VRAGEN DOGMATIEK.

137. Kan God meer doen dan Hij wil?

Ja, dat bewijst Johannes de Doper in Matth. 3, 9: Want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.

138. Hoe wordt de almacht Gods nader onderscheiden?

Naar de verschillende voorwerpen in een volstrekte of onbiepaalde, len een bepaalde of geordineerde macht Gods. waarvan de eerste ziet op de macht Gods, zoals zij be* schouwd wordt vóór het besluit Gods, waardoor Hij alles kan doen wat Hiji kan willen, Matth. 3, 9, en de tweede doelt op de kracht Gods, waardoor Hij na het be* sluit al wat Hij besloten heeft kan vol* voeren, Ps. 135, 6; Jes. 46, 10.

139. Is er ook iets dat God miet doen kan? Ja, volgens Zijn geordineerde macht kan Hij wegens Zijn volmaaktheid: 1. Niet doen, wat tegen Zijn eeuwig besluit is, Jes. 46, 10; 2e Noch ook wat tegen Zijn volmaaktheid strijdt, 2 Tim. 2, 13. 3 iNoch iets dat in zichzelf strijdig is. 4., Ook kan Hij niet liegen of bedriegen, Tit. 1, 2; Hebr. 6, 18, waar dat strijden zou met Zijn oneindige volmaaktheid en waarachtigheid.

5. Ook kan Hij niet sterven, 'want dat zou een natuurlijke onmacht inhouden, een ondergaan en veranderen, wat ten zeerste strijdt met de volko'menbeid van Gods macht, en onveranderlijkheid. 6. Ook kan Hij het eindige schepsel niet oneindig ma* ken. Geen dezer .dingen kunnen op God toegepast worden, wijl ze juist een gebrek aan macht aanwijzen, en tegenstrijdig zijn aan de volkomenheid der Goddelijke macht 140. Welke symbolische ivoorstelHngen geefi^ de Schrift van de macht Gods?

Gods hand, Ps. 10, 12. Gods arm, Ps. 89, 14. Hij is de Rotssteen, D'cutr. 32, 4. Een vaste Burg, Ps. 31, 4'. Een hoog vertrek, Ps. 144, 2. Een schild. Gen. 15, 1; Ps. 84, 12, enz.

141. Is ide souvereine opperhoogbeid, on* beperkte macht, en souverein oppergezag van grote betekenis voor de mens?

Ja, want zij is tot een eeuwige afschrik voor alle goddelozen, die God verdoen zal, Jes. H, 4, maar ze isfde troost voor de rechtvaardigen, die de Heere beschut en verlost van al hun vijanden, en die Hij in Christus tot de zaligheid zekerlijk zalbren* gen, Ps. 91, 1; Zach. 8, 6.

142. Waartoe heeft de Heere al deze Zijne eigenschappen, en namen, ja Zijn Wezen zo veelvuldig willen openbaren?

Opdat de mens uit ze allen mocht leren kennen en erkennen, dat de Heere de enige en waarachtige God is en algenoegzaam tot zaligheid. Dat niemanld anders de za* ligheid moet zoeken dan langs een weg, waardoor alle deugden Gods op het hoogst kunnen verheerlijkt worden, en waarbij de mens op het diepst vernederd wordt en al* leen in de weg van ide ware ontdekking aan zonde en schuld in Christus met God verzoend en verenigd kan worden.

143. Wat is de praktijk van het rechtgeaar* de kind des Heeren?

Met .een diep ontzag, omtrent !de Heere en Zijn hoge Naam en deugden te verzekeren, zoals Mozes, Exod. 34:8; deze deugden gaarne te verhogen len te vertellen als ze er toe verwaardigd worden, Jes. 26:1, 7; zich te verblijden, als ook , anderen daarval kennis , en er ook achting voor krijgen, 2 Chron. 6:32, 33; ja dat de ganse aarde vol mag worden met de ware kennis des Hee* ren, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken, Jes. 11:9.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen