Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

F. te H. kan niet begrijpen dat zijn kerkeraad geweigerd heeft, zijn aangenomen kind de doop toe te dienen, daar de ongehuwde moeder van dit kind er geen bezwaar tegen had hoewel ze zelf nooit tot enig kerkverband heeft behoord.

Antwoord: De H. Doop is een teken en zegel van het verbond der genade. Hieruit volgt dan ook dat alléén de kinderen die binnen de grenzen van de openbaring van het Veihond geboren worden, mogen en behoren te worden gedoopt. Gelijk onder Israël de besnijdenis (waarvoor in de nieuwe dag de doop in de plaats 'gekomen is), alleen de Israëlieten werd toegepast, zo ook de doop onder ons.

De vraagsteller beroept zich op Matth. 28 : 19, waar de Heere zegt: „Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes enz.

Alsook dat de stokbewaarder en zijn ganse huis gedoopt werd enz. Hij beroept zich op liet doopsformulier, waar geschreven staat dat men de kinderen van de doop niet mag uitsluiten enz. Om bij het laatste te beginnen zou ik de vraagsteller er op willen wijzen, dat in dat doopsformulier meer staat en ook wat Zondag 27 antwoordt op vraag 74, . Op die vraag „Zal men jonge kinderen dopen? " wordt immers geantwoord: „Ja het; want mitsdien zij zowel als de volwassenen in het Verbond Gods en in zijn gemeente begrepen zijn, en omdat „in het Verbond en Zijn gemeente begrepen te zijn", (wat zeggen wil, in ieder geval uit belijdende ouders, die dus onder de openbaringsvorm des Verbonds leven, geboren te zijn gaat het juist.

Als gewezen wordt op Matth. 28 : 19 zij opgemerkt dat hier tegelijk het zendingsbevel in besloten is. Men begon bij de heidenen dan ook niet met de doop, doch eerst zocht men die heidenen tot het geloof te brengen en wanneer die dan het geloof beleden, werden zij eerst gedoopt en dan daarna ook hun kinderen. Zie dit duidelijk in de stokbewaarder en vele anderen.

Iets anders is wanneer de ouders nooit tot belijdenis des geloofs kwamen, doch wel gedoopt zijn. Die kinderen van zulke ouders worden evenwel gerekend onder de openbaringsvorm van het Verbond geboren te zijn, zulke kinderen mogen dan ook worden gedoopt. Hierbij is echter het bezwaar 'dat zulke ouders hun kinderen zelf niet kunnen laten dopen. In zulk een geval mogen dit wel de belijdende familieleden of anderen, b.v. leden die zulk een kind adopteren, laten doen, doch hebben dan de aansprakelijkheid voor de Christelijke opvoeding geheel voor hun rekening te nemen. Het gaat er dus om of de te dopen kinderen binnen de openbaringsvorm van 't Verbond geboren te zijn en zulkinderen alléén mogen gedoopt worden.

Door adoptie in welke goede en vaste vorm ook komt een kind echter nog niet in het Verbond. Al neemt men dus een heidens kind geheel voor zijn rekening en wenst dit op te voeden onder de waarheid, geheel gelijk als men een eigen kind zou doen, zo staaj dit kind hiermede nog thans buiten het Verbond en kan het door adoptie daar niet worden ingebracht, bijgevolg mag aan dit kind de doop niet worden toegediend, hoe gaarne men dit ook zou wensen.

Op de onderscheidene Synoden is in de loop der tijden menigmaal ovet deze zaak gehandeld, zo o.a. ook op de Dordtse Synode in 1618—1619. De meeste van onze Vaderen waren er tegen om kinderen van heidenen, ook al werden zij geadopteerd, te dopen, zie Tuinman, Cat. Verkl. Zondag 27, Justus Vermeer Zondag 27, v.d. Kemp, Beukelman, v. d. Groe, enz. Ridderus e.a. wülen echter wel meer de doop toelaten.

Wel waren er te Dordrecht in 1618—1619 en daarna velen van onze Vaderen die geen bezwaar hadden tegen de doop wanneer zulk èen kind dat geadopteerd werd, eerst in de eerste beginselen der religie onderwezen werd en de tien geboden, de Apostolische Geloofsbehjdenis en het gebed des Heeren kon opzeggen, en de zekerheid kon worden gegeven dat het kind verder in de religie zou worden onderwezen waartoe de pleegouders die dit kind aannamen de verplichting daartoe op zich namen. Meestal acht men dan de leeftijd van ± 6 a 7 jaar voor de doop gewenst. Doch met nadruk zij gezegd dat ook dit tot de uitzonderingsgevallen steeds moet gerekend worden, daar de meeste van onze Vaderen nodig vonden, dat dezulken belijdenis deden daarvan en dan tegelijk gedoopt werden.

ds. L. Rijksen


V. D. te R. vraagt over een aantekening bij de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus in de bijbelverklaring van Polus en Wels. In deze bijbelverklaring wordt volgens de 'vraagsteller geschreven, dat zowel de rijke man als de arme Lazarus na hun sterven in de Hades waren, en dat de Hades de ontvangplaats der zielen van de gestorvenen is, zowel van goede als kwade, tot de dag. des oordeels. Lazarus zou dan in het paradijsgedeelte van de Hades zijn, en de rijke man in het kwade gedeelte van de Hades.

Antwoord: Ik heb de bijbelverklaring van Patrich, Polus en Wels niet in mijn bezit, dus ik kan het betreffende gedeelte zelf niet nalezen. Met de hierboven aangeduide zienswijze kunnen wij het echter niet eens zijn. De zaak is namelijk als volgt: Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament zijn er twee woorden voor hel, In het Hebreeuws van het Oude Testament zijn die woorden „sjeool" en „tofeet", en in het Grieks „hades" en „gehenna". 'Er moet dus een zeker verschil zijn tussen „sjeool" en „hades" enerzijds, en „tofeet" en „gehenna" anderzijds. In de Nieuwe Vertaling heeft men in alle teksten, waar „sjeool" en „hades" staat, deze woorden vertaald door „dodenrijk" terwijl men „tofeet" en „gehenna" vertaald heeft dóór „hel".

Wij menen echter, dat deze vertaling onjuist is. Want de nieuwe vertalers zien dus in „sjeool" en „hades" blijkens hun vertaling van deze woorden door „dodenrijk", slechts een algemene staat des doods en geen plaats der pijniging. Want in het woord „dodenrijk" is geen onderscheid tussen gelukzaligheid en rampzaligheid. Als wij echter het bekende Theologische Woordenboek van Kittel opslaan, dan lezen wij daar, dat met „sjeool" en „hades" in Gods Woord wordt aangeduid de plaats, waar de goddelozen het oordeel reeds lijden naar de ziel terwijl „tofeet" en „gehenna" de plaats is, waar de goddelozen naar ziel en lichaam, vanaf de jongste dag, het eeuwig oordeel zullen lijden.

Zo lezen wij in Openbaring 20 : 13—14: „En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en de hel (hades) gaven de doden, die in hen, waren; en zij werden geoordeeld een iegelijk naar hun werken. En de dood en de hel (hades) werden geworpen in de poel des vuurs (gehenna); dit is de tweede dood".

Zo is het dus wel mogelijk een zeker onderscheid te stellen tussen „sjeool" en „hades" enerzijds, en „tofeet" en „gehenna" anderzijds, maar dan dus' niet zo, alsof „hades" en „sjeool" slechts een algemene doodstaat zouden aanduiden, zonder onderscheid tussen gelukzahgheid en rampzahgheid, zoals de Nieuwe Vertaling wil, blijkens de vertahng „dodenrijk", en ook niet, dat er in de hades een schoot Abrahams zou zijn, een paradijsafdeling dus, en tegehjk een plaats van pijniging, zoals blijkbaar de genoemde bijbelverklaring wil. In enkele teksten hebben „sjeool" en „hades" slechts de betekenis van algemene staat des doods, zoals in Psalm 16 : 10 en Hand. 2 : 27.

Doch verder hebben wij, om alle misverstand te voorkomen, hierbij niet te denken aan twee wezenlijk onderscheiden plaatsen, zó, alsof er nog verandering van plaats der meerdere of mindere pijniging na de dood zou zijn. De prediker zegt: de mens gaat (dat is aanstonds na de dood) naar zijn eeuwig huis; en in de plaats waar de boom valt, daar zal hij wezen. Prediker 11 : 3

ds. H. Rijksen, Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1957

De Saambinder | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1957

De Saambinder | 4 Pagina's