Verhoging Benzinebelasting
TWEEDE KAMER
Verleden jaar diende de minister van Financiën een wetsontwerp bij de Tweede Kamer in, waarin de verbruikers van benzine het andermaal moesten ontgelden. Met de verhosing> welke kort na de oorlog ten aanzien van de benzinebelasting had plaats gehad, kon volgens de minister niet worden volstaan, er moest ^en nieuwe belastingverhoging op de 3enzine komen, waardoor de heffing 3p dit veel gebruikte product op cir- ; a 17 cent per liter zou komen. Te begrijpen is, dat in de kringen an het bedrijfsleven dit wetsvoorstel een slecht onthaal ten deel viel. Een stroom van adressen bereikte de Kaffierleden, waarin werd betoogd, dat ^^^ voorgestelde verhoging der hef- ^^"S een ondragelijke last op de bet'i'ijven zou leggen. Op protestverga- (^-eriiiê'en, welke met het oog op dit wetsontwerp werden belegd, konden diezelfde klanken worden beluisterd. Ein inderdaad, het bedrijfsleven is reeds uiterst zwaar belast met aller- '^i soorten belasting en andere lasten.
Niet alleen het bedrijfsleven echter is zwaar belast, ook het volk in zijn geheel gaat onder de zwaar drukkende belastingen gebukt. En daar het zeker niet uitgesloten is, dat de hogere benzineprijzen ten slotte op andere prijzen zullen worden verhaald, zodat de verhoogde benzineprijs tenslotte door ons volk, zo niet geheel dan toch gedeeltelijk, zal moeten worden betaald, was dit een reden te meer voor de afgevaardigden der S.G.P. om zich tegen dit wetsontwerp te verklaren. Voordat zij deze verklaring aflegden, had eerst nog stemming plaats over een amendement, dat de strekking had om de motorrijtuigenbelasting minder zwaar op de dieselmotoren te laten drukken. Over dit ontwerp hadden onlangs de stemmen gestaakt, doch nu werd het met grote meerderheid van stemmen aangenomen.
Voordat* nu over het wetsontwerp in zijn geheel werd gestemd, legde ds. Zandt namens de fractie der S.G.P. de navolgende verklaring af: Mijnheer de Voorzitter! Aangezien wij van oordeel zijn, dat door het voorgestelde wetsontwerp — hetwelk verhoging der benzineprijs ten gevolge zal hebben — bij de reeds zo hoog geklommen lasten en belastingen een nieuwe financiële last op ons volk, niet het minst op het bedrijfsleven, gelegd zal worden, terwijl de zo hoog nodige bezuiniging nog steeds niet betracht wordt, zullen v/ij onze stem aan dit wetsontwerp niet kunnen geven.
De meerderheid der Kamer stemde echter vóór het wetsontwerp, zodat dit met 58 tegen 25 stemmen werd aangenomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1950
De Banier | 8 Pagina's