Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoveel hoofden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoveel hoofden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Polio

Naar aanleiding van uw artikel in Terdege van 1 december '93 wil ik een opmerking plaatsen omtrent het sociaal verzekeringsstelsel dat wij in Nederland kennen. Uit het artikel blijkt, dat de heer Luijk omscholing zelf zal moeten betalen. De indruk wordt daarbij gewekt, dat dit komt omdat hij niet verzekerd zou zijn. Deze opvatting is niet terecht. Het sociaal verzekeringsstelsel in ons land kent de mogelijkheid om zich als gemoedsbezwaarde aan te laten merken. Premiebetaling voor de sociale verzekeringswetten zoals aow, aww, aaw enz. vindt dan niet rechtstreeks plaats. Het is niet zo dat de gemoedsbezwaarde minder lasten betaalt dan een verzekerde. De gemoedsbezwaarde zal namelijk een verhoogde aanslag inkomstenbelasting krijgen. De inspecteur der Rijksbelasting zorgt dan voor de betaling aan de sociale verzekeringsfondsen. Om voor een uitkering op grond van genoemde wetten in aanmerking te komen, moet men aan een aantal eisen voldoen, zoals Nederlander zijn, alsmede in Nederland woonachtig zijn en een bepaalde leeftijd of in een bepaalde omstandigheid verkeren. Premiebetaling is daarbij geen toetsingsnorm. Als gemoedsbezwaarde zal men praktisch altijd aan al die criteria voldoen, zodat men in principe aanspraak heeft op een uitkering, ook al heeft men niet zelfde premies betaald. Het staat de gemoedsbezwaarde vrij om wel of geen gebruik te maken van de voorzieningen.
T. Grinwis, Ouddorp

Noord-Ierland
Met verbazing en ergernis las ik het tendentieuze artikel over Noord-Ierland. Allereerst wordt conseDeze rubriek is bedoeld om te reageren op de redactionele inhoud van Terdege. Uw bijdrage mag niet langer zijn dan 175 woorden en moet voorzien zijn van de titel van deze rubriek en uw naam en adres. Plaatsing van ingezonden brieven betekent niet dat wij met de inhoud daarvan instemmen. De redactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen bepaalde reacties in te korten of niet te plaatsen. quent gesproken over rooms-katholieken of katholieken, hoewel ons altijd geleerd is dat wij de katholieken zijn en niet de roomsen. In de tweede plaats wordt voorbijgegaan aan de betekenis van de historie. Is b.v. de herdenking van de slag bij de Boyne werkelijk zinloos? Of zijn wij ook al oecumenisch en vinden wij de verbroedering van rooms en protestants normaal? Ten derde wordt Tom Hartley, voorzitter van Sinn Fein, uitvoerig aan het woord gelaten, met uiteraard zijn beschuldigingen dat roomsen gediscrimineerd worden t.a.v. de werkgelegenheid enz. Is de levensstandaard in het roomse Ierland beter dan? Ten vierde: ds. Paisley krijgt hier het woord. Van hem slechts een los citaat. Heeft men hem wel eens horen preken? Dan zou men hebben kunnen constateren dat deze man door iets hogers gedreven wordt dan fanatisme of blinde haat. De vraag voor Terdege en haar lezers is slechts: wat is de strijd voor het reformatorisch erfgoed óns nog waard?
G. Everts, Hoogeveen

Tijdgeest (2)
Dat de heer G.P.P Hogendoorn als ex-voorzitter van "Bouwen" kritiek wil leveren op de invalshoek waaronder ik de SGP-kwestie heb gevolgd en geanalyseerd, is zijn goed recht en was ook te verwachten. Hoewel ik die kritiek meen te kunnen weerleggen, lijkt het mij niet juist om aan die verleiding toe te geven. De lezer oordele zelf of Hogendoorn enigszins recht heeft gedaan aan mijn behoefte de gebeurtenissen te duiden in het perspectief van het klimaat om ons heen. Verdachtmakingen behoef ik echter niet onweersproken te laten. De eerste betreft mijn uitspraken over oppervlakkige meningsvorming en het suggestieve verband dat door de heer Hogendoorn wordt gelegd met de afgedrukte foto. De fotograaf had als opdracht meegekregen: een portretfoto en een relatie met het thema in de vorm van studiemateriaal. Dat is alles. De tweede verdachtmaking is Hogendoorns verwijt dat ik ds. Hovius "er van langs" geef Ook dat ervaar ik als oneerlijk, omdat hij geen enkele passage kan aanwijzen waarin het bewijs voor zijn uitspraak geleverd wordt. Overigens heb ik, met burgemeester Hardonk in discussie voor EO-Tijdsein, publiekelijk mijn respect uitgesproken voor de oprechtheid van ds. Hovius. Daags voor zijn beshssing heb ik hem telefonisch dringend verzocht aan te blijven.
Drs. P.C. den Uil, Hendrik Ido Ambacht

Christenen en kunst
Met belangsteUing heb ik kennis genomen van het gesprek met ds. C.J. Meeuse. Te meer daar ik vind dat deze predikant gevoel voor kunst niet ontzegd kan worden. Het liep op een teleurstelHng uit. De antwoorden aan uw verslaggever zijn algemeen, ontwijkend en soms niet juist. Vooral waar De Vries, met bijbelse gegevens, zijn vraagstelling i.v.m. de verhouding christen en kunst onderbouwt (tempelbouw Salomo en boekverbranding in Efeze). Verder, in samenhang met het geheel van uw blad, laat het weer zien hoe tweeslachtig er in de zgn. reformatorische kring gedacht wordt over onze plaats in de samenleving. Het vraaggesprek begint met "het voorbijgaan van de wereld". Meeuse doet de weerlegging van De Vries, dat daar wat materieel bezit betreft, in onze kring niet veel van te merken is, simpel van de hand: Dat zijn "schimpscheuten van de wereld." Dit heeft me te pijnlijker getroffen omdat juist in dezelfde aflevering, zoals steeds goed gevuld met advertenties van kleding, meubelen, vakanties die moeilijk als sober omschreven kunnen worden, ook nog een artikel stond onder de titel: "De miljoenen van de gereformeerde gezindte..." Ten slotte, ds. Meeuse besluit met het verwijzen naar de ondergang van de cultuur zonder God. De val van het grote Babyion (Openb. 18). Maar de Bijbel gaat nog enkele hoofdstukken verder. In Openb. 21 lees ik van een stad die blijft: Jeruzalem. Van haar staat geschreven: „en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve." Wat dat te zeggen heeft voor christen en kunst is voortreffelijk uitgelegd door dr. J.C. de Moor in "De hemel geopend". Het is Kuyperiaans, dat wel, maar glashelder en exegetisch onverdacht gereformeerd.
Hans Mouthaan, Bleskensgraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's

Zoveel hoofden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's