Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het Zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het Zendingsveld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(30.) Willem Carey. Vurig pleiter voor de zending.

Zoals we voorheen zagen, was Carey na zijn bekering niet meer in de Staatskerk kunnen blijven, maar had zich aangesloten bij de Baptisten. In die Baptistengemeente kon hij niet verborgen blijven. Iedereen wist hoe geleerd de schoenmaker was, en zijn godsvrucht was niet geveinsd, 't Is dan ook alleszins te begrijpen, dat, bij gebrek aan voorgangers, Carey verzocht werd om als oefenaar voor de gemeente op te treden. Carey kon dit verzoek niet afslaan. Hij gevoelde zich van de gemeente geroepen en mocht er ook een roeping in zien van Godswege. Bij dit werk werd hij kennelijk ondersteund en het duurde niet lang of hij werd bevestigd als leraar, eerst in zijn geboorteplaats en een paar jaar later te Moulton.

Nu kon hij het schoenehlappen wel laten varen. Een predikant kan tevens toch ook geen schoenmaker zijn? Een arbeider is immers zijn loon waardig! De gemeente zou hem wel onderhouden.

Als we echter de financiële toestand kennen van de Baptistengemeenten in die dagen, dan weten we wel dat het anders moest gaan. De gemeente was niet groot, en de leden waren maar arme mensen. Er kon

voor de dominee nog niet eens ƒ 200.— per jaar worden afgezonderd. Van dit luttele bedrag kon Carey's gezin niet leven. Maar geen nood! De ijverige man wist wel uitkomst. Overdag onderwees hij de jeugd van Moulton, 's avonds zette hij zijn ambacht van schoenmaker voort en s Zondags preekte hij voor zijn gemeente.

Tot in de nacht zat de werkzame man meestal schoenen te maken. Aan de wand van de werkplaats hing een grote wereldkaart. Kwam iemand die met belangstelling die kaart bekeek, dan hield spoedig het geklop op de zolen op. Carey stond dadelijk bij hem en wees en vertelde en raakte schier niet uitgepraat. Er was heel wat te zien ook. 't Was een zendiftgskaart. In de landen stonden cijfers en allerlei aantekeningen. Het aantal inwoners van de verschillende landen las men aanstonds af; ook de godsdiensten der volken kon men lezen; wat tot nu toe gedaan was aan de zending stond vermeld. Men zag uitgestrekte gebieden braak liggen voor het zaad van Gods Woord. Er was nog heel wat te doen!

Hoe raakte Carey dan vol vuur, wanneer hij voor de kaart stond, met belangstellenden bij hem! Het zendingsvuur was niet meer te blussen. De verhalen van de grote wereldreiziger James Cook hadden hem angegrepen. Vooral het verhaal over Cooks doo», vas vreselijk. Hoe diep gezonken was toch het heidenujm. In een gevecht met de kannibalen op Hawaiï werd Cook gedood, zijn vlees werd van de beenderen geschrapt en aan de honden gevoerd. Zijn hart werd opgehangen aan de balken van een hut. Enige jongens, die later in die hut kwamen, zagen het hart. Ze dachten dat het een varkenshart was en aten het op. Vreselijk! Hoe noodzakelijk was het toch dat zulke mensen het Evangelie werd verkondigd.

Behalve Cooks wederwaardigheden, had Carey ook een preek gelezen van Ds Fuller over „het Evangelie aller aanneming waardig, " die grote indruk op hem had gemaakt.

Tenslotte kon hij het geschrift van Jonathan Edwards nooit meer vergeten. Edwards wekte in dat schrijven Gods volk op tot gemeenschappelijk gebed, tot verlevendiging van de godsdienst en tot uitbreiding van Gods Koninkrijk hier op aarde.

Carey kon over de zending niet meer zwijgen, onder zijn dagelijkse bezigheden niet, maar zeker niet als hij 's Zondags voor de gemeente preekte. Hoe ernstig droeg hij dan in het openbare gebed de noden der heidenen op voor de troon van Gods genade! En dat niet nu en dan eens, maar volhardend, naar het gebod van Paulus: „Bidt zonder ophouden."

Niet iedereen kon of wilde hem daarin verstaan. Collega's van hem hielden dit bidden voor de heidenwereld voor dromerij. Ze haalden de schouders op voor Carey's denkbeelden. Maar toch Carey hield vol. Niets kon zijn ijver verminderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1950

Daniel | 8 Pagina's

Van het Zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1950

Daniel | 8 Pagina's