Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT ANDERE BLADEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT ANDERE BLADEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. C. Veenhof, emeritus hoogleraar van de Geref. Kerken Vrijgemaakt te Kampen heeft op de ontmoetinigsdag van de Ger. Kerken Vrijgemaakt (buiten verband) gesproken en een verhaal gegeven uit de tijd der Afscheiding. Zoals dit overgenomen is in De Waarheidsvriend geef ik het hieronder door. x

In Ahnikerk was het in 1835 tot een 'afscheiding' van het Ned. Herv. Kerkgenootschap gekranen. Dat geschiedde als gevolg van een schandelijke afzetting van de innig vrome predikant van die plaats, ds. Gezelle Meeiiburg. De Roomsen in de kop van Noord-Brabant gaven hem de erenaam van 'Pater Bemardus van de Scholtianen'. En ze verdrongen zich, als hij in 's-Hertogenbosch kwam spreken, in het pakhuis of de schuur waarin hij optrad om hem te horen. Op onvoorstelbaar ergerlijke wijze werden GezeUe Meerburg en de afgescheiden gemeente vervolgd. Het regende boetes vanwege verboden samenkomsten. Eens kwamen er 22 dagvaardigingen op één dag bij Gezelle Meerburg in de bus. Duizenden guldens moesten bëtaiald wonden. Erger nog waren de 'inlegeringen' van rauwe, vloekende soldaten die zich soms schandelijk misdroegen. Maar het allerergste was het optreden van het grauw! Het kwam tot volksoplopen die leidden tot het stuk gooien van ruiten, barricaden van deiiren en vernielen van huizen. Soms werden afgescheidenen bewusteloos geslagen of tot bloedens toe mishandeld en met geschreeuw en ketelmuziek gevolgd als zij uit een kerkdienst kwamen. Het gebeurde zelfs dat jonge meisjes ernstig werden gemolesteerd. Eén ervan werd de muts van het hoofd gerukt, bij de haren getrokken, op de grond gesmeten en eindehjk ten aanschouwen van de menigte een zo schandelijke bejegening aangedaan dat — ik citeer letterlijk — 'kiesheid verbiedt die te beschrij-

ven'. En dit alles vond plaats terwijl de politie stilzwijgend toekeek en sommige 'liberale' notabelen grijnslachten.

Als men in die jaren in de nacht van een zaterdag op een zondag ergens in de Biesbos zou zijn geweest en het was helder maanlicht, zouden we op een bepaalde plaats een groot aantal roeiboten hebben kuiünen zien die van allerlei kant bijna geruisloos naderbij kwamen. Ze legden ergens aan en de inzittenden verzamelden zich pp een stuk weiland omringd door hoog griendhout. Het waren er soms honderden. En zo, om twee of drie uur in de morgen, trad ds. Gezelle Meerburg uit de menigte naar voren, klom op een wagen of schuit, en begon met een kerkdienst. Op 17 dec. 1838 schreef hij aan ds. Buddingh: 'Ik heb dit jaar nog al dikwijls onverhinderd en voor grote scharen mogen preken en de sacramenten bedienen, doch meestal in de oadht, inzonderheid is de prediking met de biddag gezegend geweest, toen ik voor een grote schare van 's nachts 3 tot 7 uur gepredikt heb over Jes. 59 : 1, 2: 'Zie, de hand des HEEREN is niet te kort om te verlossen, en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort'.

De dank-, vasten- en bededag van 20 september 1837 had men ook in de Biesbos gevierd. In een verslag daarvan las ik 'Met enige gelovigen uit naburige plaatsen begaf de gemeente van Almkerk zich naar een afgelegen stuk land, waar zij tot 's avonds zes uur bleven, om geheel afgescheiden van het gewoel der wereld een- en andermaal geknield op het aardrijk te liggen, terwijl ds. Gezelle Meerburg hun voorging in schuldbelijdenis en gebed'. Dit is het eerste verhaal dat ik wilde vertellen. Ik deed dat omdat daaruit op ons afkomt een onverzadigbare honger naar het Woord van God, een diep besef dat God zijn zegen wil geven door de prediking van het evangelie in de kerkdienst, en een bereidheid om alle moeite, smaad en vervolging te dragen om Zijn Woord te horen en als gemeente de HEERE te loven en te prijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1977

De Saambinder | 8 Pagina's

UIT ANDERE BLADEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1977

De Saambinder | 8 Pagina's