Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rotterdam na de oorlog: stad van hardwerkende chauvinisten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rotterdam na de oorlog: stad van hardwerkende chauvinisten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Of Rotterdam de binnenschepen soms meetelde? Dat vroeg de burgemeester van New York eind 1962, toen de Maasstad bekendmaakte dat voor het eerst 25.000 schepen de haven aandeden. Het aantal sloeg echt op zeeschepen, waardoor Rotterdam New York voorbijstreefde en de grootste haven ter wereld werd. Er volgde alsnog een welgemeende felicitatie vanuit de VS. Deze typerende anekdote wordt gemeld in twee boeken over Rotterdam na de oorlog. Een korte bespreking met herinneringen.

In de jaren zestig zat ik op de mulo in Rotterdam. Er ging naar mijn idee bijna geen aardrijkskundeles voorbij of de leraar vertelde ons de nieuwste stand wat betreft het aantal schepen dat de Rotterdamse haven aandeed. Rotterdammers zijn chauvinisten. Het is ook een stad om -in bepaalde opzichten- trots op te zijn. Al woon ik dan al zeventien jaar in Apeldoorn, de Maasstad blijft een apart plekje in mijn hart houden. Als ik een boek in handen krijg dat gaat over Rotterdam in de tijd dat ik daar opgroeide, gaat mijn hart open. Ik heb nu zelfs twee van die boeken voor me liggen.

Fotoboek
"Rotterdam in de jaren zestig" gaat vanzelfsprekend over de opbouw, de enorme groei van de havens, de Euromast, de aanleg van de metro, de Van Brienenoordbrug, de Floriade, maar ook over de woningnood, het zilte drinkwater (wij haalden water uit Barendrecht: heerlijk!), de voortdurende overlast omdat er altijd straten en wegen open lagen. Het is voornamelijk een fotoboek; des te storender is het dat in de meeste gevallen de bijschriften zeer summier zijn of geheel ontbreken. Zelfs het verband met de tekst op de desbetreffende bladzijde is niet altijd even duidelijk. Aan sport, kunst, muziek en vermaak wordt vrij ruim aandacht geschonken, wat niet altijd erg verheffende platen oplevert. Jammer ook dat er niet wat meer foto's in staan van Rotterdam-Zuid, in het bijzonder de nieuwe wijken Zuidwijk en Pendrecht, die uit de jaren vijftig en zestig dateren. (Inderdaad, daar heb ik mijn jeugd doorgebracht.)

Ahoy
Sommige van deze bezwaren gelden in grote trekken ook voor "Rotterdam ahoy", dat overigens veel meer een goed geïllustreerd tekstboek is. Dit werk bestrijkt de periode 19451960. Veel aandacht voor "de stad" (het centrum), de haven, sport en uitgaansleven. De tekst is goed geschreven en leest vlot weg. ledere keer heb je de reactie van: o ja! Da's waar, autonummers noteren, heb ik ook nog gedaan. Waarom? Niemand die het wist. Maar elke jongen deed het. Je leest typisch Rotterdamse knikkertermen als schoffelen en pieken. Inderdaad, je speelde uit gekkie of uit heussie. Herinneringen aan Jeugdland in de Energiehal komen boven, en aan speeltuinen met 15 cent entree. Indrukwekkend is het verhaal over Rijn Rijnhout, de reus van Rotterdam. Hij mat ruim 2.37 meter en woog 230 kilo. Rijn had er een gloeiende hekel aan om door iedereen bekeken en door de jeugd bespot te worden. Het liefst zou hij zijn lichaam thuis hebben gelaten als hij de straat opging. In 1959 overleed hij, 36 jaar oud.

Roltrap
Foto's zijn als bron van herinneringen meestal het leukst. In dit boek hebben ze gelukkig elk een eigen bijschrift. Al hoor je als oud-Rotterdammer natuurlijk veel foto's ook wel zonder nadere aanduiding te herkennen. Zoals de roltrap van de fietstunnel. Ik had uren van tevoren al pijn in m'n buik als ik op de fiets door de tunnel moest. Staande op de roltrap met de fiets in een -naar mijn idee- zeer wankel evenwicht kneep ik beide handremmen zo stevig in, dat de kabels bijna braken. Het strand bij Hoek van Holland, waar we soms even gingen uitwaaien op de pier. Briejenoord De achterkant van station Blaak, met het beginpunt van bus 37, die me naar tante Corrie in Capelle aan den IJssel bracht. Over de dijk, belegd met keien, ook wel kinderhoofdjes genoemd. Of het vanwege deze bestrating was dat het altijd van die gammele, oude bussen waren weet ik niet, maar een feit is dat je geradbraakt aankwam. Liever ging ik met de auto, vanuit Zuidwijk. Eens, toen we over de dijk reden, wees mijn vader naar het water: „Daar komt een brug jongens, dat scheelt een heel stuk omrijden." Die brug (de Van Brienenoord) is inmiddels al twee keer verbreed... Met het pontje kon je ook naar Capelle, vanaf IJsselmonde. Een ervaring! Zelfs toen de "Briejenoord" klaar was, moest je nog met de boot, want de brug was toen verboden terrein voor fietsers. Te steil. Wij vonden dat maar flauw... "Rotterdam Ahoy, leven en werken in de jaren na de oorlog" door Frits Baarda; uitg. Focus, Amsterdam; 200 blz, ƒ 69,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's

Rotterdam na de oorlog: stad van hardwerkende chauvinisten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's