Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christinnereis is voor jong en oud

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

Met steeds meer lichtenkracht werd Christinne overtuigd van haar zondige daden en woorden. Het was als zag zij in een brede perkamenten rol, die voor haar ontrold werd en beschreven was met al de boosheid van haar leven, waarin zij veroordeeld werd door Gods heilige wet. Niet een woord tot haar verontschuldiging kon daartegen ingebracht. Met tijd en plaats werd het haar ordentelijk voor ogen gesteld, in de rol die haar getoond werd. Een rol, die ons doet denken aandevliegende rol, om Israel er van te overtuigen dat het zich waardig gemaakt had weggevoerd te worden van de erve des verbonds.

Christinne moester van overtuigd worden, dat zij niet alleen Gods heilige wet, maar ook het Evangelie van Zijn genade smaadheid had aangedaan. Zij werd in die overtuiging door de krachtige bearbeiding van Gods Geest vernederd, zodat het werd een buigen voorde majesteit van het recht Gods. En in dat ootmoedig buigen moest zij het bekennen, dat harerzijds alle verwachting tot behoud was afgesneden. Maar hier werd haar de deur der hoop in de genade van de Heere Jezus recht dierbaar. Het werd een vluchten tot de troon der genade, een boetvaardigsmeken:, ,OGod, wees mij, arme zondares, genadig!” Een smeken om verzoening door voldoening aan Gods recht. Neen, Gods recht mag door haar redding niet gekrenkt worden, en ook niet door de redding van haar kinderen.

Ineens begon deze moeder als een rechte moeder overluid te bidden, te smeken om genade tot de Heere. En zo is haar hart geworden een biddend hart, haar huis een biddend huis. Want haar kinderen werden er door, onder de zegen van Gods genade, wakker geroepen uit de slaap. Het innig bidden van deze moeder drong door alles heen, nam het hart van deze kinderen in. Had zij niet overluid gebeden, dan had het de kinderen niet kunnen treffen. Maar nu nam zij door overluid te smeken om genade, ook haar kinderen mee tot de Heere, endatwil de Heere. Hij vraagt niet alleen naar ons, maar ook naar onze kinderen, „want dezulken is het Koninkrijk der hemelen”.

De bekering bekwam bij deze moeder steeds meer diepgang, en bij de kinderen steeds meer ingang. Zodat aller hart steeds inniger aan de Heere en Zijn dienst verbonden werd. Van Godswege gevoelde zij zich verplicht met haar kinderen te spreken van de Heere ente bidden tot de Heere. Want zo toch wil de Heere Zijn Woord, het zaad der wedergeboorte, totzegen stellen in jeUgdige harten.

Deze i oeder wilde van haar kinderen geen beste, brave kinderen maken, het ging bij haar : m de hartvernieuwende genade tot bekering. De Heere vraagt daartoe uit kracht van Z^n ontfermende liefde naar ons ennaar onze kinderen. Hij sluit er niet een uit.

In deze verbindingaande Heere en Zijn dienst werd de dienst van satan en zonde opgezegd. Het werd dit gezin onmogelijk langer voortte leven op de straten der ongerechtigheid, in de stad Verderf.

Maar dat liet de vorst der duisternis niet toe. U kunt er op rekenen dat hij wakker is. Nog voor dat deze moeder was opgestaan, stonden er al twee gezanten van de boze bij haar bed, en die wisten van alles af.

Hoor maar: „Nu was het haar, als zag zij twee mannen met een zeer ongunstig voorkomen bij haar staan, en als hoorde zij hen zeggen: Wat zullen wij met die vrouw aanvangen? Want zij roept om genade, zowel wanneer zij wakker is, als wanneer zij slaapt; als zij voortgaat zoals zij begonnen is, zullen wij haar, evenals haar man verliezen. Wij moeten dus op de een of andere wijzetrachten haar gedachten af te trekken van de dingen van het hiernamaals, anders zal niets ter wereld er haar van kunnen afhouden haar echtgenoot op zijn reis te volgen”.

Vanuit de mond van deze helse mannen is het ons bekend, dat zij zich zeer bezorgd maken over het verliezen van deze vrouw. Satan houdt haar vast, wil haar niet kwijt. En dat geldt niet alleen haar, doch ook haar kinderen, die hij zo nodig heeft voor de toekomst van de stad. Had zij nu alleen maar wat benauwdheid en wroeging in haar geweten, of een kleed van uitwendige vroomheid aangedaan, zoals dat menigmaal plaats heeft, dan was dit geval voor ons zo moeilijk niet. Dan zat de godsdienst haar alleen maar in het hoofd, en niet in het hart. Maar hier is de situatie zo geheel anders. Het is een vrouw, die dag en nacht tot de Heere roept en smeekt om genade. En als dat zo doorgaat zullen wij haar, evenals haar man, met haar kinderen verliezen. Was het bij haar alleen maar gekomen tot een beloven van wat beterschap, een steunen op eigen kracht, dan was het niet meer dan een morgenwolk, een vroegkomende dauw, die heen gaat zonder iets goeds na te laten. Ja, dan waren al haar plannen met weinig moeite te verijdelen. Maar nu is het bij haar een smeken om genade, en de genade waarom zij smeekt, is sterker dan wij zijn. Want zulke mensen krijgen hulp van boven. Satan ziet het goed in, hij is in dit opzicht werkelijk ter zake kundig. Hij weet tot op zekere hoogte het kostelijke van het snode te onderscheiden. Zijn dienaren bemerken dat deze vrouw het oog gevestigd heeft op de Man, bij Wie hulp besteld is en genade is uitgestort op Zijn lippen, en dat doet haar zo krachtig smeken om genade.

Maar blijkbaar hebben deze mannen, die op het verderf van deze moeder het oog gevestigd hadden, gedacht dat zij sliep en daarom wel wat hard gesproken. Een fout waarover zij zeker niet weinig afgestraft zijn door de Boze, want met zekerheid wisten zij niet dat deze vrouw slapende was.

Of zij wakker was en of zij door dit hels gewoel wakker geworden is, doet niet ter zake, zij kon met hetgeen zij gehoord heeft haar winst doen.

Nu wist deze vrouw dat satan alles in het werk zal stellen haar gedachten af te trekken van de dingen der eeuwigheid, en dat greep haar aan. De vreselijke gedachte van afgetrokken te zullen worden van de Heere en van Zijn wegen, sloeg haar de schrik om het hart. Het angstzweet parelde op haar voorhoofd, terwijl zij over haar gehele lichaam beefde. En toch was het haar profijtelijk van dit helse voornemen enige kennis te hebben. Het bracht haar nog meer in het besef van haar afhankelijkheid, tot de overtuiging de Heere nodig te hebben in het volharden op de ingeslagen weg. Zijn genade werd haar steeds meer dierbaar tot onderwijzing, tot beleving en tot volharding. De Heere hoorde het kirren van Zijn duif, het piepen van Zijn zwaluw vanuit de verschrikkingen, die over haar gekomen waren. Hij bracht haar ontroerde ziel tot de rust van het geloof. Hij kwam haar zelfs in de overdenking van het hemelleven te stellen. Het was als zag zij haar man in de plaats der heerlijkheid temidden van de gezaligde geesten, met een harp in de hand, zingende en spelende voor Hem, Die op de troon zit, en een regenboog was boven Zijn hoofd. En toeziende zag zij hoe haar man het hoofd boog met hetaangezicht ter aarde, zeggende: „Ik dank U, mijn Heere en Koning, dat Gij mij hebt gebracht aan deze plaats”.

Toen hief de ganse schare een luid gejubel aan en zij speelden op hun harpen, doch niemand op aarde kon verstaan wat zij zongen, dan alleen de Pelgrim, de man van deze weduwe, en degenen, die bij hem waren. En dat was voor haar een zoeteverkwikking. Zie toch, het is die boze mannen niet gelukt haar gedachten van de Heere en van Zijn heerlijkheid af te te trekken, om haar terug te brengen tot de dienst der zonde. Door de werkingen en onderwijzingen van de Heilige Geest mocht zij zelfs met meer kracht en klaarheid over deze dingen gaan denken. Satan weet het wel dat het in de eerste plaats gaat om het denken van de mens. Elk mens leeft zoals hij denkt. Zo lang wij met onze gedachten blijven leven in de wereld met al haar begeerlijkheden, kunnen de dingen der eeuwigheid niet begeerlijk voor ons worden. En daarom komt de Heere tot ons met de lokstem van het Evangelie, roept Hij ons tot het bedenken van de dingen die boven en eeuwig zijn. Wij moeten van dag tot dag leren denken vanuit het Goddelijk denken. Hij heeft in Zijn ondoorgrondelijke wijsheiddewegder zaligheid uitgedacht, tot zaligheid van ellendige zondaren. En dat mocht deze moeder door genade ter harte nemen.

Nijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's