BOEKBESPREKING

Lenie Ippel-Breedveld: Het Licht schijnt in de duisternis. Uitgeverij Hoekman - Goes. Gebonden ƒ 19, 50. Met 16 kleurenfoto's.

Dit is het verhaal over Erima, een Afrikaans meisje van 9 jaar. Ze wordt beschreven als een gevoelig kind dat om kleine dingen blij kan zijn, maar ook goed de ellende en angst aanvoelt die voortkomt uit het dienen van de goden. „Goden willen offers ontvangen, ze willen altijd meer hebben, zijn nooit te verzadigen". Deze onrust gaat pas weg als het kind in aanraking komt met het Evangelie. De duisternis van het heidendom wordt zó naar voren gebracht, dat het Lich van de Bijbel des te helderder wordt.

De inhoud van het boek:

Odeh, de vader van Erima, heeft een tweede vrouw gekocht, Maria, van wie hij veel houdt. Maria verwacht een baby en sterft bij de geboorte van haar dochtertje. Nu moet het kindje gedood worden, want de vloek die op haar moeder rustte, rust ook op haar. Odeh, de vader, weigert echter zijn dochtertje te laten doden. Hij heeft gehoord van het weeshuis van de witte zuster. Daar wil hij zijn kindje heen brengen. Dat vinden de mensen heel erg, want nu zullen de goden nog meer vertoornd worden. Omdat er met elk kindje in het weeshuis een zusje mee moet komen om er voor te zorgen, moet Erima twee jaar lang met Maria's kindje, dat haar halfzusje is, mee naar het weeshuis. Daar hoort ze vertellen over Oheh Jisos (de Heere Jezus).

In het dorp gebeuren dingen die ieder met angst vervullen. Sterfte en ziekte schijnen de wraak der goden te zijn. Offers helpen niet. Dat komt allemaal omdat Maria's kindje nog leeft. Om de goden tevreden te stellen zal ze geofferd moeten worden. Erima ziet nu waartoe de afgodendienst leidt. In haar hart ontwaakt het verlangen om, als zij groot wordt, terug naar het dorp te gaan „om de mensen van Oheh Jisos, de God van het Licht, te vertellen".

Ik denk dat kinderen uit de hogere klassen van de lagere school van dit verhaal het meeste zullen genieten. Erima's belevenissen in het dorp en in het weeshuis zullen hen erg aanspreken. Voor jongere kinderen is het wat moeilijker om het verhaal goed te begrijpen. De woordkeus is wel eenvoudig, maar het verhaal wordt nogal

eens onderbroken door natuurbeschrijvingen e.d. Daardoor is de lijn van het verhaal voor hen moeilijker vast te houden. Je zou kunnen denken dat dit boek alleen voor kinderen is. Echter ook als je wat ouder bent zul je het met aandacht lezen. De natuurbeschrijvingen zijn prachtig. De schrijfster weet de sfeer van het Afrikaanse oerwoud met daarin de kleine dorpjes, goed te beschrijven. We lezen hoe de meisjes water halen bij de bron, hoe de vrouwen naar de markt gaan, hoe de mannen 's avonds in het maanlicht vergaderen. De prachtige kleurenfoto's passen helemaal bij het verhaal. De kinderen zullen ze ook erg mooi vinden.

Dit boek geeft ons een goed beeld van het zendingswerk in Afrika. De schrijfster is zelf verscheidene jaren werkzaam geweest op het zendingsveld. Ze wil ons laten zien dat bij het werk in de klinieken enz. altijd het doel is: de evangelieverkondiging. Dat spreekt ook duidelijk uit dit boek. De gedachten van de zuster van het weeshuis die dit nog eens extra benadrukken zijn daarom wat overbodig. De ervaring van de schrijfster verhoogt op aanzienlijke wijze de waarde van haar boek.

Ik kan ieder aanraden dit boek te lezen. Het heeft een duidelijke boodschap: het Licht van de Bijbel, dat schijnen wil in de duisternis van je hart!

Anja Huissen.

Drs. B. Kristensen e.a.: Sensitivity-training en hoe verder? Uitgave: Buyten en Schipperheijn, 1976. 244 blz., prijs ƒ 16, 90.

Voor mij ligt een boekje dat al te lang op een bespreking moest wachten. Zoals de titel aangeeft gaat het over „sensitivity-training" (= systematische oefening van de gevoeligheid). Ik kan in deze bespreking niet uitvoerig ingaan op alle achtergronden van deze sensitivity-training. Daarvoor verwijs ik naar een schets in het boekje „Eigentijds", dat bij de Jeugdbond verkrijgbaar is.

In het boekje waarop ik nu wil wijzen geven een aantal schrijvers — ieder vanuit eigen vakgebied — een grondige bespreking van S.T. In hoofdstuk 2 geeft de huisarts drs. J. E. de Vries, zijn ervaringen weer van een tweetal trainingen waaraan hij heeft deelgenomen. Voor de lezer die nog niet eerder kennis maakte met literatuur over S.T. zal dit een schokkend relaas zijn. Er is maar één konklusie te trekken uit dit verslag: de mens mag niet geremd worden door regels, normen en wetten, maar hij moet zich volkomen uit kunnen leven. Hier zien we het resultaat van de zonde levensgroot voor ons. Het loopt uiteindelijk uit op een totale ontluistering van de mens. De waarde van het boekje zit m.i. in de hoofdstukken 1 („Wat is S.T.? ") en 3 („Het mensbeeld achter S.T."). Het zijn vrij pittige hoofdstukken, maar voor de lezer die zich werkelijk in de problematiek van S.T. wil verdiepen biedt het bijzonder goede achtergrondinformatie. De laatste hoofdstukken over de roeping van de christen roepen hier en daar vragen op. Teveel wordt m.i. uitgegaan van mogelijkheden in de christen. Jammer dat hier het bijbels-reformatorische geluid zo zwak doorklinkt. Een boekje om kritisch te lezen. Niettemin een boekje dat, met name voor verplegenden, deelnemers aan vormingsdagen, onderwijskundigen en geïnteresseerden in groepswerk — de moeite van het lezen waard is.

Günther Eisele en Reinhold Lindner: Hulp voor helpers. Uitgave: J. N. Voorhoeve, Den Haag, 1976. 90 blz., prijs ƒ 10, 90.

De ondertitel van dit boekje luidt „Omgang met mensen in geestelijke nood". Achtereenvolgens komt in dit boekje aan de orde: het hulpverlenende gesprek; lij — dens-en stervensbegeleiding; rouwverwerking en hulp bij psychisch lijden. Elders in dit nummer wordt ook aandacht besteed aan het hulpverlenende en pastorale gesprek. Dit boekje geeft de lezer nadere informatie over dit onderwerp. Er worden allerlei praktische adviezen gegeven voor de omgang met mensen in moeilijkheden en psychische nood. Helaas nemen de schrijvers wat te weinig afstand van de gespreksmethode van de Amerikaanse psychotherapeut Carl R. Rogers. In het bovengenoemde boekje over S.T. komt duidelijk naar voren dat Rogers een optimistisch mensbeeld hanteert en de mens teveel versmalt tot gevoelsmens. Overigens komen we deze visie in de bijdragen na het hoofdstuk over „het hulpverlenende gesprek" nauwelijks meer tegen. Dit boekje kan een goede „hulp voor helpers" zijn, mits we kritisch kennisnemen van het gebodene.

J. H. Mauritz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen