Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Damherten van oorsprong geen Nederlandse dieren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Damherten van oorsprong geen Nederlandse dieren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met de komst van de nota Jacht en Wildbeheer dreigde even het gevaar dat het damhert uit Nederland zou verdwijnen. Deze diersoort zou worden geschrapt van de lijst met beschermde diersoorten, zodat het vogelvrij zou worden. De enige reden hiervoor was dat het dier hier van nature niet thuis hoort. Is een diersoort beschermd, dan kan er alleen op worden gejaagd met een vergunning die per Stuk wild moet worden aangevraagd bij het ministerie van landbouw, visserij en natuurbeheer. Nu worden damherten soms wel door particulieren gehouden.

In de zestiende eeuw heeft prins Maurits honderd damherten laten overkomen uit Engeland. Die werden uitgezet in het toen omheinde Haagse Bos. Nadat de stand tot zo'n 450 a 500 was toegenomen, trad er massale sterfte op. De omheining van wildbaan werd geopend. In de negentiende eeuw werden in de bossen rond Paleis Het Loo binnen een raster ook damherten gehouden. Later werden ze door prins Hendrik in de vrije wildbaan uitgezet. Bij omrastering van een gedeelte van het Kroondomein bleef een deel van de damhertenpopulatie bij Elspeet buiten de rasters. Tot op heden kun je in de Elspeter struiken nog damherten tegenkomen. Ook in de bossen bij Het Loo komen nog damherten voor, al zie ik ze steeds minder. Het zijn voornamelijk de vrouwelijke dieren, die damhinden worden genoemd, en jonge mannetjes. In het Deelerwoud langs de A50 komt ook nog damwild voor. Buiten de Veluwe kun je een ontmoeting met de dieren verwachten in de duinen op Walcheren en in de Kennemerduinen bij Bloemendaal. De meeste zijn nakomelingen van uit gevangenschap ontkomen dieren.

Drie soorten
In Nederland kun je in de vrije wildbaan drie verschillende soorten herten tegenkomen. Reeën, met een schofthoogte van 70 centimeter, damherten, schofthoogte van ruim één meter, en het edelhert, met een schofthoogte van 1.40 meter. Het damhert zit dus met zijn > hoogte tussen de twee andere in. (De schoft is het hoogste deel van de rug.) Net als bij de reeën en de edelherten draagt alleen het mannelijke 'dam'dier een gewei, dat een schoffelgewei wordt genoemd omdat het bovenin sterk is verbreed. Een ander opvallend verschil is dat damherten een staartje hebben van wel 20 centimeter. Het silhouet van het dier dan ook direct herkenbaar. Ook opvallend bij damherten zijn de witte stippen op hun zomervacht, als deze tenminste bruin is, want er komen verschillende kleuren voor. Zwarte, donkerbruine en zelfs witte exemplaren zijn er. Bij jagers hebben de donkere dieren de voorkeur. In het Deelerwoud lopen veel donkere exemplaren, terwijl je in het Kroondomein zwarte exemplaren kunt tegenkomen.

Mooiste ontmoeting
Het damwild laat zich veel gemakkelijker observeren dan edelherten, omdat ze soms ook wel overdag actief zijn, maar ook omdat ze doorgaans wat minder schuw zijn. Mijn mooiste ontmoeting met damherten was op een ochtend in de zomer. Het was mistig geweest en rond een uur of negen klaarde het weer helemaal op. Op dat moment kwam ik langs een wildwei waar drie jonge damherten lagen; een stukje verderop rustten drie hinden en een kalf Toen ik wat dichterbij was geslopen, kwamen de damherten in de benen, stonden even bij elkaar alsof ze wat te bepraten hadden. Nadat ze overeenstemming hadden bereikt gebeurde het. Eén van de damherten liep in de richting van de hinden en vlakbij een hinde aangekomen liep hij heel voorzichtig naar haar toe en rook wat aan haar neus. De andere dieren keken gespannen toe, maar de hinde vond het allemaal prima. Het damhert hep toen door en ging richting het kalf Maar het hertekalf, dat pas een paar weken oud was, vond het maar eng. Het stond op en ging voor het damhert op de vlucht. De andere hinden stoorden zich niet aan het spel van het damhert, dat steeds maar het kalf aan het opjagen was. Toen de andere damherten erbij wilden komen vond de hinde het genoeg en kwam haar kind te hulp. De damherten begrepen nu dat het speelkwartier voorbij was en alsof er niets was gebeurd gingen ze wat grassen eten. Ook de hinden stonden op en hadden wel trek in wat te eten. Na een tijdje herhaalde zich het ritueel maar nu andersom, één van de hinden ging achter een damhert aan. Het kalf zag dit en al snel was het jonge dier van de partij om de hinde bij te staan in het treiteren van het damhert. Al met al duurde deze voorstelling ruim een uur en er kwam een einde aan toen de jachtopziener in zijn auto langs reed. De dieren verlieten de wildwei en zochten het dichte bos op.

Bronst
Damherten kunnen zowel in loof- als naaldbos overleven. Ze geven echter de voorkeur aan een halfopen bos met veel struweel en ondergroei. Dichte, gesloten bossen worden zo veel mogelijk gemeden. De bronsttijd van het damwild begint midden oktober en loopt tot begin november. De bronst is niet echt spectaculair als je het vergelijkt met de bronst van het edelhert. De sterkste damherten komen naar de bronstplaatsen en slaan met hun gewei tegen struiken en stammen, waarbij ze hun bronstroep laten horen. Het is een knorrend en snurkend geluid, dat lang niet zo indrukwekkend is als het burlen van de edelherten. Er wordt ook niet zo fel om de vrouwelijke dieren gevochten. Na een draagtijd van 33 weken worden de kalfjes geboren, in juni. Na ruim een week volgt het kalfde moeder en sluiten ze zich aan bij andere damhinden.

Gewei
Net als bij de andere hertesoorten zet het damhert ieder jaar een nieuw gewei op. Behalve een paar enden groeit er boven in het gewei een schoffel, die bij de oudere dieren het breedst is. Het eerste gewei wordt aan het begin van het tweede levensjaar opgezet. Het zijn alleen twee dunne slangetjes. Het tweede gewei kan een gaffelgewei zijn; meestal is dit ook een spiesgewei. In het derde gewei ontstaan een paar smalle schoffels, die met de jaren steeds breder worden. Het afwerpen van het gewei gebeurt in mei, waarbij de oudere dieren eerst afwerpen. Het nieuwe gewei begint dan direct te groeien. In de opbouwfase heet het een bastgewei, omdat er een fluweelachtige huid om zit. Na vier maanden is het voltooid en wordt ontdaan van de huid. Voor het bekijken van damherten kun je in bijna iedere stad terecht, omdat in bijna elke hertenkamp damherten lopen. Zeker in de bronsttijd vertoont het damhert een interessant gedrag dat het bekijken meer dan waard is. Ook particulieren houden voor de lol wel damherten, wat best goed gaat, omdat de dieren niet zoveel eisen stellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 juli 1992

Terdege | 68 Pagina's

Damherten van oorsprong geen Nederlandse dieren

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 juli 1992

Terdege | 68 Pagina's