Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vertegenwoordigings-bevoegdheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vertegenwoordigings-bevoegdheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de praktijk van het kerkelijke leven rijzen regelmatig kwesties rond de vraag wie wettelijk als vertegenwoordiger van de kerk kan optreden. Het gebeurt regelmatig dat een bank of notaris de personalia en handtekeningen van alle kerkenraadsleden eist bij een financiële transactie.

Deze situatie is nog urgenter geworden als gevolg van tal van nieuwe regels o.a. in het kader van de antiterrorismewetgeving. De overheid wil zicht hebben en houden op allerlei geldstromen. Daar komt bij dat door de toegenomen secularisatie velen, ook overheids- of semioverheidpersonen, geen weet meer hebben van de eigen plaats die de kerk in de samenleving inneemt. Het moet telkens worden uitgelegd dat de plaatselijke gemeente autonoom is op grond van de regels van ons op Gods Woord gegronde kerkrecht. En dat de kerkenraad het orgaan is dat de gemeente vertegenwoordigt en bevoegd is tot het aangaan van ver­ bintenissen en het doen van allerlei transacties, zoals bijvoorbeeld het aankopen van grond, het aangaan of verstrekken van leningen en het openen van bankrekeningen. Ook volgens het burgerlijk recht is de plaatselijke gemeente zelfstandig rechtspersoon. Dat roept voor de 'buitenwereld' vragen op als: hoe staat het dan met de leden van de gemeente, hebben die geen beslissende bevoegdheid? En: er van uitgaande dat de kerkenraad de gemeente vertegenwoordigt, moeten dan alle kerkenraadsleden gezamenlijk als vertegenwoordiger van de gemeente optreden of kan dat ook anders? De laatste vraag is ook van belang bij transacties die door meerdere vergaderingen (classes, synoden) worden aangegaan. We willen in het kort op deze vragen ingaan.

De plaats van de ledenvergadering

Elke plaatselijke gemeente is volgens de Dordtse Kerkorde een zelfstandige kerk. Daarom moet er in elke gemeente een kerkenraad zijn, die de gemeente bestuurt en regeert. Dat is gegrond op het Woord van God. Zo schrijft de apostel Paulus aan Timotheüs over het regeerambt van de ouderlingen (1 Tim. 4:14 en 5:17). Een ledenvergadering kent de Kerkorde niet. Het is de kerkenraad die regeert en besluiten neemt. Wel spreekt de Kerkorde over de taak van de gemeente bij het verkiezen van ambtsdragers. Die taak kan in een mansledenvergadering worden gerealiseerd, maar het instituut ledenvergadering zelf kent de Kerkorde niet. Uiteraard zou het onverstandig zijn van een kerkenraad om in bepaalde gevallen niet het gevoelen in te vwnnen van de gemeente in een ledenvergadering. Stel dat de kerkenraad zou besluiten een nieuw kerkgebouw te gaan bouwen en dat geheel buiten de leden van de gemeente om zou doen, dan is dat natuurlijk niet verstandig. De gemeente moet uiteindelijk toch de kosten van een en ander kunnen opbrengen. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen van de wenselijkheid van de inschakeling van de gehele gemeente bij bepaalde besluiten. In het algemeen is het gewenst om mede met het oog op de eenheid van de gemeente en de onderlinge saamhorigheid de leden te betrekken bij het reilen en zeilen van de gemeente. De formele beslissingsbevoegdheid ligt echter steeds bij de kerkenraad.

statuut

Het Burgerlijk Wetboek erkent de vrijheid van kerken tot inrichting van de eigen organisatie. Art. 2.2 lid 2 van het BW verklaart dat kerken worden geregeerd door hun eigen statuut. Het begrip statuut omvat het geheel van eigen regels dat het kerkelijk samenleven beheerst.

Wat omvat het statuut? Voor wat betreft de Gereformeerde Gemeenten wordt het kerkelijk samenleven beheerst door de regels van Gods Woord en de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hierop is de Dordtse Kerkorde gegrond. Deze kerkorde behoort voor onze gemeenten in ieder geval tot het statuut. Daarnaast zijn door de Generale Synode sommige besluiten genomen waarbij uitdrukkelijk is verklaard dat deze tot het statuut behoren. Dat zijn er op dit moment nog niet zoveel, maar ze zijn wel van wezenlijk belang voor het staan van onze gemeenten in deze samenleving. Zo stelde de Generale Synode in 2001 vast dat tot het statuut van onze gemeenten behoort de opvatting dat een huwelijk op grond van Gods Woord wordt beschouwd als een voor de burgerlijke overheid op bijbelse gronden gesloten huwelijk tussen één man en één vrouw, naar de zin van de instelling voor het leven aangegaan.

Door de Generale Synode 2007 is ook aan het statuut toegevoegd een regeling waarbij aan deputaatschappen rechtspersoonlijkheid kan worden toegekend, alsmede de uitdrukkelijke verklaring dat de rechtsverhouding tussen kerkenraad en predikant geen arbeidsovereenkomst is naar burgerlijk recht, maar een rechtsverhouding die door bepalingen van het kerkrecht wordt beheerst. Ook de regels die in acht genomen moeten worden bij een kerkelijke rechtsgang (denk bijvoorbeeld aan de behandeling van een beroepschrift van een gemeentelid bij de classis tegen een besluit van een kerkenraad) behoren bij het statuut. Die regels zijn opgenomen in een afzonderlijk boekje met de titel In Goede Orde.

Vertegenwoordigingsbevoegdheid

In verband met het onderwerp van dit artikel is van belang het besluit van de Generale Synode om een algemene bepaling op te nemen in het statuut {dat betekent een aantekening bij artikel 29 van de Dordtse Kerkorde, waar over kerkelijke samenkomsten wordt gehandeld) over de vertegenwoordigingsbe­ voegdheid van kerkelijke organen. Nu dat door de Generale Synode 2007 is vastgesteld en tot het statuut is gerekend, heeft dit dus rechtskracht ook naar buiten, ook naar banken en notarissen. Die rechtskracht vindt haar grond in de reeds genoemde bepaling in artikel 2.2 van het Burgerlijk Wetboek, die de kerken de vrijheid geeft zich te regeren door hun eigen statuut.

De door de Generale Synode vastgestelde regeling inzake de vertegenwoordigingsbevoegdheid luidt als volgt:

In het algemeen is het gewenst om mede met het oog op de eenheid van de gemeente en de onderlinge saamhorigheid de leden te betrekken bij het reilen en zeilen van de gemeente. De formele beslissingsbevoegdheid ligt echter steeds bij de kerkenraad.

"De kerk als plaatselijke gemeente is rechtspersoon en wordt bestuurd door de kerkenraad. Deze wordt rechtens vertegenwoordigd door de preses en de scriba van de kerkenraad. De kerkenraad kan daarnaast voor bepaalde zaken de vertegenwoordigingsbevoegdheid opdragen aan twee of meer leden uit zijn midden.

De in een meerdere vergadering, zijnde de classis, de particuliere synode en generale synode samenkomende kerken vormen ook een lichaam dat rechtspersoonlijkheid heeft. De rechtspersoon wordt tijdens de duur van de vergadering vertegenwoordigd door de preses en de scriba van de vergadering. Na het sluiten van de vergadering wordt de generale synode vertegenwoordigd door het Deputaatschap Vertegenwoordiging en Voorlichting en door de overige deputaatschappen binnen de grenzen van hun mandaat. Deputaatschappen worden in het rechtsverkeer vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris.

De classis en de particuliere synode worden na het sluiten van hun vergadering in zaken die ter vergadering dienden waar nodig rechtens vertegenwoordigd worden door de preses en scriba van de laatstgehouden vergadering. Classis en particuliere synode kunnen daarnaast deze vertegenwoordigingsbevoegdheid voor bepaalde zaken bij mandaat opdragen aan twee of meer leden uit haar midden dan wel aan een deputaatschap. "

Wanneer een kerkenraad of een meerdere vergadering bijvoorbeeld door een notaris of een bank gevraagd wordt naar het statuut waaruit blijkt wie tot handelen bevoegd is en wie de gemeente of de meerdere vergadering vertegenwoordigen mag, dan kan op het voorgaande worden gewezen. Indien dat nodig is kan bij de betrokken deputaatschappen nader advies worden ingewonnen. Die deputaatschappen zijn: het Deputaatschap Kerkrecht en het Deputaatschap bij de Hoge Overheid.

Capelle aan den IJssel, ds. W. Silfhout

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

De Saambinder | 16 Pagina's

Vertegenwoordigings-bevoegdheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

De Saambinder | 16 Pagina's