Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beroepen: Te Moercapelle G. H. Kersten te lerseke; te Benthuizen M. Hofman te Krabbendijke.
Bedankt: Voor Aagtekerke B. van Neerbos te Terneuzen; voor Vlaardingen en Benthuizen M. Hofman te Krabbendijke.


De kerkeraad van Lisse zond ons het volgende bericht waarvoor wij hen dankbaar zijn.
Zondag 1 November verblijdde de Heere ons, dat onze Leeraar Ds. H. A. Minderman in de morgendienst zijn gemeente voor 't eerst weder mocht voorgaan, na een zeer smartelijke operatie aan een zijner oogen.
Mocht de Heere hem verder nog kracht verleenen, om zijn aangevangen werk te mogen voortzetten en stelle hem nog tot rijken zegen voor onze gemeente, is de hartelijke wensch en bede van kerkeraad en gemeente.
Namens den kerkeraad der Geref. Gem. te Lisse

H. SCHOLTE, Scriba.


VISITATIE-REGLEMENT.

Ter Partic. Syn. Zuid kwam een voorstel, tot vaststelling van een reglement voor kerkvisitatie. Gewezen werd op een bestaand reglement in de classis Amsterdam en Barneveld, grootendeels aan elkander gelijk. Men begeerde ter kennismaking der gemeenten afdruk in „De Saambinder". Aan dien wensch voldoe ik bij dezen. Volge hier 't reglement van Amsterdam.


ALGEMEENE BEPALINGEN.

Art. 1. De visitatoren zijn gehouden minstens 14 dagen te voren aan den kerkeraad kennis te geven van den dag en het uur van de kerkeraadsvergadering, waarin de visitatie zal plaats hebben.
Art. 2. De kerkeraad deelt des Zondags vóór de kerkvisitatie aan de gemeente den tijd en de plaats mede, waar deze zal gehouden worden.
Art. 3. Alle kerkeraadsleden en diakenen zijn verplicht ter vergadering te zijn. In geval van wettige verhindering moet de reden tijdig ter kennis van de vergadering gebracht worden. Indien niet de meerderheid aanwezig is, wordt de kerkvisitatie op nader te bepalen tijd gehouden, terwijl de kosten er van komen ten laste dier kerk.
Art. 4. Aan de kerkvisitatoren moeten inzage gegeven worden van de lidmatenboeken en doopboeken, het notulenboek van den kerkeraad, trouwboek, de boeken van administratie van het kerkelijk beheer en van de diaconie. Deze boeken moeten ter vergadering gereed liggen.
Art. 5. In het vergaderen blijft het praesidium aan den den praeses van den kerkeraad, die visitatoren gelegenheid geeft om hunnen arbeid te verrichten, welken arbeid dezen onderling verdeelen. Geen der beide visitatoren mag tot den kerkeraad behooren, welken zij bezoeken.
Art. 6. Desgevorderd zal door de visitatoren een kort verslag der visitatie worden opgemaakt, dat als dan door den kerkeraad zal worden onderteekend.
Art. 7. Op de na de kerkvisitatie eerstvolgende vergadering van de classis brengen de kerkvisitatoren een schriftelijk rapport uit over den toestand der door hen bezochte kerken.


HET ONDERZOEK.

Vragen te doen aan den geheelen kerkeraad.
1. Zijn tijd en plaats dezer kerkvisitatie op den vorigen Zondag aan de Gemeente bekend gemaakt en het doel der visitatie?
2. Zijn al de broeders kerkeraadsleden aanwezig ? Zoo niet, om welke redenen?
3. Zijn al de boeken ter tafel, welke in artikel 4 der regeling worden genoemd?
4. Wordt het Archief in orde gehouden, en goed bewaard? Bevat het de Acta der Generale Synoden, de vroegere notulenboeken, de bescheiden der kerkelijke en diaconale administratie, en al wat voor de toekomst tot rechte kerkregeering verdient door den kerkeraad bewaard te worden? Is er ook een legger van de zich in het archief bevindende stukken?
5. Worden de gelden voor Kerk en Diaconie voorzichtig en met voldoende controle beheerd?
6. Worden de gelden en bewijzen van eigendom, zoowel van de Kerk als van de Diaconie op eene veilige plaats bewaard?
7. Zijn er ook broeders en zusters, die wenschen gehoord te worden?

A. DIENST DES WOORDS.

1. Wordt op den Dag des Heeren tweemaal het Woord bediend en de Heidelbergsche Catechismus verklaard naar art. 68 D.K.O.?
2. Treden alleen personen op, die door eene classis der Geref. Gem. in Nederland onderzocht en toegelaten zijn?
3. Komt de gemeente getrouw op tot de Bediening des Woords ? Is er op de prediking des Woords geestelijke vrucht te bespeuren?
(IN EENE VACANTE KERK.)
a. Worden er ernstige pogingen aangewend om een Dienaar des Woords te beroepen?
b. Worden de vacatuurdiensten geregeld waargenomen?
c. Wordt de keuze van voor te lezen predikaties door den kerkeraad bepaald, of is deze aan den broeder-opziener, die in den lezing voorgaat, overgelaten ? Is er eene regeling, waarbij bepaald wordt wie der broeders-opzieners in de leesdiensten zal voorgaan?
d. Wordt ook gedurende de vacature door den kerkeraad gezorgd voor geregelde behandeling der Heidelb. Catechismus?
e. Wordt in de door de classis bepaalde gevallen van den dienst van den Consulent gebruik gemaakt?

B. DIENST DER SACRAMENTEN.

1. Worden bij de bediening der Sacramenten de formulieren stiptelijk gebruikt?
2. Wordt de H. Doop op aanvrage bediend, wordt hij ook spoedig begeerd, wordt hij ook willekeurig vertraagd?
3. Hoe handelt de kerkeraad met den doopvader (moeder of getuige) bij de aanvrage?
Wordt er dan gewezen op de beteekenis van den H. Doop en de verplichtingen voor vader, moeder of getuige?
4. Wordt het H. Avondmaal geregeld (minstens viermaal 's jaars) zoo mogelijk na voorafgaand huisbezoek, en niet dan na proefpredikatie, gehouden?
5. Worden bij de openbare belijdenis des geloofs vragen door den kerkeraad vastgesteld, gebruikt?
6. Hoe handelt de kerkeraad jegens hen, die tot jaren des onderscheids zijn gekomen en niet tot belijdenis des geloofs overgaan?

C. HUISBEZOEK.

1. Geschiedt het huisbezoek geregeld, zoodat ten minste éénmaal des jaars de geheele gemeente bezocht wordt ? Wordt bij het huisbezoek ieder lid van het gezin aangesproken, gehandeld, behalve over het H. Avondmaal, over den geestelijken toestand en van den eisch van het Woord Gods voor huisgezin, kerk en maatschappij.
2. Worden de kranken, de armen, de weduwen en de weezen geregeld bezocht?
3. Worden degenen, die met attestatie zijn overgekomen, spoedig bezocht, en met raad en daad bijgestaan?
4. Wordt ook gezorgd voor verpleegden in gestichten?

D. CATECHETISCH ONDERWIJS.

1. Worden de catechisaties geregeld gehouden, ook des zomers?
2. Welke boeken worden gebruikt? Indien andere dan de Catechismus, wordt ook in het onderwijs kennis aangebracht van de belijdenisschriften der Ger. Kerken (1618—1619) in Nederland?
3. Bezoeken de ouderlingen de catechisatie; teneinde hierover opzicht uit te oefenen?
4. Wordt van het catechetisch onderwijs getrouw gebruik gemaakt, en op welke wijze wordt zooveel mogelijk het verzuim tegengegaan?
5. Zijn er vruchten van het catechetisch onderwijs te bespeuren?

E. ONDERWIJS.

1. Bestaat er ter plaatse eene Christelijke school?
2. Gaan al de kinderen der gemeente naar de Chr. school?
3. Hoe handelt men met ouders, die hunne kinderen naar de openbare school zenden?
4. Is er verband tusschen kerk en school, en is er ook toezicht van kerkeraadswege op het onderwijs?

F. KERKERAAD.

1. Zijn de Formulieren van Eenigheid door al de leden des kerkeraads, ook door de Diakenen, onderteekend?
2. Vergadert de kerkeraad op bepaalden tijd, der gemeente bekend, en wordt van het verhandelde nauwkeurig aanteekening gehouden?
3. Is het getal Ouderlingen en Diakenen voldoende?
4. Worden alle voorkomende zaken behandeld naar den Woorde Gods, de Formulieren van Eenigheid en Kerken-ordening?
5. Wat geschiedt om de kennis van de vereischten tot de juiste bediening van het ambt te vermeerderen?
6. Vergadert de kerkeraad somtijds met de leden der gemeente ter bespreking van gemeentelijke zaken?

G. OPZICHT EN TUCHT.

1. Wordt er tenminste voor elke bediening van het H. Avondmaal onderlinge Christelijke censura morum door de leden des kerkeraads gehouden?
2. Wordt de kerkelijke tucht naar eisch van Gods Woord door de lidmaten der kerk onderling geoefend, en ook met ernst en zonder aanzien des persoons door den kerkeraad naar D.K.O.?
3. Worden geen ongeoorloofde conventikelen gehouden?
4. Wordt bij vertrek naar elders aan belijdende leden attestatie medegegeven en aan degenen, die door den Doop leden der kerk zijn, een attest met mededeeling hiervan aan den kerkeraad hunner nieuwe woonplaats?
5. Zijn er ook vereenigingen, waarover de kerkeraad het toezicht heeft, en hoe wordt dit toezicht geoefend?

H. ZENDING.

1. Wat doet de kerk voor de Zending onder Joden, Heidenen en Mohammedanen?
2. Zou het niet wenschelijk zijn, dat de ijver en de liefde voor de zending wordt opgewekt?

1. KERKVERBAND.

1. Houdt de kerkeraad zich getrouw aan hetgeen op de meerdere vergaderingen besloten is en wordt dit getrouw voor zoover het de classicale vergadering betreft, door de afgevaardigden des kerkeraads gerapporteerd en in de notulen des kerkeraads opgeteekend.
2. Wordt nog plaatselijk gearbeid door den kerkeraad onder degenen die niet tot de Ger. Gem. behooren.

Vragen aan den kerkeraad in afwezigheid van den Dienaar des Woords.

1. Gaat de D. d. W. bij de bediening des Woords en der Sacramenten getrouw te werk naar Gods Woord, Formulieren van Eenigheid en D. K. O.
2. Is de leering stichtelijk, gezond en profijtelijk.
3. Houdt hij geregeld de catechisatiën, besteedt hij goede zorg aan het catechetisch onderwijs.
4. Blijkt ook uit zijne predikaties, dat hij ijverig is in het studeeren.
5. Bezoekt hij de kranken, neemt hij ook deel aan het huisbezoek, kortom, kwijt hij zich getrouwlijk van al de deelen van zijnen dienst.
6. Openbaart hij zich in handel en wandel, in zijn huiselijk en openbaar leven, gelijk het een Godzalig en getrouw Dienaar des Heeren betaamt zich te gedragen.
7. Ontvangt hij een zoodanig tractement, dat hij met zijn huisgezin zonder zorge van het Evangelie leven kan.
8. (In vacante kerken). Is de consulent hulpvaardig.

Vragen aan den Dienaar des Woords en de Diakenen in afwezigheid van de Ouderlingen.

1. Wonen de Ouderlingen geregeld de samenkomsten der gemeente en de vergaderingen van den kerkeraad bij.
2. Staan zij in goede, broederlijke verhouding tot den Dienaar des Woords en staan zij hem getrouw in alles bij.
3. Bezoeken zij zooveel in hun vermogen is de gemeente en trachten zij alle ergernissen van de Kerk des Heeren, zooveel doenlijk is, weg te nemen. Zoeken zij de zwakken te sterken, de gevallenen tot bekeering te vermanen, de ongeregelden te bestraffen en alle twist en oneenigheid onder de lidmaten neder te leggen.
4. Zijn er onder hen, die gaven bezitten om de gemeente, zoo het noodig is, met openbaar gebed en voorlezing van predikatie te stichten en ingeval van nood, catechetisch onderwijs te geven.
5. Oefenen zij zich door naarstig Schriftonderzoek in de verborgenheden des geloofs.
6. Gedragen zij zich in huiselijk en openbaar leven als voorbeelden der gemeente en genieten zij die achting en eere, welke jegens hen, om huns werks wille plichtmatig is.

Vragen aan den Dienaar des Woords en de Ouderlingen in afwezigheid van de Diakenen.

1. Wonen de Diakenen geregeld de samenkomsten der gemeente, de vergaderingen van den kerkeraad, en waar ze naar art. 40 D. K. O. afzonderlijk vergaderen, de vergaderingen der Diakenen bij.
2. Ontfermen zij zich over de armen, weduwen en weezen, vreemdelingen en ellendigen, bezoeken zij hen getrouw, en verkwikken zij hunne harten zoo door een woord van vertroosting als door buitengewone bedeelingen, wanneer de nood zulks vereischt.
3. Welke middelen worden gezocht om de armen te helpen; worden ook de meergegoeden bezocht.
4. Wordt allereerst de familie door de Diakenen gewezen op haar roeping tot het bieden van hulp.
5. Houden zij van ontvangst en uitgaaf dubbele aanteekening en doen zij daarvan ter bepaalder tijd rekening en verantwoording aan den kerkeraad en de gemeente.
6. Arbeiden de Diakenen in de gemeente tot steun van den arbeid der Christelijke barmhartigheid in den lande.
7. Openbaren zij zich in hun huiselijk en openbaar leven als voorbeelden voor de gemeente, in hun huis ook voorgaande als priesters, en gebruik makende van het H. Avondmaal.

SLOTVRAGEN.

1. Arbeidt de kerkeraad ook in naburige plaatsen waar de kerk nog niet weder tot openbaring is gekomen naar de Gereformeerde Belijdenis.
2. Heeft de kerkeraad ook behoefte aan den raad of de voorlichting van de broeders kerkvisitatoren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1925

De Saambinder | 4 Pagina's

KERKNIEUWS.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1925

De Saambinder | 4 Pagina's