Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tragiek van een predikantengeslacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tragiek van een predikantengeslacht

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarschijnlijk zullen de meeste lezers weieens gehoord hebben van Abraham van de Velde, die in 1660, samen met zijn ambtgenoot Johannes Teellinck uit Utrecht werd verbannen omdat ze in de clinch lagen met de stedelijke overheid. Van de Velde is bovendien de auteur van een vaak herdrukt en veel gelezen geschiedwerk, „De wonderen des Allerhoogsten".

Zijn vader, evenals hij Abraham geheten, was ook predikant - helaas meer berucht dan beroemd. En zijn zoon Nicolaas koos ook voor het wondere ambt, maar deze kwam op een trieste manier aan zijn einde. Over drie generaties Van de Velde gaat dit verhaal.

Een mislukte carrière

Abraham van de Velde Senior heeft maar één gemeente gediend: Veen (N-B), en hoe...? Als candidaat kwam hij er in 1619, en tot zijn overlijden in 1647 zou hij er blijven, maar gedurende héél die lange periode was hij een aanstoot voor de gemeente en het zorgenkind van de Classis Heusden.

Jammer voor de gemeente Veen, waarvan hij nog maar de derde predikant was sinds de Reformatie, en waar het hele ker-

kelijk leven nog in de kinderschoenen stond. De eerste predikant, Cornelius Mostert, was al begonnen met ziekte en heeft de gemeente nog geen jaar kunnen dienen. De tweede, Cornelis Jansz. van Drongelen (1611-1619) was een drinkebroer en een vechtersbaas, en werd uiteindelijk afgezet om zijn remonstrantse gevoelens. Het zou te wensen zijn geweest dat er nu eindelijk eens een predikant was gekomen die met hart en ziel werkte aan de opbouw van de gemeente.

Maar helaas was ook Abraham van de Velde geen sieraad voor de kerk... Over zijn toelating tot het ambt was al wat te doen geweest, maar men wilde hem toch een kans geven, al moest hij beginnen met het afleggen van een schuldbelijdenis. Doch ook daarna betert hij zijn leven niet. Hij maakt schulden en bezoekt voortdurend de herbergen. Geen wonder dat er van zijn werk niet veel terechtkomt. Volgens een betrouwbare bron beschikt hij slechts over een stuk of acht preken, die hij steeds weer in dezelfde volgorde herhaalt.

Op de Classicale vergaderingen wordt voortdurend over hem geklaagd, maar Van de Velde op zijn beurt klaagt over de gemeente. Er is in Veen nog maar één ouderling en één diaken, om de eenvoudige reden dat er nog vrijwel geen lidmaten zijn. En hij heeft - ondanks vele gedane beloften van verbetering - een woning die nog niet aan de minimale eisen voldoet.

In die tijd probeerde men nogal eens een ruiling tot stand te brengen. Een predikant kan soms in een nieuwe gemeente met een schone lei beginnen. Ook in het geval - Van de Velde wordt een ruiling op touw gezet met de gemeente Oosterwij k, maar de kerkeraad van laatstgenoemde gemeente, kennelijk gedachtig aan het spreekwoord , , als twee ruilen moet er één huilen", trekt zich op het laatste moment toch terug.

Dat was in 1632... Nog 15 jaar zou Veen met Van de Velde opgescheept zitten. Dat kon alleen doordat de overheid hem constant de hand boven het hoofd hield, en zowel de gemeente Veen als de Classis Heusden hadden niet veel meer te doen dan het hoofd in de schoot te leggen... Maar de situatie was van dien aard dat , , de handen der godloosen so merckelick worden gesterkt, de herten der vroomen bedroeft, ende de monden der vijanden geopent".

In 1647 moet Van de Velde de weg gaan van alle vlees en daarmee wordt het probleem voor de gemeente Veen opgelost. Het einde van een moeilijke periode en van een mislukte domineescarrière...

Wie er meer over weten wil leze het prachtige boekje van ds. G. Hamoen, „Het begin van de Reformatie in de Ring Heusden", waaraan de meeste bovenstaande gegevens zijn ontleend.

Conflict met de overheid

Ooit heeft prof. De Vrijer opgemerkt dat de kerkgeschiedenis wordt gemaakt door de „profeten" en de „zondaars". Dat wil zeggen: interessant zijn alleen de uitschieters die öf beroemd, öf berucht geworden zijn. De duizenden trouwe herders die onopvallend hun weg gingen, trouw hun plicht deden en met ijver werkten, worden door het nageslacht vergeten. Maar zij die uitblonken, in het goede of in het kwade, komen in de geschiedenisboeken terecht.

Behoorde vader Van de Velde tot de „zondaars", zijn gelijknamige zoon was „onder de profeten". Abraham Junior werd geboren te Middelburg in 1614, dus nog vóórdat zijn vader predikant zou worden in Veen. Het is niet met zekerheid bekend waar hij heeft gestudeerd, in Leiden of in Utrecht, maar in 1640 werd hij in het ambt bevestigd in de gemeente Zevenhoven. Nog in hetzelfde jaar kreeg hij een beroep naar Schoonhoven, welke gemeente hij elf jaar zou dienen. In 1651 leidde de weg naar Utrecht, dat toen het bolwerk van de Nadere Reformatie was. Samen met Voetius, Van Lodenstein, Van den Bogaert, Gentman, Joh. Teellinck, en anderen voerde hij het pleit voor de doorwerking van de beginselen van de Reformatie, en trachtte hij de gemeente te houden onder de tucht van het Woord.

Daar zou ook de strijd gevoerd worden tegen de overheid, die hem duur te staan zou komen. Die strijd ging over de zogenaamde kapittelgoederen, de geestelijke goederen die tijdens de Middeleeuwen toebehoorden aan de Rooms-Katholieke Kerk, maar die nu bijna overal door de staat waren „genaast", behalve in Utrecht... De kring rondom Voetius eiste deze goederen op ten bate van de Gereformeerde Kerk. Van de Velde, die een bespraakt kanselredenaar was, bracht deze zaak op de preekstoel en beschuldigde de overheid van „kerkroof".

Er ontstond een flinke rel onder de bevolking van de Domstad en de overheid achtte het zelfs nodig militaire hulp in te roepen. Om te laten merken welk een dikke vinger het stadsbestuur had in de kerkelijke pap, kregen de zwaarste „onruststokers", Van de Velde en Teellinck, op 19 juli 1660 de aanzegging dat ze op staande voet Utrecht moesten verlaten,

„op poene van bannissement". De kerkeraad, die kans zag in een spoedvergadering samen te komen en een loffelijke attestatie aan de beide predikanten mee te geven, kon de verbanning niet verhinderen, al bleef hij ertegen protesteren en trachten de beide predikanten terug te krijgen, wat helaas niet gelukte... Het was niet het eerste en het zou ook niet het laatste staaltje van overheidsbemoeiing met kerkelijke zaken zijn. En ook het zoveelste voorbeeld van het uiteindelijk buigen van de kerk voor de overheid...

Na korte tijd de gemeente Arnemuiden te hebben gediend werd Van de Velde in 1663 beroepen in Middelburg, waar hij in 1677 is overleden.

Gereformeerde geschiedschrijving

Van de Velde, die „groote gaven van gheleertheyt en welsprekentheyt" bezat, was in alle opzichten een man van de Nadere Reformatie, leerling en geestverwant van Voetius, die hij naar alle waarschijnlijkheid reeds in zijn jeugd van nabij heeft gekend. Immers, hij was opgegroeid in Veen, terwijl Voetius toen predikant was in het vlakbij gelegen Heusden.

In alle gemeenten die hij heeft gediend heeft hij geijverd voor de rechten van de Gereformeerde Kerk en voor een heilig leven van de gemeenteleden. „Eén ding is nodig voor de leraren", schrijft hij ergens, „om het Woord der prediking te versieren, te weten, dat ze hun leer met hun leven bekrachtigen". Bij het neerschrijven van deze woorden zal hij ongetwijfeld gedacht hebben aan zijn vader, die dat goede voorbeeld bepaald niet had gegeven...

Het meest bekend is Van de Velde geworden door zijn historisch werk, „De wonderen des Allerhoogsten", waarin hij de worsteling tegen Spanje beschrijft vanuit de optiek dat Gods hand zichtbaar was in de geschiedenis van het ontstaan van onze natie. Om zijn eigen woorden te gebruiken, „om te doen blijken dat de ware gereformeerde religie is, èn de grondslag van deze staat, en ook een oorzaak van z'n opkomst en florissantie".

Nóg een citaat: „Indien enig land of volk deze genadige wonderwerken Gods heeft ondervonden; zo enig volk is gebracht in water en vuur, en door een hoge hand en boven alle verwachting in een overvloedige verversing, indien bij gevolg enig land en volk oorzaak heeft om dienaangaande die grote God te verheerlijken; het is dit, ons lieve vaderland".

Een triest levenseinde

Eén van de zoons van Abraham van de Velde en Johanna Honigh, Nicolaas, hield de familietraditie in ere en studeerde ook theologie. Zijn vader heeft het niet meer mogen beleven dat zijn zoon een gemeente diende, maar - we mogen wel zeggen, gelukkig - ook niet dat het leven van zijn zoon zó vroegtijdig en op zo gewelddadige wijze zou worden afgesneden.

In 1686 werd Nicolaas, die vrijgezel was, bevestigd in de gemeenten Ovezande en Driewegen (op Zuid-Beveland). Hij stond daar nog geen jaar, toen hij op een maandagmorgen dood in zijn pastorie werd aangetroffen. Al gauw werd bekend wie de dader was: zijn ringcollega Johannes de Clijver, predikant te 's Heerenbroek. Het motief is nimmer geheel opgehelderd, maar was waarschijnlijk jaloezie, omdat Van de Velde's prediking nogal wat mensen trok...

De moordenaar werd gearresteerd, maar voordat het recht z'n loop kon hebben, sloeg hij de hand aan zijn eigen leven.

De drie generaties Van de Velde vormen met elkaar een droevig stukje kerkgeschiedenis. Grootvader leidde een bande-

)os leven, vader was een gevierd prediant, die getroffen werd door een overeidsmaatregel, en de (klein)zoon viel oor de moordenaarshand van een ambts-broeder. Over die goede, oude tijd gesproken...

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De tragiek van een predikantengeslacht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's