Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een „vergeten” artikel (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een „vergeten” artikel (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

-—••—- KERKELIJK LEVEN

door J. W. van Estrik, Goedereede

Onderlinge verhouding en doelstelling

We hebben geconstateerd hoe men in de Hervormde Kerk, luisterend naar de bijbel, het monogame huwelijk als een werk van Gods handen beschouwt. Het is Gods besluit om te eerbiedigen. We zingen de Psalm: 'Des HEBREN werken zijn zeer groot; wie ooit daarin zijn lust genoot, doorzoekt die ijverig en bestendig.' Huwelijken die in de hemel gesloten zijn, zijn ongetwijfeld zinrijke handgebaren. In zijn hulpbehoevendheid krijgt Adam van de HEERE er twee handen bij. Meer dan dat! Zijns ge­ lijke! We zijn in gedachten, vragen rijzen: wat verwacht God van de man c.q. de vrouw? Hoe liggen de verhoudingen en wat zijn de omgangsvormen en - normen? Wat heeft God met het huwelijk voor ogen? Naar Zijn beste bedoelingen vragen we. We zouden in het klassieke huwelijksformulier naar antwoorden kunnen zoeken. We blijven echter bij de tekst van de Hervormde nota uit 1952. Daarin krijgt de bijbelse fundering van het huwelijk een vervolg. Toegesneden op de praktijk. In twee subparagrafen wor-

door J. W. van Estrik, Goedereede den namelijk in het eerste hoofdstuk bijbelvast ook de verhouding man en vrouw belicht én de doelstelling van het huwelijk geformuleerd. We laten onze Kerk het Woord houden en luisteren naar haar spreken en belijden.

De verhouding man en vrouw

Tussen man en vrouw bestaat er gelijkheid. Zowel aan de één als aan de ander geeft God Zijn verbond, Zijn zegen en Zijn opdracht. De gelijkheid is in de nota onderbouwd met het woord 'in Christus is noch man noch vrouw' (Galaten 3 : 27-28). Man en vrouw zijn echter ook ongelijk. Uit Adams woorden 'deze is ditmaal been van mijn gebeente, vlees van mijn vlees' spreekt de gelijkheid, terwijl de vrouw beschreven als passende hulp het onderscheid aanwijst. Man en vrouw beleven alleen in verbondenheid aan elkaar hun ander-zijn en één-zijn het diepst, aldus de opstellers van het rapport. De opvatting dat de vrouw de mindere zou zijn van de man, wordt met een beroep op de bijbel tegengesproken. Die opvatting berust op een misverstand. Onder aanhaling van Jezus' woord tot Zijn discipelen dat de meeste in het Koninkrijk van God aller dienstknecht zal zijn en van Paulus' bevel aan de gemeenteleden te Efeze elkaar onderdanig te zijn in de vreze des Heeren is in het rapport het dienen in liefde onderstreept. 'Binnen de wederkerigheid in het dienen blijft aan de man een eigen verantwoordelijkheid voor zijn vrouw in zorg en bijstand. De man verwerkelijkt zijn gezag in het huwelijk in zijn dienen, ja zelfs in zijn opoffering voor zijn vrouw en zijn gezin. Zo is de man hoofd der vrouw en hoofd van zijn gezin'. Daarbij is de dienst van de vrouw aan de man omschreven als 'een vrijwillige, in de liefde van Christus gefundeerde daad.' In de eerste Timothéüsbrief omschrijft de apostel het onderdanig zijn van de vrouw met "niet onderrichten" en "geen gezag uitoefenen" maar, aldus het rapport, het belangrijkste in het tweede hoofdstuk van deze brief is 'dat de vrouw als moeder erkend wordt'.

Als vanzelf komt ook de geslachtelijke gemeenschap als een wezenlijk aspect van het huwelijk aan de orde. Uit het rapport spreekt een positieve waardering voor het seksuele: 'het verstaan en beleven van de seksualiteit dat tot de meest intieme omgang van man en vrouw in het huwelijk behoort, mag dankbaar als een gave van God aanvaard worden'. Voor het gevaar van misbruik van deze gave wordt gewaarschuwd: 'hoe gemakkelijk slaat de begeerte naar de omgang met het andere geslacht om in hartstocht, die de gestelde orde verbreekt'. Hoewel het alle schijn heeft dat in onze tijd velen voor het beleven van de seksualiteit een ruimere praktijk dan het huwelijk voorstaan, is het voor de commissie op basis van de bijbel duidelijk dat de geslachtsdaad aan het huwelijk is voorbehouden. Deze gevolgtrekking kunt u zelf maken bij het lezen van het volgende citaat dat niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is: 'Omdat naar Gods bedoeling man en vrouw in het huwelijk een blijvende verantwoordelijkheid jegens elkander dragen en op zich nemen (en beiden weer voor het kind) is het huwelijk de plaats, waar de geslachtsdaad tot een in de volle zin van het woord menselijke handeling wordt. Waar de erkenning van deze wederzijdse verantwoordelijkheid (die ook juridisch wordt vastgelegd en door beide partners uitgesproken) ontbreekt, wordt de fundamentele basis voor de seksuele daad gemist. Eveneens mag op grond van de Schrift (zoals ook de structuur van het huwelijk uitwijst) alleen het monogame huwelijk als het normale aanvaard worden.' Al met al weegt onze Kerk bijbelwoorden en schrijft een leesbare hand. Het leidt ons tot de conclusie dat onze Kerk niet over een huwelijksvoltrekking wil en kan spreken als van het-halen-van-eenboterbriefje. Zij is overtuigd dat het een rechtshandeling is in aanwezigheid van getuigen. De schriftelijke daad gevoegd bij het woord van eer legitimeert dus het wonen onder één dak en het delen van tafel en bed. Voor wat betreft de geslachtsdaad van de mens stelt de nota dat het een 'bewuste en verantwoordelijke daad behoort te zijn, want in het mens-zijn is het heer en meester zijn van zijn driften mee begrepen.'

De seksualiteit mag niet slechts op de voortplanting worden betrokken. Ook wanneer de geboorte van een kind hoe dan ook niet mogelijk is heeft de geslachtsgemeenschap als uitdrukkingsvorm van de liefde tussen man en vrouw in het huwelijk een eigen betekenis, aldus het rapport. Fundamenteel voor het huwelijk acht men de liefde van Christus. Op basis van die liefde van God zijn man en vrouw opgeroepen trouw te zijn aan elkaar en de verantwoordelijkheid voor elkaar op zich te nemen. Wanneer de liefde van Christus tot Zijn gemeente die in het huwelijk een afschaduwing heeft onder ogen gezien wordt, dan heeft Christus reden en recht alle ontrouw in het huwelijk scherp te veroordelen. Die uit liefde voor Zijn bruid stierf eist van getrouwde bruiloftskinderen in liefde tot God en de naaste te leven.

Doel van het huwelijk

De oren worden nog gespitst om het doel van het huwelijk te horen. De commissie maakt dankbaar gebruik van het klassieke huwelijksformulier. Men constateert met dankbaarheid 'dat ons huwelijksformulier onder de oorzaken waarom God het huwelijk heeft ingesteld allereerst noemt: dat man en vrouw elkaar trouw helpen en bijstaan in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren.' Letten wij goed op twee woordjes: ons en allereerst. In het huwelijksformulier heeft men iets gemeenschappelijks. Het woordje allereerst is hier maatgevend. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Overeenkomstig de bedoeling van Genesis 2 weegt niet de voortplanting het zwaarst. Immers, de HEERE schenkt Adam een passende hulp. In het formulier volgt daarom ook de voortplanting na de eerste doelstelling die hulp en bijstand verlenen op het totale levensterrein omvat. Met aandacht voor het verdriet over kinderloosheid in het huwelijk lezen we pastorale woorden in de nota: 'Wanneer de voortplanting het voornaamste doel is, dan zou een onvruchtbaar huwelijk als niet aan zijn doel beantwoordend beschouwd moeten worden. Het ontbreken van de kinderzegen kan voor man en vrouw een schrijnend leed zijn, toch kan hun huwelijk desondanks een gezegend huwelijk zijn, omdat het elkaar helpen en bijstaan nog meer betekenis voor hen krijgt.'

De doelstelling van het elkaar helpen en bijstaan wordt in de ruimste betekenis genomen, zoals de zorg voor en het dienen van elkaar, het samen delen van lief en leed. Maar ook is hierbij door de commissie aan de lichamelijk-seksuele beleving gedacht waartoe man en vrouw elkaar mogen helpen. Ze dienen daarin met elkaar rekening te houden, onnodige spanningen te vermijden en waar mogelijk elkaar tegemoet te komen. In dit verband komt ook de gezinsvorming ter sprake die 'in wederzijds overleg en in verantwoordelijkheid jegens deze opdracht van God geschiedt'. Man en vrouw hebben de zorg voor het gezin en met name de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van de ouders - in het bijzonder van de moeder - mag niet uit het oog worden verloren. Nadat eerst is gezegd dat de voortplanting niet het voornaamste doel van het huwelijk is, wordt de vinger gelegd bij het gevaar dat de verantwoordelijkheid tot gezinsvorming in het gedrang komt. We nemen hier nog eenmaal de letterlijke tekst van het rapport over: 'Dat zou betekenen geen oog te hebben voor de zegen die God in het krijgen van kinderen gelegd heeft. Kleingeloof, gemakzucht en egoïstische motieven spelen hierin een rol. Daartegenover moet gehandhaafd worden dat met het huwelijk ook het gezin bedoeld is. En dat het een verrijking betekent, wanneer de vrouw moeder wordt, de man vader. Het grootbrengen, verzorgen en opvoeden van kinderen "in de vreze des Heeren" ver­ sterkt niet alleen de band tussen man en vrouw, maar geeft hun een taak, waaraan zij zich (in normale gevallen) in het huwelijk niet mogen onttrekken.'

Conclusie

Voor we verdergaan met de inhoud van het volgende hoofdstuk uit de nota getiteld 'Het huwelijk in de kerk' een conclusie. Het eerste hoofdstuk van het rapport dat over de Bijbelse fundering van het huwelijk handelt is naar onze overtuiging een onderdeel dat hernieuwde aandacht vraagt. Het is verrassend te zien hoe een commissie in 1952 door het schrijven van een nota het klassieke huwelijksformulier bij herhaling op de Synodetafel legt. Daarop gewezen om te zeggen hoe in dat formulier bijbelse lijnen zijn getrokken en hoe actueel het huwelijksformulier nog altijd blijkt te zijn. Het oude is vertrouwd. De oude 'huwelijkswijn' - als we zo het oude formulier mogen noemen - is er eentje van het beste soort. Zoiets stemt tot nadenken. Een herderlijk schrijven in gemeenschap en overeenstemming met zo'n oud document kan mogelijk als bewijs gelden hoezeer onze Kerk het huwelijk in getrouwheid aan het Woord van God hoog heeft (willen) houden. Het rapport zegt nog meer. Maar dit is de hoofdmoot van de nota. Aan de bijbel wordt de praktijk getoetst. God zet de lijnen uit. Hij schept de huwelijksband. De basis van het rapport, de bijbelse fundering, leidt tot geen andere conclusie: de bijbel heeft en de Kerk houdt het huwelijk in ere. De Kerk is dat aan haar stand verplicht!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een „vergeten” artikel (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's