Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Leeuw uit Juda’s stam Overwinnaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Leeuw uit Juda’s stam Overwinnaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En één van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen en zijn zeven zegelen open te breken, Openb. 5 : 5.

De Heere troost. Hij troost allen, die hun betraande ogen tot Hem opheffen. Dit heeft ook Johannes ondervonden. Hij weende. Hij weende zeer. Diep had het hem getroffen, dat niemand in staat was het boek te openen en zijn zegels te verbreken. Voor dit boek had Johannes een oog. In dat boek was vastgelegd hoe het in de wereld, in de kerk zal gaan. Het bevat de gehele wereldgeschiedenis tot haar einde toe in de eeuwigheidstoestand. Wie nu voldoet aan de door God gestelde eisen kan en mag dit boek nemen en tot werkelijkheid brengen wat er in geschreven staat. Nu blijkt er niemand te zijn. Dit raakte Johannes zó diep, dat hij zijn tranen niet meer bedwingen kan. Wat zal er nu van het rijk des Heeren terechtkomen? Zal het koninkrijk Gods niet tot zijn volkomenheid komen? Zullen de beloofde nieuwe hemel en aarde niet verschijnen? Zal de zalige eeuwigheidstoestand niet intreden?

De Heere ziet zijn tranen en Hij weet waarom er tranen zijn. Johannes wordt getroost. Rijk getroost. Johannes, er is er Eén, Die gerechtigd en bekwaam is het boek te nemen. Het te openen en de inhoud uit te voeren. Zie, de Leeuw, uit de stam van Juda. Welk een naam voor de Christus’ Gods. Hij is niet een leeuw, maar de Leeuw. In sterkte is Hij niet te evenaren. Hij is de Moedige, de Sterke. Als een moedige leeuw trad Hij Zijn vijanden tegemoet en Hij overwon. Als de Paasvorst verliet Hij het graf. De duivel heeft Hij voor altoos in Zijn macht. Zonder Zijn wil kan de duivel niets doen. De wereld heeft Hij overwonnen. De macht en de kracht van de dood heeft Hij vernietigd. Hij is dé Triomfator op alle fronten. Vandaar dat Hij Zelf tot Johannes sprak: „Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid”. Amen. Het is waar en zeker. Hij heeft overwonnen, alles wat de zaligheid van Zijn kerk in de weg stond. Hij nam de vloek van de wet volkomen weg, zodat de wet niet meer kan verdoemen en de dood niet meer doden kan. Hij is de Leeuw uit de stam van Juda. De ware Messias, Die Verwinnaar in de strijd is en Zijn volk de zegen geeft.

Deze grote Overwinnaar is naar het getuigenis van de ouderling ook de Wortel van David. Hij was uit David, maar David was ook uit Hem. Hij is Davids Zoon, maar ook Davids Heere. Die naam „Wortel van David” wijst op Zijn Godheid en de naam „Leeuw uit de stam van Juda” spreekt van Zijn mens-zijn. De samenvoeging van deze namen, Leeuw en Wortel, verzekert ons, dat Hij de volledige bevoegdheid, de kracht en de waardigheid bezit om het boek der toekomst te ontzegelen. Als de tweede Persoon in het Goddelijke Wezen ontwierp Hij met de Vader en de Heilige Geest het raadsplan, dat in het boek geschreven staat. Als de Middelaar verwierf Hij door Zijn borgwerk het recht, het raadsplan ten uitvoer te brengen. Vandaar Zijn getuigenis: „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”. Op grond van Zijn arbeid ka de wereldgeschiedenis zich ontwikkelen. Is de toekomst van Gods kerk zeker. Zal niet het laatste woord zijn aan de duivel, maar aan God, D de historie schrijft. Johannes behoeft niet te wenen. Wat niet één van de engelen of mensen kan, wordt gedaan door de Leeuw uit de stam van Juda, de Wortel van David. De verwezenlijking van ’s Heeren beloften en bedreigingen is toevertrouwd aan de sterke Held, Die overwonnen heeft en daarom nog overwinnen zal. Nü wordt daar nog weinig van gezien. Welk een vragen kunnen er niet leven in het hart? Gaat het wel goed in de wereld? Waar blijft nu de heerlijkheid van het koninkrijk des Heeren? Satans macht en heerschappij blijkt. Al meer terrein wordt aan de Heere en Zijn dienst ontzegd. Veel, zeer veel is er wat tot droefheid stemt in het kerkelijke leven. Ook in eigen hart is er zoveel wat terneerdrukt. De zonde van bedrijf en nalatigheid. Het zo menigmaal luisteren naar de stemmen van beneden. Het zo georiënteerd zijn naar de wereld. Hebt u van dit alles ook last? Of leeft u nog uit het beginsel van beneden? Bent u nog uit de aarde aards? Gaat uw eigen geestelijk welzijn en dat van de uwen u niet ter harte? Wee u, wanneer deze vragen negatief beantwoord moeten worden. U kent dan ook niet het wenen voor Gods aangezicht. U begrijpt en verstaat dan Johannes niet, wanneer hij met betraande ogen staat. Eén zaak is u nodig: de wedergeboorte. Staat toch dringend naar levensvernieuwing. Het leven uit de Heere zult u moeten bezitten. Dat leven openbaart zich in de droefheid naar God. In een zoeken van God. In een staan naar Zijn genade en heil. In het geleid en geleerd te willen worden door God. Wanneer dit werkelijkheid mag zijn in uw leven, kijk dan niet teveel naar beneden, noch in uzelf. Is er echter veel, zeer veel, wat u aangrijpt? Meent u, ziende op de werkelijkheid, dat u nog eenmaal zult omkomen? Blik op naar de hemel, daar is de Leeuw uit Juda’s stam. Daar is de Wortel van David. Hij leeft! Hij regeert en zal Zijn almacht tonen. Hij zal niet laten varen het werk van Zijn handen. De weg mag soms moeilijk en donker zijn, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen. Hij blijft getrouw. Uw leven ligt veilig in Zijn doorboorde handen. En dan moge duisternis de aarde bedekken en donkerheid de volkeren, maar over u zal de Heere opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Niets zal u kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus. Noch dood. Noch leven. Noch engelen. Noch overheden. Noch machten. Noch tegenwoordige, noch toekomende dingen. Noch hoogte. Noch diepte. Noch enig ander schepsel.

De Leeuw uit de stam van Juda heeft overwonnen. Hij heeft het boek genomen. Het geopend en Hij volbrengt alles wat daarin geschreven staat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Leeuw uit Juda’s stam Overwinnaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's