Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR ONZE  Militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR ONZE Militairen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IMMUNISATIE EN VERLOF (2)

In ons vorig nummer heb ik beloofd de Legerorders die betrekking hebben op bovenstaande zaken met jullie te bespreken.

Eerst dan de legerorder welke de kwestie immunisatie behandelt. Wanneer je goed van deze materie op de hoogte wilt komen dan moet je eigenlijk eerst nog eens mijn eerste artikelen na lezen. Ik bedoel de artikelen die in no. 8 en 9 van de nu lopende 8e jaargang.

Wanneer wij het eerste punt van L.O. 1953 no. 364 goed lezen dan blijkt ons dat een militair die bezwaren heeft zich te laten inenten zich rechtstreeks kan wenden tot de Minister van Oorlog" met een verzoekschrift (request) om vrijstelling van inenting. Het is dus geoorloofd deze verzoekschriften rechtstreeks in te dienen. Zonder tussenpersoon. Dat is zeer toe te juichen. Daar zijn soms mensen die het onze jongens niet zo gemakkelijk maken. Ik heb een jongen gesproken die tegen inenting godsdienstige bezwaren had. Hij wilde dus zeer terecht een request indienen om vrijstelling. Zijn Commandant eiste van hem dat hij bij dit request verklaringen zou overleggen van zijn ouders en zijn kerkeraad. Deze jongen vroeg mij of dat nu wel nodig

was. Ik heb hem geantwoord dat dit beslist niet nodig was. Daarom is het toe te juichen dat de mogelijkheid is geopend dat onze jongens de requesten rechtstreeks kunnen zenden aan de Minister. Als zo'n jongen een request heeft ingediend dan zorgt het Departement van Oorlog dat de betrokken Commandant hiervan bericht krijgt. Natuurlijk bestaat ook de gelegenheid het op normale wijze in te dienen en wel bij de Commandant van de compagnie, batterij of eskadron. Ook de ouders of voogden kunnen rechtstreeks zich met een request wenden tot de Minister. Ook van de indiening van zodanig request krijgt de Commandant bericht.

Belangrijker is echter punt 3 van de Legerorder. Men lette daarop! Dit punt biedt ons de gelegenheid onze bezwaren mondeling op de dag van inenting naar voren te brengen. Aan wie ? Aan de commandant of aan de dokter. Maakt men van deze gelegenheid gebruik, dan moeten we 3 dagen na het uitbrengen van onze bezwaren een request hebben ingediend. Doen we dit laatste niet dan vervallen onze bezwaren. Ik vind dit zeer belangrijk voor die jongens die b.v. voor herhalingsoefeningen ander de wapenen moeten komen. Deze behoeven niet reeds nu een request in te dienen doch kunnen rustig wachten tot het tijdstip waarop de inenting zal plaats hebben. Zou deze bepaling misschien gemaakt zijn omdat er reeds nu zoveel bezwaren tegen de inenting op het Departement zijn binnengekomen? Ik weet het niet. Feit is dat we nu geen haast behoeven te maken. Tot het laatste moment bestaat gelegenheid bezwaren te uiten tegen de inenting. Voorts is het de nadrukkelijke wens van de Minister dat niet tot inentingwordt overgegaan als men bezwaren heeft. Dit blijkt uit punt 4. En de commandanten en de doktoren worden in dit punt nog eens gewezen op de laatste leden van de artikelen 5 en 6 der Wet. Zo'n heenwijziging kan nooit geen kwaad. Men vergeet zo gauw!

We kunnen niet anders dan de Minister hoogst dankbaar zijn voor de getroffen regeling, al blijven we de Wet veroordelen op godsdienstige en politieke gronden. Een jongen die gegronde godsdienstige bezwaren heeft

tegen de inenting wordt dus niet ingeënt. Zo staan de Zaken en niet anders.

Jongens ik heb jullie volledig en uitvoerig ingelicht. Je kunt je dus niet verschuilen achter je onwetenheid. Dit geldt ook de ouders en voogden. Ook op dit terrein treft men een grote oppervlakkigheid aan en een grote zorgeloosheid. Je treft soms mensen aan die o zo tegen de inenting zijn maar als je dan eens dieper op de zaak ingaat dan blijkt het zeer vaak dat men meer bang is voor de govolgen van de inenting dan wel dat men tegen de inenting is krachtens beginsel. En daat gaat het per slot van rekening om. Meer wil ik er nu niet van zeggen. Een ieder moet daar maar eens over denken.

Nu de tweede Legerorder over verlof of bewegingsvrijheid. Deze is niet zo gunstig voor onze jongens. Steeds kunnen onze jongens die op Zondag niet reizen slechts 1 x per 8 weken thuis komen. Jullie weten dat dit geldt voor hen die niet bij de parate onderdelen zijn ingedeeld. Wat is er toch tegen dat deze jongens 1 x per 14 dagen bewegingsvrijheid krijgen van Zaterdags 13.00 uur tot 's Maandagsmorgens eerste reisgelegenheid. Wel wordt voor enkelen de regeling iets gunstiger. De Minister heeft in L.O. no. 358 bepaald dat de mogelijkheid bestaat om 's Maandags terug te keren doch die mogelijkheid bestaat alleen voor die militairen die bij de aanvang van de morgendienst aanwezig kunnen zijn. Wie kunnen dat? Alleen die jongens die heel kort bij hun garnizoen wonen. Dat zijn dus maar enkelen. Deze jongens genieten dus dubbel van hun bewegingsvrijheid. Zaterdags zijn ze al vroeg thuis en bovendien mogen ze 's Maandags terug keren. Dat is wel een heel groot verschil met jongens die ver van hun garnizoen wonen. Natuurlijk gun ik die eerstgenoemden van harte hun bewegingsvrijheid maar ik gun het zo van harte ook die tweede groep. Bovendien geloof ik niet dat onze eisen te hoog zijn gesteld. We vragen het niet voor iedere week maar 1 x per 14 dagen is toch niet te veel geëist dacht ik. Onze jongens worden wel op een zware proef gesteld door hun slechts 1 x per 8 weken 4 dagen verlof te verlenen. Hier ligt naar mijn bescheiden mening een taak voor onze Synodale Commissie. Men late het niet op anderen aankomen doch men sla de hand aan de ploeg. Ik vraag het U Commissie leden namens alle jongens die gewetensbezwaren hebben om op Zondag te reizen. De aanhouder wint en menige jongen zal verblijd zijn. Jongens ik heb jullie de Legerorders verklaard. Mochten er nog onduidelijkheden of moeilijkheden zijn. jullie weten mijn adres. „Krijgsman" p.a. Vloeddijk 30 Kampen.

Hierbij zal ik het nu weer laten.

Hartelijke groeten van

„KRIJGSMAN".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's

VOOR ONZE  Militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1954

Daniel | 8 Pagina's