Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse leerregels:

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse leerregels:

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van dezelfde wederbarende Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is; in de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt die wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen. De Heere bewerkt het hart door de Heilige Geest.Artikel 11b.

VAN DES MENSEN VERDORVENHEID EN BEKERING TOT GOD, EN DE MANIER VAN DEZE

(15)

Artikel 11b.

maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van dezelfde wederbarende Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is; in de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt die wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen. De Heere bewerkt het hart door de Heilige Geest.

Het eerste gedeelte van artikel 11 zegt, dat de Heere door de Heilige Geest in de wedergeboorte krachtig werkt, zodat het verduisterd verstand verlicht wordt. Van nature verstaat de mens niet de dingen, die des Geestes Gods zijn. Door Zijn Geest geeft God nieuwe ogen, die van blind ziende worden gemaakt. Niet alleen moet het verstand vernieuwd worden, ook is nodig, dat de Heere het hart opent, opdat de vreze des Heeren daarin zal wonen. Tot „in«de binnenste delen des mensen" dringt de Geest door. Hij opent het hart en buigt de wil. Er komt geen nieuwe ziel, maar wel een ziel met nieuwe hoedanigheden. Het menselijk hart is van nature „onbesneden". Stefanus zeide tot de mannen van het Sanhedrin: „Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren! gij wederstaat altijd de Heilige Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij" (Hand 7:51).

In de wedergeboorte wordt het onbesneden hart door de Heilige Geest besneden, namelijk door iets nieuws in de ziel in te brengen en de heerschappij voerende kracht der onreinheid en der zonden weg te nemen. Zulke zielen worden nu de reinen van hart. Een reinheid of oprechtheid des harten is één der voornaamste deugden der godzaligheid.

Van nature kan geen onrein mens een rein mens voortbrengen (Job 14). De farizeeërs en schriftgeleerden in de dagen van Christus hadden genoeg aan wat uiterlijke reinheid. Hoe werden ze echter bestraft door Christus, Die hun zeide dat uiterlijke reinheid niet genoeg is, dat nodig is innerlijke reinheid. Het wee werd over hen uitgesproken: „Wee u, gij schriftgeleerden en farizeeërs, gij geveinsden, want gij reinigt het buitenste des drinkbekers en de schotels, maar van binnen zijt gij vol roof en aanmatigheid" (Matth. 23). O ja, de ceremoniële voorschriften waren wel in orde, alles werd precies gedaan, maar hun handen en harten waren bevlekt door onreine handelingen.

De Heere leert het door Zijn Geest anders, want dan wordt het: „Wie zal klimmen op de berg des Heeren? Wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid? Die rein van handen en zuiver van hart is; die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert. Die zal de zegen ontvangen van de Heere, en gerechtigheid van de God zijns heils" (Psalm 24). Dan wordt God Israël goed, degenen, die rein van hart zijn (Psalm 73).

God heeft de mens in het paradijs een rein hart gegeven, dat is: met een zuiver beginsel, om niet zichzelf, maar Gode te leven, een leven van liefde en gehoorzaamheid. Na de val is ons hart bedorven. Algemene genade breidelt de zonde in het hart voor de uitleving. Maar de zonde in het hart is door niets te stuiten, door geen leven van een kluizenaar of van een pilaarheilige, ook niet door een kloosterleven, door geen onderwijs, beschaving of opvoeding.

Alleen God kan he\ doen door de Heilige Geest, door de ziel uit Adam af te snijden en in Christus in te planten. Zodra iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden (2 Kor. 5 : 17). Door genade wordt het wonder beleefd in het hart om door het ware geloof degl te hebben aan de reinheid en heiligheid van Christus. Deze zielen worden gewassen en gedompeld in het bloed van Christus. Uit Christus ontvangen zij een nieuw hart en een nieuw leven.

Dan worden de zonden en de onreinheid een last, dan wordt er geleden onder eigen ongerechtigheid, dan worden dé zonden een schanddaad voor God, en dan wordt er gebeden: „Schep mij een rein hart en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest" (Ps. 51).

b. De Heere bewerkt de wil door de Heilige Geest. Ook des mensen wil is in het paradijs door de val verdorven. Ook de wil is dood in zonde en misdaden. Alleen het kwade, de zonde, wordt door de gevallen wil gekozen. De wil is wel gebleven, maar zij is boos geworden, is wederspannig geworden tegen Gods geboden, en wil ook voor Christus niet bukken om uit genade zalig te worden. Tot het „christelijke"Jeruzalem heeft Christus eenmaal gezegd: „Gij hebt niet gewild". Dit woordt geldt tot op de dag van heden. De mens is vijandig dood geworden en verzet zich tegen vrije genade. Gelukkig, Gods Woord en onze belijdenis zeggen: „In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt, die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt".

Dit is en blijft het grote wonder van genade, dat vijanden vrienden worden. Niet alleen dat zij voor de onwederstandelijke genade de strijd opgeven tegen God, Zijn Woord en dienst maar het wordt ook: „Uw volk zal zeer gewillig zijn op de dag Uwer heirkracht" (Ps. 110). De Heere maakt ze bereidwillig om onder de banieren van Koning Jezus te dienen. De ordonnantiën en de wetten van Koning Jezus worden nu hun vermaak en hun leven. Dit wordt hun leven.

'k Zal Uw geboón, die ik oprecht bemin. Mijn hoogst vermaak, mijn zielsgenoegen achten; Ik reken die mijn allergrootst gewin; Ik grijp er naar, en zal er heil uit wachten; Ik heb ze lief, 'en zal met hart en zin, Al 't geen Gij ooit hebt ingezet, betrachten. Ps. 119:24

In de wedergeboren wil worden nieuwe hoedanigheden ingestort. Naar de inwendige mens komt er dan een vermaak'in de wet Gods, naar Christus strekt zich al hun lust en liefde heen. Niet alleen wordt de wil veranderd om hun vermaak in Gods wil en wet te hebben, ook onderhoudt de Geest des Heeren de vernieuwde wil om gedurig in Gods geboden te blijven wandelen. De boom is goed geworden en die goede boom moet nu goede vruchten voortbrengen. Het is onmogelijk, dat wie Christus door een waar geloof ingelijfd is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid. Gods Geest werkt invloed uit op de wil en op het leven. Helaas is wel het nieuwe leven niet altijd even krachtig en sterk. Op de vernieuwde wil werkt ook nog de nawerking van de oude, natuurlijke, zondige mens. Zo blijft er een strijd, waarvan Paulus zegt: „Zo vind ik dan deze wet in mij, als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bij ligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar de inwendige mens; maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik elletidig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? " (Rom. 7).

En toch, Gods werk sterft echter nooit. Het heeft een eeuwigheidsvrucht, en daarom kan de apostel Paulus er ook aan toevoegen: „Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere".

's-Gr.

d.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

De Dordtse leerregels:

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1981

De Saambinder | 8 Pagina's