Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee naturen in enigheid des Persoons

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee naturen in enigheid des Persoons

Psalm 139:15-16

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet de Vader heeft de menselijke natuur aangenomen, noch de Heilige Geest is in de wereld gezonden, maar God de Zoon, de Gegenereerde van de Vader, het uitgedrukte Beeld van Gods zelfstandigheid, God uit God, Licht uit Licht,waarachtig God uit waarachtig God.

Gods Zoon is alwetend; Hij wist Davids zitten en opstaan, van verre verstond Hij zijn gedachten. Gods Zoon is overaltegenwoordig; al zou David opvaren ten hemel of zich bedden in de hel, Hij is daar.
De Middelaar Gods en der mensen heeft twee naturen in enigheid des Persoons, want Gods Zoon heeft de ware menselijke natuur aangenomen. Hij bleef de onzienlijke God, maar werd een zichtbaar mens. Naar Zijn Godheid bleef Hij oneindig en overaltegenwoordig; naar Zijn mensheid was Hij aan tijd en plaats gebonden. Naar Zijn Godheid slaapt of sluimert Hij nooit, naar Zijn mensheid sliep Hij gedurende een machtige storm op de achterzijde van een schip. Naar Zijn Godheid verzadigt Hij al wat leeft, naar Zijn mensheid hongerde Hij. Door de kracht van Zijn Godheid heeft Hij Gods toorn doordragen, naar Zijn mensheid heeft Hij geleden.
Zijn Godheid bleef onveranderlijk in volle heerlijkheid, maar verborg Zich achter Zijn mensheid in diepe vernedering. Die alles schiep door Zijn spreken, leerde Zijn eerste woorden van Maria. Die als de God der ere dondert (Psalm 29), was een Kindeke dat schreide. Hij wandelde op de golven der zee, maar had op de aarde niet waar Hij het hoofd neer kon leggen (Mattheüs 8:20). Hij wierp de duivelen uit én werd verzocht van de duivel. Hij genas veler ziekten en kwalen,maar was een Man van smarten en verzocht in krankheden. Hij wierp de bende achterwaarts, maar liet Zich door die bende binden (Johannes 18:6). ‘En niemand is opgevaren in de hemel, dan Die uit de hemel nedergekomen is, (namelijk) de Zoon des mensen, Die in de hemel is’ (Johannes 3:13).
Op het grootste concilie van de oude kerk te Chalcedon in 451 waren meer dan zeshonderd bisschoppen bijéén.
Veel was er al nagedacht en getwist over de twee naturen van de Middelaar. Het concilie zou een uitspraak doen. Maar... het vermocht niet zeggen hoe het wél was, en sprak daarom uit wat het níet was: De twee naturen van Christus zijn ongedeeld en ongescheiden, onvermengd en onveranderd. Uitgesproken werd hoe het niet was, zodat enigszins duidelijk werd hoe het wel was. Het concilie bleef staan waar het niet verder mocht en kon gaan, zodat het niet méér zei dan het gegeven was te zeggen. Dat was niet mager of zwak, maar godvruchtig. Het was een eerbiedige belijdenis dat het verstand te klein en de taal te arm is voor deze verborgenheid, gelijk geschreven staat: ‘En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees’ (1 Timotheus 3:16).

Aan kinderkens geopenbaard
De Heere der heerlijkheid heeft de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen (Filippensen 2:7). Hij openbaarde op aarde de lichtstralen van Zijn ware Godheid. Zijn almacht toen Hij de winden en de zee bestrafte, en er grote stilte werd. Zijn overaltegenwoordigheid, toen Hij de knecht van de hoofdman over honderd van verre genas. Zijn alwetendheid, toen Hij Zacheüs bij zijn naam noemde. Maar wie heeft Hem geloofd en in Hem geloofd? Hoe komt het dat de één zei: Hij is een groot profeet, en een ander: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods?Wat is de oorzaak dat de één geërgerd van Hem wegliep, en een ander Hem smeekte: Gij Zone Davids, ontferm U mijner?
De ware kennis van Gods Zoon is alleen door Woord en Geest. Zo was het voordat Hij in de wereld kwam, zowel als toen Hij Zijn rondwandeling op aarde maakte. Zo is het nóg. Welgelukzalig is het volk dat gebracht wordt tot de oprechte belijdenis: ‘En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid” (Johannes 1:14).

Gij hebt Mij in de buik van Mijn moeder bedekt
De hand van de drie-enige Verbonds-God heeft de menselijke natuur van de Middelaar in de buik van Zijn moeder op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt. Doe de schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat is heilig land!
De Vader heeft door de Heilige Geest de Zaligmaker het lichaam toebereid.
De HEERE heeft wat nieuws op de aarde geschapen: de vrouw zal den man omvangen (Jesaja 31:22b)!
De Zoon heeft door de Heilige Geest Zijn menselijke natuur aangenomen uit de moedermaagd. Hij kon zeggen: Eer Maria was, ben Ik. Van eeuwigheid heeft Hij medebesloten dat deze maagd Zijn moeder zou zijn. In de volheid des tijds is Hij gewillig uitgegaan en op hetzelfde ogenblik dat de vorming van Zijn lichaam aanving, heeft de tweede Persoon Zich met die heilige mensheid verenigd. O, onuitsprekelijke daad van neerbuigende goedheid en genade!
De Heilige Geest is over Maria gekomen, en de kracht des Allerhoogsten heeft haar overschaduwd (Lukas 1:35). Alzo werd de menselijke natuur van de Middelaar als een borduursel gewrocht in de nederste delen der aarde. Waarvan de engel tot Jozef gezegd heeft in de droom: Jozef, (gij) zone Davids, zijt niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want Hetgeen in haar ontvangen is, Dat is uit de Heilige Geest” (Mattheüs 1:20).
Zoals ook Gabriël gesproken had tot Maria: Dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden (Lukas 1:35b).
Werkelijk, de verborgenheid der godzaligheid is groot! Want het Woord schiep man en vrouw,maar het vleesgeworden Woord is niet uit een man en een vrouw. De Zoon van God heeft geen aardse vader, maar de Zoon des mensen heeft wel een moeder. De Schepper van Zijn moeder, is geworden uit Zijn moeder; de Maker van Zijn moeder, is uit Zijn moeder gemaakt.
Laat Ons Eén Onzer Mens maken! In Hem is het lied van de opperzangmeester volmaakt: Vader, Gij hebt Mij in Mijner moeders buik bedekt; Mijn gebeente was voor U niet verholen als Ik in het verborgene gemaakt ben; Uw ogen hebben Mijn ongeformeerde klomp gezien. Ik loof U, omdat Ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben!
(wordt vervolgd)

Barneveld, ds. C. Hogchem

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's

Twee naturen in enigheid des Persoons

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's