Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten.

Wederkerig wens ik jullie allemaal een gezegend nieuwjaar toe en bedank jullie hartelijk voor de gelukwensen, die jullie me deed toekomen, hetzij in brief of per prentbriefkaart. De Heere schenke ons wat wij zo onmisbaar van node hebben, namelijk de bearbeiding door de Heilige Geest, die onze harten kan vernieuwen en verlevendigen en ons de echte, ware droefheid naar God kan schenken, maar ook de echte, ware blijdschap, waardoor men in staat gesteld wordt om Psalmen te zingen in dagen van tegenspoed. Thans gaan we verder met de nieuwe raadsels.

OPGAVE 147.

1. In het Oude Testament wordt de naam genoehnd van een berg, bestaande uit tien letters en waarvan het volgende bekend is: 8, 3, 7, 2 betekent bitter; 10, 9, 1, 6, 4 betekent edel; 5 is de beginletter van een hoveling, die opgehangen werd. Welke is de naam van die berg? 2. Door een andere rangschikking der letters van CHAMEL kan men de naam verkrijgen van een persoon uit het Oude Testament. Wie wordt bedoeld? 3. Noem de naam van: a. een overste der tollenaren, die klein van persoon was en rijk; b. een andere naam voor Ezau; c. een vorst tijdens wiens regering Daniël in de leeuwenkuil moest; d. een nakomeling van Aaron en tevens een vaardig Schriftgeleerde, naar wien een der boeken van het Oude Testament genoemd is; e. een heidens vorst, die bevel gaf tot wederopbouw van Jeruzalem's tempel. f. de grootvader van de profeet Zacharia; g. de vader van koning Hiskia; De beginletters vormen de naam van een koning over Juda. Hoe is zijn naam?

Ouderen:

1. Een tekstgedeelte bestaat uit twee en twintig letters. Welk gedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is: 3, 7, 14, 20 is een metaal; 9, 19, 2, 10, 22 betekent: een echtverbintenis aangaan; 13, 1, 15, 11 is een dunwandig, metalen huls met sluiting; 5, 8, 12 betekent eer of ere; 17, 6, 21, 8 is een hoornachtige substantie bij bepaalde dieren; 15, 4, 20, 16 is een verzoek. 2. Maak uit: BAAL + AHOHI (2 Sam. 23: 9) + M — H de naam van een nakomeling van Abraham. 3. Maak uit: BOANERGES - t- AZARJA + J +0 a. de naam van een nakomeling van Juda; b. een profeet onder het Oude Verbond; c. de plaats waar Jozefs schoonvader overste was; d. een plaats in het land der Filistijnen waar Izak gewoond heeft.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Allen, die zich aangemeld hebben om mee te doen, zijn van harte welkom. En wie kan, helpe mede om het aantal neven en nichten steeds groter te maken.

De volgende maal, dat de oplossingen weer ingezonden mogen worden, denk ik, dat ik jullie vragen zal om weer eens een briefje er bij te doen. Het is al zo lang geleden, dat ik iets van jullie vernomen heb, zodat ik echt er naar verlang om eens wat van jullie te horen. Thans ga ik verder met het verhaal van de houthakker, die met zijn vrouw was uitgenodigd om bij de landheer te komen eten. Eindelijk brak de met spanning verbeide dag aan. Het was weer heet weer, snikheet. Het vooruitzicht echter, dat ze over enkele uren naar het herenhuis zouden gaan, deed elke klacht over het hete weer ditmaal verstommen.

Toen het eindelijk zo ver gekomen was, ondernamen zij de tocht naar het huis van de landheer. Daar aangekomen werd hun medegedeeld, dat mijnheer last gegeven had in een der kamers van het huis voor hen te dekken. Ze moesten maar even op een der banken in de tuin uitrusten, hetgeen zij deden.

Na een klein kwartier, dat zij zwijgend hadden doorgebracht, kwam de huisknecht, die met een effen gelaat en deftig gebaar hen nodigde binnen te komen. Daar werden zij ontvangen door mijnheer zelf. Een beetje verlegen groetten zij hem. „Ik heb maar in een afzonderlijke kamer laten klaarzetten voor jullie, dan zit je wat meer op je gemak en dan kan je zoveel eten als je maar wilt. Kom maar mee." „De landheer voerde hen naar een prachtige kamer, 't Was er zo mooi, dat zij hun voeten haast niet durfden \'erzetten. In 't midden der kamer stond een tafel aangericht, zoals ze zich die nooit gedroomd hadden. Daar stonden schalen op met verschillende soorten vlees, alles even geurig toebereid; schalen met vis om van te watertanden, schalen met groenten en fruit, alles even heerlijk. Tussen de schalen stond hier en daar een vaasje met bloemen, terwijl het tafelgerei van louter zilver en kristal was en als een spiegel glom. „Zie zo, zei de landheer, „doe nu maar of je thuis bent en eet maar flink, want na zo'n morgen van hard werken zullen jullie wel erge trek hebben."

De landheer maakte daarop aanstalten om te vertrekken, doch bij de deur gekomen, keerde hij nog even terug en zeide: „Dat is waar ook, ik vergat bijna te zeggen, dat ge wel uit alle schalen eten moogt, maar behalve uit die ene gedekte schotel daar. Die mogen jullie niet openen, want die is niet voor jullie bestemd." „Heel goed, mijnheer, zeiden de houthakker en zijn vrouw gelijktijdig, „wij zullen er om denken." De landheer vertrok.

Wat smulden de houthakker en zijn vrouw, toen zij alleen waren en nadat zij zich enigermate aan de omgeving gewend geraakt hadden! De ene schotel na de andere werd aangesproken en van het ene gerecht na het andere werd een proef genomen. „Ik eet voor zes weken vlees!" zei de een.

„En ik voor drie maanden vis!" zei de ander. „Denk er om, er staat ook nog een taart, houd er nog een plaatsje in je maag voor over!" „En voor die vruchten!" „Wat een goede heer hebben we toch, man, wat heeft hij voor ons laten zorgen!" „Misschien mogen we spoedig weer komen eten." „Ik zou het dolgraag willen, maar laten we er niet te vast op rekenen." Eindelijk begonnen ze grond te voelen. Uit alle schalen hadden zij gesmuld, alleen van die gedekte schotel waren zij afgebleven. Toen denman met eten gereed was, vielen zijn blikken op die gedekte schotel. Hij zag er ook zo prachtig uit, afgezet met gouden biezen. „Wat zou er in zitten, vrouw, " zei de houthakker, die onwillekeurig zijn hand al naar de schotel uitstrekte. „Pas op! man. Daar mogen we niet aankomen, " viel de vrouw hem in de rede, terwijl ze zijn hand terugduwde."

„Dat is waar ook, " hernam de man, ik zou me daar lelijk vergist hebben !"

„Toch ben ik ook erg benieuwd, wat er in zit, " zei daarop de vrouw. , , Misschien wat voor mijnheer zelf, " antwoordde de houthakker. De nieuwsgierigheid was bij beiden opgewekt. Telkens dwaalden hun blikken van de andere schotels weer naar die ene, die zij niet mochten aanraken.

„We konden toch best even kijken, wat er in zit, " meende de vrouw. „Licht jij de deksel even op, dan kijken we gauw en sluiten hem weer direct."

„Ik dank je wel, " hernam de houthakker, „ik kan beter met een bijl omgaan dan met dat fijne porcelein. Ik ben veel te bang, dat ik de deksel laat vallen."

„Zal ik het dan even doen? " vroeg de vrouw.

OOM KOOS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's