Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(27)

Waarde jonge Vriendin,

In aansluiting op mijn brief No. 26 mo& st ik nog een vraag beantwoorden. Deze gaat over gebedsverhoring. Je bidt en wordt niet verhoord. Dat maakt je moedeloos. Je hebt de , , Geloofsbank'' van Huntington gelezen. Soms dacht je, dat de Heere je in een bepaalde zaak had verhoord en dan bleek het achteraf niet waar te zijn geweest.

Jonge vriendin. Wat is een biddend leven een betamelijk leven, een vruchtbaar leven en vrolijk leven. Of, vervullen wij ons leven met onszelf, met wat wij hebben, met wat wij bekomen door onze vlijt, door de arbeid onzer handen? En .... als het dan niet lukt, dan is er in de laatste plaats nog. . •, . het gebed? Wij stellen ons een levensdoel en trachten dat na. En gaat het niet naar onze berekening, dan is als laatste middel daar nog het gebed.

Voor sommige mensen is het gebed niet veel meer dan het invullen van een aanvraagformulier, waarop zij dan de toewijzing verwachten. Voor anderen is het koopgeld. Zoals wij, met ons geld te betalen, recht krijgen, zo menen zij door hun gebeden recht te krijgen op hetgeen waarom zij bidden.

Waarom bidden wij? God heeft ons als afhankelijke, nooddruftige mensen geschapen. Zoals Hij het land begerig maakt, verrijkt Hij het grotelijks, opdat alles juiche tot Zijn eer. Nooddruft is er bij ons naar lijf en ziel. Met Hem en door Hem kunnen wij verzadigd zijn. Wij willen echter liever het kapitaal dan de rente hebben, om zelf erover te kunnen beschikken. Wat wij krijgen (en dat is toch alles wat wij behoeven), krijgen wij, om ons in Hem te verblijden, om in de Heere te eindigen. Ons kunnen bijzondere noden overkomen. Maar het gebed is ons niet alleen van node tot vervulling daarvan. Evenwel, bijzondere nodeq kunnen bijzondere gebedsverhoringen geven en ons binden aan de troon der genade. Als wij bezocht worden in ons*lichaam bij ziekte, in onze broodwinning bij werkloosheid, in onze naam, als ons smaad wordt aangedaan. Maar, zo wij de Heere tot onze toevlucht mogen stellen, mogen wij zeggen' Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij betrouwen op de naam Zijner heiligheid. Wij kunnen ons hart op een bepaalde zaak zetten, zonder dat deze behoort tot de nooddruft des levens, en met verwaarlozing van al het andere, ja, van de nooddruft onzer ziel, zouden wij weigeren getroost te wezen zonder dat éne.

En als de Heere iets beters schenkt, of ons, in Zijn wijsheid ons onze begeerte onthoudt, of, wanneer het een reine begeerte is om een onmisbare zaak, ons niet verhoort op onze tijd, dan zouden wij moedeloos worden, en nalaten Hem ootmoedig te danken? Laten wij bedenken, dat een biddend leven ook een dankend leven is. Is ons bidden zonder danken, dan kunnen wij er verzekerd van zijn, dat er iets hapert aan ons gebedsleven. Want het gebed is het voornaamste stuk der dankbaarheid. Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw lusten zoudt doorbrengen. Bidden moet geschieden naar Gods wil. En wij zijn verzekerd, dat zo wij bidden naar Zijn wil. Hij ons verhoort. Als wij een waar gebedsleven hebben, hebben wij een dankbaar leven, en zien niet voorbij wat ons wordt geschonken. Soms onthoudt de Heere ons hetgeen, waar wij om vragen, en schenkt ons iets beters. Merken wij het dan op? Soms onthoudt hij ons in Zijn wijsheid hetgeen waar wij om vragen, omdat hef ons schaden zou. Merken wij het dan op, en erkennen wij Hem pr dan' voor? Soms ook schenkt ons de Heere onze begeerte niet, om ons des te ernstiger aan te doen houden aan de genadetroon. Vertragen wij dan niet in onze gebeden?

Niet alleen mógen wij bidden, de Heere eist het van ons. En zou Hij, die het oor plant, niet horen? Geen oog heeft het gezien en geen oor gehoord, wat Hij doen zal, dien die op Hem wacht. Zijn belofte blijft waar. Die bidt, die ontvangt en die klapt, die zal opengedaan worden. Vertragen wij toch niet in onze smekingen. En bovenal: moge wat het zwaarste is toch ook het zwaarste wegen. De nood voor onze kostelijke ziel. Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u toegeworpen worden. Zij et\ ook een smeking voor elkander aan de genadetroon.

Je viend BARUCH.

Als steeds noem ik mij

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1947

Daniel | 8 Pagina's

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1947

Daniel | 8 Pagina's