaren hun grond aan Natuurmonumenten nagelaten. Als ze dit geweten hadden, was dat nooit gebeurd. Neem Westerholt, dat was een felle jager. Als hij maar enigszins had vermoed dat Natuurmonumenten zo anti zou worden, hadden ze Hackfort niet georven. Kritisch Faunabeheer is helemaal idioot fanatiek. Die jongens wilden op de Veluwe wolven vrij los laten lopen. Dat krijg je als stadsmensen het in de natuur voor het zeggen krijgen. Waanzin! In een klein land als Nederland moet je behéren.
„De tegenstanders zijn niet voor rede vatbaar, stelt Meissner gelaten vast. „De kindertjes worden opgevoed met een konijn dat ze aaien en zoentjes geven of het een baby is. Niet reëel, maar je houdt het niet tegen. Nog even en het is in Nederland gebeurd met de jacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 december 1999

Terdege | 156 Pagina's

De jacht op de korrel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 december 1999

Terdege | 156 Pagina's