Verslag bevestigingsdienst en intrededienst kandidaat (ds.) A. A. Brugge, in de ned. Herv. Kerk te St. Annaland op woensdag 19 september 2001

Bevestigingsdienst

Ds. L. Blok uit Ermelo, docent van de theologische school ving de dienst aan door het uitspreken van votum en groet. De voorlezer gaf psalm 122 vers 1 en 2 (berijming van Datheen) op. Daarna werd gelezen artikel 31 van de NGB en de schriftlezing was uit Korinthe 2 vers 5 t/m 17. Daarna volgde het gebed. De collectezang was uit psalm 119 vers 45, 65 en 86. De bevestiger stond in zijn voorafspraak stil bij de geschiedenis van de gemeente Scherpenisse. Na een vacature tijd van 2'/2 jaar mag u nu een nieuwe herder en leraar ontvangen. Hierin moeten we de Heere erkennen. Hij stelle het tot eeuwige zegen. Het is een voorrecht, maar ook een verantwoording. De tekst werd genomen uit 2 Korinthe 2 vers 17. Thema: 'De rechtvaardige evangeliedienaar'. 1. Hij draagt het Woord Gods niet te koop. 2. Hij spreekt het Woord Gods in Gods tegenwoordigheid.

Paulus' prediking werd in Korinthe tot rijke zegen gesteld. God getuigt, dat er veel volk in die stad was. Maar het was ook voor ons een goddeloze stad. Allerlei zonden kwamen er voor Paulus schrijft er over in zijn brieven. Die zijn ook voor ons nog van grote betekenis. In de gemeente waren er, die Paulus zijn apostelschap betwistten. Dat heeft hem veel verdriet gedaan. Zelf noemt hij zich een onwaardige, vanwege de vervolging.

Er waren leraars met Judaïstische gevoelens van doen en laten, maar ook leraars van de scholen der wijsbegeerte, die een vermenging voorstonden. Zij beweerden, dat ze 'dieper' gingen in de prediking. Maar Paulus brengt hier zijn prediking naar voren, in een oprechte wijze: niet vermengen met menselijke opvattingen; of wel de zuivere leer brengen, maar toch mensen proberen te behagen. Dat geslacht is nog niet uitgestorven. Maar Gods Woord moet zuiver gepredikt worden; de volle raad Gods. Zonde en genade, wet en evangelie. Dat er geen andere toevlucht is, dan de Zaligmaker Zelf niets aan te brengen. Het werk van de Vader als bron van de zaligheid, het werk van de Zoon als de grond van de zaligheid en het werk van de Heilige Geest als de grote Toepasser van de zaligheid. Wie is tot dat werk bekwaam? De bevestiger noemt 4 zaken, die noodzakelijk zijn:

1. Spreken als uit oprechtheid; oprechte, zuivere bedoelingen. 2. Van Gods wege geroepen zijn; Gods boodschap heeft gezag, autoriteit. 3. In alles het Gods oordeel voorleggen. 4. In Christus naam proclameren, bekendmaken. De Heere geve, dat uw prediking de geur van Christus mag verspreiden. We zingen psalm 84 vers 3. Daarna werd het formulier ter bevestiging van de dienaar des Woords gelezen. Op de gestelde vraag klonk plechtig; "Ja, ik van ganser harte". Onder het zingen van psalm 132 vers 6 knielde kandidaat Brugge neen De opengeslagen bijbel werd boven zijn hoofd gehouden en de 3 classispredikanten (ds. A. M. den Boer uit Dirksland, ds. J. Karels uit Middelharnis en ds. C. de Jongste uit Tholen) en de 3 docenten (ds. L. Blok uit Ermelo, ds. G. J. van Aalst uit Ridderkerk en ds. A. Moerkerken uit Capelle aan den IJssel) deden aan de handoplegging mee. De bevestigde predikant werd toegezongen uit Psalm 134 vers 3. Ds. Blok sprak nog een persoonlijk woord tot de jonge broeder en tot de gemeente. Na het dankgebed volgde Psalm 89 vers 8 als slotpsalm. In het dorpshuis 'De Wellevaete' werd de genodigden een maaltijd aangeboden.

J. W. Duvekot, scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen